De veldtocht tegen de Sovjet-Unie - Een scheeve toren bij Dalfsen - Mijnen
vegers op den Donau - Muurschilderingen Jan van Heel -Haverveld in de stad
o
bib
Ibll
Huwelijk met
modern comfort
HAAGSCHE COURANT Donderdag 14 Aug. 1941 TWEEDE BLAD
FEUILLETON
r J *1
Ml
IN EEN GEVANGENKAMP. AFGEMAT EN DORSTIG WORDT HET
EERST NAAR WATER GEVRAAGD.
(W eUbild^Polygoon)
aan,
fcWordt vervolgd^
-
(Nadruk verboden.)
nu
IN BRAND GESCHOTEN VIJANDELIJKE TANK LANGS EEN OP-
MARSCHWEG BIJ DEN BOEG IN, DE OEKRAÏNE.
(Weltbild- Polygoon)
dat je met een goeden vriend gaat
lunchen. Het sop is de kool niet
waard.
DAAR GEITENMELK ZEER VOEDZAAM IS, en men er boter efl kaas'
van kan maken, worden op het oogenblik in West-Friesland veel geiten
gehouden. Melktijd op de boerderij. (Polygoon-Kuiper)
OORLOGSMARINE BESCHERMT DE SCHEEPVAART OP DEN
DONAU. Booten van het Donau-flottilje bij het opruimen van
een mijnversperring op vroeger Servisch gebied.
(Weltbild-Polygoon).
Je hebt gelijk, geeft Nick toe.
Kwart voor één in „Royal” dan
maar. Dat is het beste restaurant
hier. Op de markt, je vindt het mak
kelijk. Dan ren ik nu gauw even
naar kantoor.
En natuurlijk moet oom Victor
juist vandaag vragen:
Ga je mee thuis koffiedrinken,
Nicolientje?
De traditioneele invitatie van eens
in de veertien dagen.
Nee oom, zegt Nick blozend,
’t spijt me wel, maar er is een
oude Utrechtsche vriend van me in
de stad, dokter Maeyhoek, en ik heb
afgesproken, met hem in „Royal” te
gaan lunchen.
O juist, zegt mr. van Eyckeveld.
Een anderen keer dan maar weer.
Hij vond het maar half, mjjn
baasje, vertrouwt Nick Han toe over
hun tafeltje in „Royal”.
Wat kan het je schelen? zegt
Han luchtig en steekt haar de spijs
kaart toe. Hier, kies eens uit.
Bestel jij maar, ik vind alles
goed.
Ze praten. Over Utrecht, over de
oude vrienden. Over hun werk. Han,
met de gewichtigheid van pas-geves-
tigd arts:
Die praktijk van den ouwen
heer, enorm zeg. Je begrijpt gewoon
weg niet, hoe hij ’t al die jaren alleen
heeft klaargespeeld. Maar ik begin
er al echt in te raken. Ik kan goed
met de menschen opschieten.
Dat geloof ik graag, zegt Nick
guL Jakkie, *t 'is al over tweeën,
dan moet ik direct weer weg.
Over zijn kopje koffie kijkt Han
haar aan, een spottend lachje om
zijn mond. Hij schudt meewarig het
hoofd.
Och Nicker, zegt hij, domme,
kleine Nicker met je vryheidsbevlie-
gingen. Weet je wel, dat je als mijn
vrouw honderd keer meer vrijheid en
zelfstandigheid zoudt hebben, dan nu?
Die praktijk van je legt je immers
veel meer aan banden, dan ik ooit
zou doen.
Nick buigt zich over het tafeltje
heen, kijkt hem nadenkend aan.
Als ik ooit trouw, zegt ze ern
stig, dan zal het me juist niet om
vrijheid en onafhankelijkheid en zoo
te doen zijn. Dan wil ik Juist een
man, die me wél aan banden legt,
die me heelemaal opeischt. En dan
zal ik zooveel van hem houden, dat
ik nergens anders meer om geef. Zie
je, zoo voorwereldlijk ben ik nu nog.
En als Han blijft zwijgen, zijn heele
gezicht één stille vraag, gaat zé
door:
Ja, je had wel gelijk, toen je
straks zei, dat ik nog niet zoo heel
veel van het leven heb leeren kennen
hier. Maar ik heb er toch genoeg
van gezien om zeker te weten, dat ik
alléén zal trouwen, als ik niet anders
meer kan en niet anders meer wil»
IN STORMPAS ZIJN FINSCHE SOLDATEN, ergens in de voorste linies, In
dekking gegaan achter een tank-hindemis. Eenigen klimmen al
over de steenbrokken heen. (Suomen-Holland)
DE SCHEEVE TOREN VAN DALFSEN. De toren van kasteel Rechteren
bij Dalfsen is aan het scheefzakken. Het kasteel Rechteren is vele eeuwen
oud en vormt een landgoed van historische beteekenis. (Holland)
BIJ DE SCHOOLTUINEN OP DE MIENT IN DEN HAAG BEVINDT^
ZICH EEN HAVERVELD, een zeldzaam verschijnsel
in een groote stad. (Polygoon-Meijer)
DE KUNSTSCHILDER JAN VAN HEEL maakt in opdracht van het
Gemeentebestuur van ’s-Gravenhage in de Gemeentelijke Bibliotheek in
de Vondelstraat wandschilderingen in de kinderleeszaal.
(Schi mme Vpenningh)
OVERWINNENDE DUITSCHE LEGERAANVOERDERS IN HET OOSTEN.
Van links naar rechtsGeneraloberst von Kleist, Generaal-Veldmaar-
schalk von Brauchitsch en Generaal-Veldmaarschalk von Reichenau.
(Orbis-Holland)
8)
Dan gaat het over echtscheiding
of iets dergelyks, weet ze, dat
is niet voor haar ooren bestemd.
Oom Victor behandelt haar voor
zoover eenigszins mogelijk naar
den maatstaf van zijn eigen dochter.
Waar Carla niets mee te maken
heeft, daar heeft zij ook niet mee
noodig, al heeft ze dan ook honderd
maal in Utrecht gestudeerd.
Over het leege vel papier, waarop
ze de conclusie moet neertooveren,
zucht ze. Eigenlijk, bekent ze zich
zelf, is ze nog niet veel verder ge
komen met haar plannen om het
leven te leeren kennen, om er zelf
midden in te staan. Eigenlijk zjt ze
hier even stevig opgeborgen als thuis
en honderd keer steviger dan in
Utrecht.
Wat wil ze dan? Ze wil iets bele
ven, iets meemaken, maar ze weet
Zelf niet wat...
Ze zucht nog eens en begint dan
met den moea der wanhoop: Aan
gezien de gedaagde...
reisd. En tenslotte, ik wist zoo gauw
geen andere smoes te verzinnen.
O zoo, lacht Nick.
Ja, zegt Han, je begrijpt me
wel, hè? Ik hield het niet meer uit
doodeenvoudig. Ben je niet een klein
beetje blij me te zien?
Beetje boel, zegt ze. Eerlijk,
ik meen het.
Heb je me heusch gemist?
vraagt Han en straalt.
Natuurlijk, lacht Nick. Jou en
de anderen en de heele Utrechtsche
beweging. Maar jou ’t allermeest,
hoor, zegt ze er gauw achteraan, uit
medelijden met zijn teleurgesteld ge
zicht.
Gelukkig, zegt Han met
zucht. Zeg, waar zullen we
heengaan?
Ik moet nog even naar kantoor
en dan... ja, ik kan je niet vragen,
om mee te gaan koffiedrinken, zeg.
Mijn kostjuffrouw is geen Utrecht
sche ploerterij, helaas.
Onzin, jij gaat natuurlijk met
mij mee, zegt Han beslist. Er is
hier toch zeker wel een behoorlijk
restaurant, waar we kunnen gaan
lunchen.
Bendes, zegt Nick. Daar niet
van. Maar zie je, ik weet niet, of
oom Victor het wel goed zou vinden,
’t Is hier nogal kleinsteedsch, zie je, doodgewoonste zaak van de wereld,
een echt kletshol. En ze zien mij
toch al voor half gaar aan, omdat
ik... nu ja, massa’s mama’s vinden
Voldaan over zichzelf en de heele
wereld wipt Nicoline de trappen van
het Paleis van Justitie af. Ze heeft
zoo juist bij den kinderrechter voor
een snikkend schooiertje een voor
waardelijke veroordeeling in de
wacht gesleept. In de open deuren
blijft ze staan. Lente... het is ineens
lente. De boomen langs het oude
grachtje... het ruikt naar Utrecht. De
Utrechtsche singels nu! Haar leven
lang zal ze in de lente heimwee naar
Utrecht hebben.
Zij wil haar fiets uit de bergplaats
opzij van het gebouw gaan halen,
blijft ineens staan. Is dat??... wel
nee, dat komt natuurlijk, omdat ze
juist zoo over Utrecht liep te suffen.
Maar die lange blonde jongen, die
met groote étappen op haar toe
komt...
Nicker, eindelijk!
Han, zegt ze verschrikt en blij
tegelijk. Hoe kom jij hier?
O, ik moest hier in de stad zijn,
zegt Han. Voor... eh... voor een
consult en tóen wilde ik natuurlijk'
niet weggaan zonder jou gezien te
hebben.
Zoo, zegt ze spottend. En wie
is dan wel die geweldige medische
beroemdheid, waarvoor jij twee-en-
half uur sporen ver moet komen? Ik
dacht, dat jullie voor een consult wel
dichter bij de deur terecht zoüden
kunnen.
Beroepsgeheim, zegt Han. En
ik heb er maar twee uur over ge
bet geen passend beroep voor een
jong meisje.
Han kijkt haar van opzij
schiet in een lach.
Arme Nikker, zegt hjj, wat
hebben ze je vastgemetseld. En je
wou nog wel met alle geweld het
groote leven leeren kennen. Daar
ziet het hier wel naar uit, geloof ik.
Ik heb mijn werk, zegt Nick,
direct hoog. En ik voel, dat ik
tenminste iets presteer, al is ’t dan
maar een bedroefd beetje. Vanmor
gen bij den kinderrechter bijvoor
beeld...
Ze blijft staan.
Jasses, nu zijn we als maar door-
geloopen en mijn fiets staat nog in
het paleis.
Kalm laten staan, zegt Han.
Moet je nu nog naar kantoor? Dan
gauw een beetje. Ik wacht op je
waar zei je ook weer, dat we zouden
gaan lunchen?
Heb ik niets van gezegd, strib
belt Nick tegen.
Kom vooruit, Nick, wees nu niet
zoo flauw, commandeert Han. Je
hebt zelf met alle geweld een vrije,
onafhankelijke en al-dat-fraais meer
vrouw willen worden en dan moet je
dat ook consequent doorvoeren. Waar
haal je toch ineens die malle scru
pules vandaan? *t Is immers de
-
f
rzï
fa
i
een
«ik
r
H
m