MOLEST BAAGSCHE COURANT I rijwielband prijsvraag een nieuwen voor in en om Oen haag het Nederlandsche m filmwezen Oorlogsschade! Ordening BINNENLAND Zaterdag 30 Augustus 1941. Bevordering van den bouw van arbeiderswoningen Weest zuinig met gas en electriciteit f Sluikhandel in koffie beboet VIERDE BLAD Onze teekenaar verbeeldt zich, dat hij reeds op 19 April j.l. beslag heeft gelegd op den eersten prijs. en Postwisselverkeer met het generaal- gouvernement geopend Heden hier, morgen daar. ONDERLINGE NEDERLANDSCHE VERZEKERING MIJ. In den vorm van bijdragen hypotheekregeling Werkloozenkassen en over heidssubsidie Oprichting van Filmgilde voorbereid Verbod tot slachten en af leveren van gevogelte Zeshonderd Nederlandsche kinderen naar Wurtemberg Steun niet meer afhankelijk van krotopruiming Registratie van Duitschers ^>»»»»»»>»»»»»»»4»»»»»»>»»»»»» I voor groote gezinnen), indien het betreft Actieve vertegenwoordigers gevraagd. Aanmeldingsplicht geregeld het heden verschenen Verordenin- No. 17967 Sneek, Oude Koemarkt 35 A'dam, Keizersgracht 399 voor zoover ontoereikend mocht blijken. van woningen, als onder d bedoeld, kan een jaarlijk- Het postwisselverkeer tusschen Ne derland en het Generaal-Gouvernement (voormalig Poolsch gebied) wordt met ingang van 1 September a.s. in beide richtingen geopend. De in acht te ne men maximum-bedragen zijn voor van Nederland uit te verzenden wissels R.M. 800, en omgekeerd 500. Toegelaten zijn gewone en expresse postwissels. De aandacht wordt er van bevoegde zijde op gevestigd, dat vereenigingen met werkloozenkassen, die tot hun kassen leden toelaten, die laatstelijk lid waren van een vakvereeniging, aangesloten bij het C.N.C., het N.V.V. en het R.K.W.V., voor deze nieuw gewonnen leden geen aanspraak kunnen maken op overheids subsidie. Aangezien dit subsidie in het algemeen gelijk is aan de bijdragen der leden, ontvangen de werkloozenkassen voor zulke leden dus de helft van de inkomsten, die zij voor haar andere leden genieten. Het Rijksbureau voor de voedselvoor ziening in oorlogstijd maakt het volgende bekend. Bij persbericht van 19 December 1940 werd een algemeene ontheffing verleend van het verbod tot het slachten en afle veren van gevogelte (art. 4 en 6 gevo- gelte-inventarisatiebesluit 1940). Nu het slachtseizoen voor pluimvee wederom op handen is, wordt het gewenscht geacht, de nieuw te vormen voorraden in de hand te hebben, waartoe de in bedoeld pers bericht verleende algemeene ontheffing door de Nederlandsche centrale voor eieren en pluimvee met ingang van gis teren is ingetrokken. Het in genoemd besluit omschreven ver bod tot het slachten en afleveren van gevogelte (kippen, eenden, kalkoenen en ganzen), welk verbod derhalve thans weer volledig van kracht is, geldt ook voor degenen, die in het bezit zijn van z.g. slachtvergunningen van genoemde centrale, tenzij betrokkenen van de cen trale hieromtrent reeds nadere aanwij zingen hebben ontvangen. Onder auspiciën van den Nederland- schen Volksdienst zullen begin October zeshonderd Nederlandsche kinderen, die verandering van lucht noodig hebben, naar Wurtemberg in Duitschland worden ge zonden. Zij zullen daar-gedurende een periode van zes weken verblijven. Dit is de tweede groote kinderuitzending, welke door den jl.V.D. wordt georganiseerd. Zoo was het karakter cjer organisatie op filmgébied in ons land aan het einde van de kapitalistische periode oók vol komen kapitalistisch: De eenige georga niseerde belangen die er waren, waren uiteindelijk dus winstbelangen, om het even of het nu die der produceerende firma’s, der verhuurders of der theater- bezitters betrof. Spr. spreekt natuurlijk niet tegen, dat organisatie dezer belangen niet nood- In genblad is opgenomen een verordening van den Rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied betreffende de registratie der Duitschers, waarin de aanmeldingsplicht wordt geregeld. Niet-nakoming der bepalingen kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste zes weken of met geldboete van ten hoogste honderd-en-vijftig gulden. De Nederlandsche voorschriften met betrekking tot de aan-en-afmelding bij de bevolkingsregisters en de verblijfsregis ters blijvfen ook voor personen van Duit- sche nationaliteit onaangetast. De toestand van het weer is zeer critiek. Hoewel we nog in Augustus zitten en we dus de geheele September maand nog 1 het er verdacht veel op of de herfst reeds in de nabijheid is. Ik heb weleens gehoord van een mooien nazomer, maar ik vraag wie of er iets van gezien heeft. Deson danks laat ik me niet ontmoedigen en vol vertrouwen op een historischen mooien na zomer ga ik de Septembermaand in. Het zelfde enthousiasme of laat ik het liever optimisme noemen kan ik niet meer heb ben ten opzichte van mijn aardappelland. Een deskundige heeft definitief uitgemaakt, dat mijn planten te veel uit de kluiten zijn gewassen en te weinig knol hebben gezet Daar zitten We nu met ons goede gedrag in een verknoeiden oogst. Weg droombeeld van piepers van eigen grond. De enkeling, die er af zal komen, mag men waarschijnlijk niet eens met den naam pieper betitelen. Ik durf er bijna niet naar te kijken en ik heb daarom mijn neef opgedragen om de volgende week eens voorzichtig een van de hoog opge schoten struiken ie rooien. Tevens houd ik nu mijn hart vast voor de bruine boonen. Ik hoop, dat mijn 'mede-tuiniers betere resultaten hebben. Ik kan de zon in het water zien schijnen en ook de bruine boo nen zonder wrok op andermans grond zien gedijen. Ik heb deze week voor het eerst weer eens even in het duister vertoefd, maar ik moet zeggen, dat ik er weer opnieuw aan moet wennen. De zomer met z’n lange avonden had ons dit euvel bijna doen ver geten. Er zijn echter meer lieden zooals ik en vandaar, dat ik al het eerste briefje kreeg over hulpmiddelen,, welke men gaarne zag aangebracht. Zoo vraagt iemand me om het fietspad langs Marlot dat voor een gedeelte van witte paaltjes langs den slootkant is voorzien, ook verderop daar mee te verrijken. Juist onder de hoornen bewijzen deze paaltjes uitnemende dien sten en hoe eerder men er bij is, hoe min der ongelukken er vootkomen, De .afdee- ling van dienst, welke er mee belast is, zou er goed werk aan doen, indien ze dit punt eens onder de loupe nam. Zoo zullen er echter zeker meer punten zijn, die voor verduidelijking door middel van witte verf in aanmerking komen. Voor den openlucht-schouwburg is het ook lang geen botertje tot den boom ge weest. Meer pech met de weersomstan digheden konden de ondernemers moeilijk hebben. Ik vermoed dan ook, dat men straks bij de Gemeente zal aankloppen om eenige verlichting te krijgen in de finan- cieele exploitatie. Hoewel natuurlijk bij een dergelijken opzet met zeer ongunstige weersomstandigheden terdege rekening moet worden gehouden, kan ik me toch begrijpen, dat tegen zooveel slechte dagen de opzet niet was opgewassen. Een beetje hulp lijkt mij daarom niet onrechtvaardig, vooral waar het iets nieuws voor de stad is en men de animo er in moet houden. OOM KOOS. HET FRONT VAN NERING EN AMBACHT De persdienst van de N.S.B. meldt: Voor de zelfstandige ondernemers (kleinbedrijven), die zich^toeleggen op het vervaardigen van radiotoestellen, zal er op Maandag 22 September a.s. des mid dags te twee uur in de Dietsche Taveer ne, Oud-Kerkhof, Utrecht, een openbare vergadering worden gehouden. Deze bij eenkomst gaat uit van het front van Ne- rjng en Ambacht, doch is voor alle vakge- nooten toegankelijk, terwijl zij haar aan leiding vindt in de organisatie van het ambacht. Als sprekers zullen optreden de heeren J. de Raadt uit Gouda, leider van de vakgroep, en de nerjng- en ambachtlei- der, de heer J. H. Scholte, die de noodza kelijkheid van organisatie voor dezen in het nauw geraakten bedrijfstak zullen be lichten. Bouw van ruimere arbeiders woningen, gesteund door hy potheekregeling De behoefte 'aan eenigszins ruimere arbeiderswoningen zal moeten^ worden opgevangen door de particuliere bouw nijverheid; de bouw van dergelijke wo ningen wordt van rijkswege gesteund door de „hypotheekregeling 1941”. Het behoeft, naar het den secretaris generaal voorkomt, geen bijzonder be toog, dat de nieuwe bijdrageregeling, zoomede de „hypotheekregeling 1941” slechts dan doelmatig kuhnen werken, indien zij in harmonisch verband wor den toegepast. Die toepassing zal onder meer worden geschaad, indien de zooge naamde woningwetbouw onnoodig het terrein van de woningvoorziening door particulieren betreedt. Tenslotte deelt de secretaris-generaal den gemeentebesturen mede, dat de nieuwe bijdrageregeling als regel slechts toepassing kan vinden voor plan nen, welke na den datum dezer’ circu laire ter hand genomen zijn, doch dat de mogelijkheid van uitzonderingen op 'dien regel niet is uitgesloten. Die uit zonderingen zullen echter geval voor ge val worden beoordeeld. De Staatscourant bevat voorts een sluitende exploitatierekening te komen, besluit van de secretarissen-generaal van jj* ---j:x.-s de departementen van Binnenlandsche Za ken eh van Financiën, betreffende het beschikbaarstellen van voorschotten on der hypothecair verband vóór woning bouw door particulieren (de hierbovenge- noemde 'hypotheekregeling 1941). Hierin is onder meer het volgende bepaald: Voorschotten worden verleend aan de gemeente, teneinde deze in staat te stel len, aan belanghebbenden geldleeningen te verstrekken onder verband van hypo theek, onder voorwaarde, dat de gemeen te zich borg stelt voor de betaling van de verschuldigde rente en aflossing. Een eventueel verlies in verband met deze voorschotleening wordt door het rijk en de gemeente in de verhouding 9:1 gedra gen. Voorschotten worden verleend onder verband van eerste of tweede hypotheek, evenwel slechts indien en voorzoover ge bleken is, dat belanghebbende niet op andere wijze de noodige geldmiddelen kan verkrijgen. Voorschotten worden slechts verstrekt voorzoover de beschikbare middelen zulks toelaten, zoomede voorzoover de voor den bouw benoodigde materialen kunnen worden verkregen. Zij worden als regel slechts verstrekt voor woningen, waarvan de inhoud niet meer dan 275 Oorlogwchade_ zou ook U kunnen tref fen. Verzekert U |>ij de Ond. Ned. Molest Ven. Mij. gevestigd te Sneek. Over het op 30 Juni 1941 afge- loopen halfjaar kunnen alle schaden worden betaald. Er behoeft geen omslag te wor den geheven. 9 Van de voorschotheffingen kan een belangrijk gedeelte worden gereser veerd voor schadebetaling in het volgend halfjaar. Voorschotheffing f 0.60 per f 1OOO.- per halfjaar. Groote risico spreiding. Gelijk bekend is, verleent de staat voor dén eigenlijken woningwetbouw geldelijken steun in de volgende vormen: a. voorschotten voor den bouw van eenvoudige arbeiderswoningen ter ver ruiming van de woningmarkt in de ge vallen, dat de particuliere bouwnijver heid niet in de behoefte aan dergelijke woningen voorziet; b. voorschotten voor den bouw van woningen, gepaard met krotopruiming, in welk geval, die voorschotten zoo noo dig gepaard kunnen gaan met een jaar- kubieke meter bedraagt. De inhoud wordt gemeten buitenwerks, boven den beganegrondvloer bij de berekening worden schuurtjes, bergplaatsen en der gelijke ruimten, ook al zijn deze aangë- bouwd, buiten beschouwing gelaten. Zij kunnen ook worden verleend voor win- kelwoningen ,e.d„ tenzij de bedrijfsruim te een overwegend deel van het perceel uitmaakt. Bij bebouwing van in erfpacht uitgegeven terreinen kan voorschot wor den geweigerd, indien de erfpachtsvoor- waarden van dien aard zijn, dat daaruit een abnormaal risico voortvloeit. Overi gens kan steeds zonder opgaaf van rede nen een verzoek om voorschot worden afgewezen. Hypotheken worden verleend voor een tijdvak van ten hoogste vijf jaar; na afloop van dezen termijn kan verlenging slechts in overweging worden genomen, indien afdoende wordt aangetoond, dat het onmogelijk is, op andere wijze hypo thecair crediet te verkrijgen. Indien te eeniger tijd blijkt, dat ’n deel van onder verband van eerste hypo theek verstrekte geldleening op de vrije markt kan worden verkregen, kan vesti ging van een tweede hypotheek ten be- drage van het resteerende deel in over- T weging worden genomen. De hypothecai re geldleeningen worden verstrekt tegen een rente van 4 pCt. ’s jaars. De rente moet door belanghebbende iedere drie maanden aan de gemeente worden vol daan. Voorzoover de vooruitzichten met betrekking tot de exploitatie van het on derpand daartoe aanleiding geven, kan worden toegestaan, dat de hypothecaire geldleeifïng ten deele renteloos wordt verstrekt; zulks echter tot een maximum van 40 pCt. der leening en van 2000 per woning. Aanvragen om toekenning van geld leningen, ond§r waarborg van hypo theek, worden door belanghebbenden in duplo ingediend bij het gemeentebe stuur. Ingeval belanghebbende aantoont, dat het vereischte bouwcrediet niet op andere wijze kan worden verkregen, kun nen gedurende de uitvoering van het werk, onder de noodige waarborgen, voor schotten op de hypothecaire geldleening worden verstrekt, in totaal tot een maxi mum van 80 pCt. van de voorloopig vastgestelde verkoopwaarde; een en an der ter beoordeeling van het gemeente bestuur en onder zijn verantwoordelijk heid. In zeer bijzondere gevallen kan mede een bouwcrediet tot genoemd per centage worden verleend, indien slechts een voorschot onder verband van twee de hypotheek wordt toegezegd. Het bouw crediet zal in het algemeen per per ceel ten hoogste in zeven tot acht ter mijnen kunnen worden betaalbaar ge steld.. Dit besluit treedt in werking op den dag zijner afkondiging en kan worden aan gehaald onder den titel „hypotheekrege ling 1941”. Met ingang van dezen datum vervalt de regeling betreffende het be schikbaarstellen van voorschotten onder hypothecair verband.voor middenstands- en arbeiderswoningbouw (hypotheekre geling 1940), bekend gemaakt door den regeeringscommissaris voor den weder opbouw d.d. 13 Augustus 1940. ben ook deze belangen recht op bescher- i ming, maar ook de rechten van de wer kers in de film, kunstenaars of technici, i vragen om bescherming en wel niet in het minst de rechten van ons volk op een film, die kunstzinnig hoog staat, cul tureel waardevol is, en opvoedènd en volksopbouwend werkt. In het vervolg van zijn rede betoogde spr., dat het verschijnsel van de ont- 1 aarde film uit den aard der zaak nauw 1 samènhangt met dat van de ontaarde kunst in het algemeen en die weer zijn - oorzaak vond in een verval over de geheele linie van politiek en cultureel denken. Daarmede heeft spr. het dezer dagen alles beheerschende verschijnsel van den ondergang, van den ouden en de geboorte van een nieuwen) tijd aange roerd. De reactie op het cultuurbederf der 19e en 20ste eeuwsche internationales - groepen zullen de belangen zoo zeide spr. - is de voornaamste prik- 1-J kei tot de, den nieuwen tijd dragende nationaal-socialistische idee. Het is het verzet van den aardgebonden mensch tegen een hem opgedrongen cultuur- esperanto. In ons land uitte zich het ver zet tegen de vervlakking pp tweeërlei wijze: ten eerste volgens den weg de r onthouding, vooral van orthodox-protes- tantsche zijde gepropageerd en ten twee de in die van den strijd, waarvan het nationaal-socialisme de drager is. Het verschil in beider houding wordt het scherpst uitgedrukt in de volgende woor den: Het doel van de ëerste, voor zoover ons onderwerp betreft, was„Weg met de film” en van de tweede: „De film aan ons”. Zoo ontstaat een gevecht op leven en dood tusschen de cosmopoliti- sche en de volksche gedachte. Vreemde invloeden moeten worden uit geschakeld, eigen invloeden moet een kans worden gegeven. Het is niet waar, dat Nederlanders geen film maken kun- ten zijn. De voorlichting over vreemde nen. Film is immers in eersten aanleg een visueele kunst en zou die in het land van Rembrandt,’Vermeer en Ruys- dael geen goede beoefenaars vinden? Het volk eischt zijn recht op de film. De werker in de film eischt zijn rech ten op economisch, sociaal en juridisch gebied. De producent, de verhuurder en de theatér-exploitant ëischen een gewaar borgd bestaan. Steeds dringender doet zich een behoefte voor aan vrede in het vak, Van beslechting der al te scherpe gevechten om een bestaan in de film. Men wil elkaar meer en meer zien als collega’s, als werkers aap één groot doel, het bouwen aan zijn volk, dan als elkaar om materieel gewin bevechtende individuën. Zoo dient zich de gemeen- schapsgedachte aan. Men wil een einde aan den tijd, waarin meer uren werden 3 besteed aan zaken doen dan aan film maken. De speculatie moet er uit en het eerlijke ambacht moet ervoor; in de plaats -komen. Aan al deze wenschen zal de secreta ris-generaal van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, de presi dent van de Nederlandsche cultuurka mer, prof. dr. T. Goedewaagen, voldoen door straks over te gaan tot de oprich ting van een Filmgilde in het kader van de Nedérlandsche cultuurkamer. Het Filmgilde heeft tot taak om op het geheele terrein der film regelend op te treden. Zijn eerste taak is, de film vrij te .maken van alle beperkingen, die haar in haar ontwikkeling tot een werk zaamheid volgens eigen aard in het ka der van de nieuwe Nederlandsche cul tuurpolitiek zou kunnen hinderen. Het Filmgilde gaat alle werkers en ondernemingen in de Nederlandsche film omvatten, dus o.m. de productie leiders, de filmregisseur en hun assis tenten, de filmarchitecten, de opname leiders, de cameralieden, de geluidstech nici, de cutters, de acteurs, de figuran ten, de grimeurs, de requisiteurs, enz., de ptoductie-ondernemirigen, de filmfa brieken, de ateliers, de verhuur, de in- en uitvoer, voorts de vervaardigers en verhuurders van cultuur- en propagan dafilms en tenslotte de directeüren der diverse bioscooptheaters. Nederlandsche Bioscoopbond geen zelfstandig lichaam meer De werkzaamheden van den Neder- landschen Bioscoopbond zullen geheel on der die van het Filmgilde komen te vallen. De Nederlandsche Bioscoopbond zal dus als zelfstandig lichaam ophou den te bestaan. In afzonderlijke vak- van .prod'i- centên, verhuurders en bioscoopbezitters blijvend gewaarborgd zijn. De overige, tot nu toe door den Bioscoopbond be hartigde belangen zullen in veel betere mate in het Filmgilde tot hun recht kun nen komen. Er komt dus op filmgebied in ons land een organisatie, die de wer kers in een film aan zich bindt. Degene, die bindt, is de Cultuurkamer en dan de staat, als uitvoerder van het volk. Om alle misverstanden te voorkomen wil spr. er nog even den nadruk op leggen, dat het natuurlijk niet de bedoe ling is van het Filmgilde om alleen films voor vervaardiging toe te laten met een duidelijk opgelegd nationaal- socialistisch karakter. Natuurlijk zal er aan dergelijke nationaal-socialistische propagandafilms behoefte blijken te be staan, doch het ontspanningskarakter van de film b.v. mag niet verloren gaan, evenmin als het zuiver cultureele, al zullen beide categorieën volksch moe rassen en volkeren mag niet verwaar loosd worden, doch de voorlichting over eigen ras en volk spelen de hoofdrol. Zoo worde de film nationaal zij ver- sterke de nationale deugden en werke verbeterend in op de nationale ondeug den. De film is nooit een doel in zich zelf, maar een middel tot slechts dat eene, wat hier beneden een doel in zich zelf is, namelijk het volk. Eendrachtig - zoo /besloot spr. - zul len wij met begrip voor elkanders deug den en gebreken, hard werken aan dat gene, ^yat ons als taak is opgelegd: De opbouw van een waarlijk Neder- landsch filmwezen. Het gezelschap, dat de rede van den heer Teunissen met groote belangstel-i ling had gehoord, bleef hierna nog eeni- I gen lijd gezellig bijeen. Bijeenkomst op het departement van Volksvoorlichting en Kunsten Gistermiddag heeft op het departe ment van Volksvoorlichting en Kunsten een bijeenkomst plaats gehad van allen, a— die betrokken zijn bij de totstandkoming zakelijk zou zijn geweest Vanzelf heb- van een film. Hierin is het woord ge voerd door den secretaris-generaal van het departement, prof. dr. T. Goedewaa gen en door den heer J. Teunissen, die belas^ is met de leiding van het binnen kort in te stellen Filmgilde. Van Duit- sche zijde was aanwezig dr. Zimmer van het Filmreferat bij het Rijkscommissa- riaat. - z Prof. dr. Goedewaagen wees er in zijn inleidend woord op, dat de film in de eerste plaats een cultuurorgaan is. Pro ducenten en kunstenaars zijn hierbij pri mair. Toen de Joden de eerste viool speelden, werd de film als een commer cieel object beschouwd. Men bekommer de zich niet om de volksgemeenschap. Nu de Joden zijn uitgeschakeld, kan de film weer dienen tot volksvoorlichting. Door haar aanschouwelijkheid heeft de film een intensieve werking op den geest en is daardoor het beste middel tot volksvoorlichting, welke tenslotte volksopvoeding is.. Doel van de ordening van het filmwe zen in ons land is, tot de oprichting te komen van een Filmgilde, als een der zes gilden, welke de Nederlandsche cul tuurkamer vormen. Dit gilde zal de be langen behartigen van allen, die bij de totstandkoming van een film werkzaam zijn, met als leidend gezichtspunt het cultureele doel van de film. Toespraak van den heer J. Teunissen De heer J. Teunissen, leider van het toekomstig Filmgilde, hield hierna een rede, waarin hij allereerst uiteenzette, dat het tot nu toe nog niet tot een vak organisatie van filmwerkers is gekomen. Niettegenstaande spr. daartoe herhaal delijke pogingen heeft gedaan, is dit steeds gestrand op onwil en tegenwer king. Het mocht hem slechts gelukken in den zwartsten tijd van ons filmwezen, de emigranteninvasie, te komen tot een advies-commissie, die'óï het belang der Nederlandsche filmwerkers volledig miskende, óf wier besluiten, indien zij voor de film-kapitalistische belangen ge vaarlijk dreigden te worden, slechts als niet bindend advies golden, en waar aan de toonaangevende instanties rustig voorbijgingen, alsof de stem der wer kers niet had gesproken. Evenmin -was er een lichaam, dat zich op afdoende wijze bezig hield met het cultureele in de film. Ook de overheid voorzag niet in de behoefte aan richting geven inzake het cultureele element in de film. De filmkeuring beperkte zich tot een peute rig wikken en wegen van eventueel door de film kwetsen van burgerlijke levens opvattingen en verrichtte nooit of te nimmer positieve richtende arbeid. lijksche bijdrage in het exploitatie-tekort van maximaal 50 per woning 75 voor groote gezinnen); c. voorschotten voor den bouw van zoogenaamde „eigen woningen ten plat- telande”, gepaard met krotopruiming, ingevolge de circulaire van 25 Juli 1927, met de mogelijkheid van een bijdrage a fonds perdu van maximaal 600 900 voor groote gezinnen) d. voorschotten te? noodzakelijke ver betering van eigen woningen ten platte- gande, ingevolge de circulaire van 7 Juni 1928, met de mogelijkheid van een bijdrage 5 fonds perdu van maximaal 400 600 voor groote gezinnen) In de bijdragen, hetzij deze jaarlijk- sche, dan wel bijdragen 5 fonds perdu zijn, participeeren rijk en gemeente ieder voor de helft: Bijdragen worden slechts verstrekt, indien het geval van krotopruiming zich voordoet (gevallen b en c), of indien de doelstelling is, te voorkomen, dat een woning tot krot ver valt (geval d). Geen bijdrage wordt verstrekt in het geval, sub. a genoemd, dat wil zeggen in geval van nieuwbouw, niet gepaard gaande met krotopruiming. De omstandigheid, dat de bouwkosten in sterke mate zijn gestegen, maakt het onder de huidige omstandigheden in vele gevallen onmogelijk, met de in re delijkheid te bedingen huren tot een bouw op het platteland; 2) ten hoogste 50 per woning per jaar 75 voor groote gezinnen) bij bouw, elders dan op het platteland. II. Gelijke bijdrageverleening, als on der I bedoeld, is mogelijk voor het ge- vpl, sub. b aangegeven; derhalve is cu mulatie mogelijk van de gebruikelijke en de nieuwe bijdrage, echter in dier voege, dat de nieuwe bijdrage slechts wordt verleend, voor zoover de gebrui kelijke bijdrage niet toereikend mocht blijken om tot een sluitende exploitatie rekening te komen. III. Aan bouw van woningen, als on der c bedoeld, kan een jaarlijksche bij drage verbonden worden van ten hoog ste 75 10 voor groote gezinnen) derhalve is ook hier cumulatie van de gebruikelijke bijdrage fonds perdu en de nieuwe jaarlijksche bijdrage moge lijk, echter in dier voege, dat laatstbe doelde bijdrage slechts wordt verstrekt, de bijdrage a fonds perdu .«Ui IV. Aan verbetering" van woningen, als onder d bedoeld, kan een jaarlijk sche bijdrage worden verbonden van ten hoogste ƒ40 (ƒ50 voor groote gezinnen), en overigens op den voet, als onder III aangegeven. In de nieuwe bijdragen, sub. I tot en met IV omschreven, zullen het rijk en de gemeenten participeeren in verhou ding van 3 en 1. De secretaris-generaal vertrouwt, dat met vorenstaande regeling de finan- cieele belemmeringen tegen den bouw en de verbetering van zeer eenvoudige arbeiderswoningen in bevredigende mate zijn weggenomen. Hij doet een be roep op de medewerking der gemeente besturen ter zake, opdat zooveel moge lijk in de bestaande behoefte wordt voorzien. en dit te meer, omdat ook voor die stij- (‘ging, in verbrand met den plaatselijken loonstandaard een enkele maal zelfs bouw of verbetering achterwege moest blijven, wegens de onmogelijkheid om de exploitatie met een bijdrage van vol doende grootte te steunen. In verband met het vorenstaande is bjjdrageverteening op ruimeren voet noodzakelijk, aldus de secretaris-gene raal van het departement van Binnen landsche Zaken ih een circulaire aan de gemeentebesturen, opgenomen in de Staatscourant van gisteravond; met name kan, in deze bijzondere tijdsom standigheden, het verleenen van een bij drage niet meer gebonden blijven aan den complementairen eisch van krotop ruiming. Er is behoefte aan een voor de huidige tijdsomstandigheden nieuwe bij drage, welke, tijdelijk, het beginsel, doorbreekt, dat bijdrageverleening slechts mogelijk is, indien de nieuwbouw gepaard gaat met krotopruiming. In overleg met zijn ambtgenoot van financiën, heeft de secretaris-generaal het volgende bepaald: I. Aan woningbouw, als onder a be doeld, kan, voor zoover noodig, een bij drage verbonden worden van: 1) ten hoogste 75 per woning per jaar 100 Overtreding van de Prijzenbeschikking Koffie blijkt in den sluikhandel nog al tijd een zeer gezocht en dus voor de han delaren voordeelig artikel te zijn. Dat deze handel echter ook zijn risico’s, groote ri sico’s met zich medebrengt, blijkt uit eenige tuchtbeschikkingen, welke in den laatsten tijd door de inspecteurs voor de Prijsbeheersching werden gewezen De winkelier A. van M. te Rossum ver kocht „omdat zij zoo’n hoogen prijs bo den”, aan twee scharrelaars 100 k.g kof fie a ƒ20 per k.g. Dit was koffie, welke hij normaal voor 1.60 per k.g. zou heb; ben moeten verkoopen, maar die was ach- tergehouden, toen de koffie-distributie ten einde liep en in plaats van koffie het surrogaat verkocht mocht worden. Behal ve de verkochte 100 k.g. bleek, dat van M. nog 150 k.g. koffie en thee op zolder opgeslagen had. Door den inspecteur voor de Prijsbe heersching te Arnhem werd deze partij verbeurd verklaard en een boete van ƒ2000 opgelegd. Hierdoor' werd van M. dus de geheele opbrengst der transactie, die hem zoo voordeelig geleken had, weer ontnomen en was hij van de zorg voor zijn koffie en thee in één keer verlost. Een grossier in chocolade te Arnhem, J. S., verkocht in Juni 51J k.g. ongebran de koffie. Deze koffie was afkomstig van een partij van 275 k.g., waarvoor S. ƒ4125 had neergeteld. H. J., melkhandelaar tez Westervoort, de kooper der 51J k.g. had 824 moeten betalen. De geheele partij koffie werd verbeurd vermaard en kooper en verkoopèr werden bovendien nog ieder tot 100 boete veroordeeld. Het was dus wel een kostbaar handeltje. W. L., een melkventer te Borne, ver kocht 1 k.g. koffie en een pond thee, sa men voor 37.50. Zijn kooper werd bij het vervoer aangehouden door contröle-amb tenaren. De herkomst van de thee en kof- Tie werd al spoedig vastgesteld en een huiszoeking bij L. leverde nog 2 k.g. thee en 12 k.g. koffie op, welke in beslag wer den genomen. L. zag zich beboet met 250 fhee en koffie werden ook in dit geval verbeurd verklaard. J. H. B., koopman te Apeldoorn, ver handelde in de maanden Januari tot en met Maart eenige partijen koffie voor prijzen, welke varieerden van 3.90 tot 5.40 per pond. Ook B. werd wegens overtreding van de Prijzenbeschikking 1940 no. 1 veroordeeld en wel tot een boete van ƒ1000. Sluikhandel is niet altijd voordeelig. Wellicht, dat zij, die zich ten koste van de minder gegoeden willen verrijken, voor deze omstandigheid gevoelig zijn. V het nog voor den boeg hebben, lijkt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 11