MOLEST
BAAGSCHE COURANT
I
rijwielband
prijsvraag
een
nieuwen
voor
in en om Oen haag
het Nederlandsche
m
filmwezen
Oorlogsschade!
Ordening
BINNENLAND
Zaterdag 30 Augustus 1941.
Bevordering van den bouw
van arbeiderswoningen
Weest zuinig met
gas en electriciteit f
Sluikhandel in koffie beboet
VIERDE BLAD
Onze teekenaar verbeeldt zich, dat hij reeds op 19 April j.l. beslag heeft gelegd op den eersten prijs.
en
Postwisselverkeer met het generaal-
gouvernement geopend
Heden hier, morgen daar.
ONDERLINGE NEDERLANDSCHE
VERZEKERING MIJ.
In den vorm van bijdragen
hypotheekregeling
Werkloozenkassen en over
heidssubsidie
Oprichting van Filmgilde voorbereid
Verbod tot slachten en af
leveren van gevogelte
Zeshonderd Nederlandsche kinderen
naar Wurtemberg
Steun niet meer afhankelijk van
krotopruiming
Registratie van Duitschers
^>»»»»»»>»»»»»»»4»»»»»»>»»»»»»
I
voor groote gezinnen), indien het betreft
Actieve vertegenwoordigers gevraagd.
Aanmeldingsplicht geregeld
het heden verschenen Verordenin-
No. 17967
Sneek, Oude Koemarkt 35
A'dam, Keizersgracht 399
voor zoover
ontoereikend mocht blijken.
van woningen,
als onder d bedoeld, kan een jaarlijk-
Het postwisselverkeer tusschen Ne
derland en het Generaal-Gouvernement
(voormalig Poolsch gebied) wordt met
ingang van 1 September a.s. in beide
richtingen geopend. De in acht te ne
men maximum-bedragen zijn voor van
Nederland uit te verzenden wissels R.M.
800, en omgekeerd 500. Toegelaten zijn
gewone en expresse postwissels.
De aandacht wordt er van bevoegde
zijde op gevestigd, dat vereenigingen met
werkloozenkassen, die tot hun kassen
leden toelaten, die laatstelijk lid waren
van een vakvereeniging, aangesloten bij
het C.N.C., het N.V.V. en het R.K.W.V.,
voor deze nieuw gewonnen leden geen
aanspraak kunnen maken op overheids
subsidie. Aangezien dit subsidie in het
algemeen gelijk is aan de bijdragen der
leden, ontvangen de werkloozenkassen
voor zulke leden dus de helft van de
inkomsten, die zij voor haar andere leden
genieten.
Het Rijksbureau voor de voedselvoor
ziening in oorlogstijd maakt het volgende
bekend.
Bij persbericht van 19 December 1940
werd een algemeene ontheffing verleend
van het verbod tot het slachten en afle
veren van gevogelte (art. 4 en 6 gevo-
gelte-inventarisatiebesluit 1940). Nu het
slachtseizoen voor pluimvee wederom op
handen is, wordt het gewenscht geacht,
de nieuw te vormen voorraden in de hand
te hebben, waartoe de in bedoeld pers
bericht verleende algemeene ontheffing
door de Nederlandsche centrale voor
eieren en pluimvee met ingang van gis
teren is ingetrokken.
Het in genoemd besluit omschreven ver
bod tot het slachten en afleveren van
gevogelte (kippen, eenden, kalkoenen en
ganzen), welk verbod derhalve thans
weer volledig van kracht is, geldt ook
voor degenen, die in het bezit zijn van
z.g. slachtvergunningen van genoemde
centrale, tenzij betrokkenen van de cen
trale hieromtrent reeds nadere aanwij
zingen hebben ontvangen.
Onder auspiciën van den Nederland-
schen Volksdienst zullen begin October
zeshonderd Nederlandsche kinderen, die
verandering van lucht noodig hebben, naar
Wurtemberg in Duitschland worden ge
zonden. Zij zullen daar-gedurende een
periode van zes weken verblijven. Dit is
de tweede groote kinderuitzending, welke
door den jl.V.D. wordt georganiseerd.
Zoo was het karakter cjer organisatie
op filmgébied in ons land aan het einde
van de kapitalistische periode oók vol
komen kapitalistisch: De eenige georga
niseerde belangen die er waren, waren
uiteindelijk dus winstbelangen, om het
even of het nu die der produceerende
firma’s, der verhuurders of der theater-
bezitters betrof.
Spr. spreekt natuurlijk niet tegen, dat
organisatie dezer belangen niet nood-
In
genblad is opgenomen een verordening
van den Rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche gebied betreffende
de registratie der Duitschers, waarin de
aanmeldingsplicht wordt geregeld.
Niet-nakoming der bepalingen kan
worden gestraft met hechtenis van ten
hoogste zes weken of met geldboete van
ten hoogste honderd-en-vijftig gulden.
De Nederlandsche voorschriften met
betrekking tot de aan-en-afmelding bij de
bevolkingsregisters en de verblijfsregis
ters blijvfen ook voor personen van Duit-
sche nationaliteit onaangetast.
De toestand van het weer is zeer
critiek. Hoewel we nog in Augustus
zitten en we dus de geheele September
maand nog 1
het er verdacht veel op of de herfst reeds
in de nabijheid is. Ik heb weleens gehoord
van een mooien nazomer, maar ik vraag
wie of er iets van gezien heeft. Deson
danks laat ik me niet ontmoedigen en vol
vertrouwen op een historischen mooien na
zomer ga ik de Septembermaand in. Het
zelfde enthousiasme of laat ik het liever
optimisme noemen kan ik niet meer heb
ben ten opzichte van mijn aardappelland.
Een deskundige heeft definitief uitgemaakt,
dat mijn planten te veel uit de kluiten zijn
gewassen en te weinig knol hebben
gezet Daar zitten We nu met ons
goede gedrag in een verknoeiden oogst.
Weg droombeeld van piepers van eigen
grond. De enkeling, die er af zal komen,
mag men waarschijnlijk niet eens met den
naam pieper betitelen. Ik durf er bijna
niet naar te kijken en ik heb daarom mijn
neef opgedragen om de volgende week
eens voorzichtig een van de hoog opge
schoten struiken ie rooien. Tevens houd ik
nu mijn hart vast voor de bruine boonen.
Ik hoop, dat mijn 'mede-tuiniers betere
resultaten hebben. Ik kan de zon in het
water zien schijnen en ook de bruine boo
nen zonder wrok op andermans grond
zien gedijen.
Ik heb deze week voor het eerst weer
eens even in het duister vertoefd, maar ik
moet zeggen, dat ik er weer opnieuw aan
moet wennen. De zomer met z’n lange
avonden had ons dit euvel bijna doen ver
geten. Er zijn echter meer lieden zooals
ik en vandaar, dat ik al het eerste briefje
kreeg over hulpmiddelen,, welke men
gaarne zag aangebracht. Zoo vraagt iemand
me om het fietspad langs Marlot dat voor
een gedeelte van witte paaltjes langs den
slootkant is voorzien, ook verderop daar
mee te verrijken. Juist onder de hoornen
bewijzen deze paaltjes uitnemende dien
sten en hoe eerder men er bij is, hoe min
der ongelukken er vootkomen, De .afdee-
ling van dienst, welke er mee belast is, zou
er goed werk aan doen, indien ze dit punt
eens onder de loupe nam. Zoo zullen er
echter zeker meer punten zijn, die voor
verduidelijking door middel van witte verf
in aanmerking komen.
Voor den openlucht-schouwburg is het
ook lang geen botertje tot den boom ge
weest. Meer pech met de weersomstan
digheden konden de ondernemers moeilijk
hebben. Ik vermoed dan ook, dat men
straks bij de Gemeente zal aankloppen om
eenige verlichting te krijgen in de finan-
cieele exploitatie. Hoewel natuurlijk bij
een dergelijken opzet met zeer ongunstige
weersomstandigheden terdege rekening
moet worden gehouden, kan ik me toch
begrijpen, dat tegen zooveel slechte dagen
de opzet niet was opgewassen. Een beetje
hulp lijkt mij daarom niet onrechtvaardig,
vooral waar het iets nieuws voor de stad
is en men de animo er in moet houden.
OOM KOOS.
HET FRONT VAN NERING EN
AMBACHT
De persdienst van de N.S.B. meldt:
Voor de zelfstandige ondernemers
(kleinbedrijven), die zich^toeleggen op het
vervaardigen van radiotoestellen, zal er
op Maandag 22 September a.s. des mid
dags te twee uur in de Dietsche Taveer
ne, Oud-Kerkhof, Utrecht, een openbare
vergadering worden gehouden. Deze bij
eenkomst gaat uit van het front van Ne-
rjng en Ambacht, doch is voor alle vakge-
nooten toegankelijk, terwijl zij haar aan
leiding vindt in de organisatie van het
ambacht. Als sprekers zullen optreden de
heeren J. de Raadt uit Gouda, leider van
de vakgroep, en de nerjng- en ambachtlei-
der, de heer J. H. Scholte, die de noodza
kelijkheid van organisatie voor dezen in
het nauw geraakten bedrijfstak zullen be
lichten.
Bouw van ruimere arbeiders
woningen, gesteund door hy
potheekregeling
De behoefte 'aan eenigszins ruimere
arbeiderswoningen zal moeten^ worden
opgevangen door de particuliere bouw
nijverheid; de bouw van dergelijke wo
ningen wordt van rijkswege gesteund
door de „hypotheekregeling 1941”.
Het behoeft, naar het den secretaris
generaal voorkomt, geen bijzonder be
toog, dat de nieuwe bijdrageregeling,
zoomede de „hypotheekregeling 1941”
slechts dan doelmatig kuhnen werken,
indien zij in harmonisch verband wor
den toegepast. Die toepassing zal onder
meer worden geschaad, indien de zooge
naamde woningwetbouw onnoodig het
terrein van de woningvoorziening door
particulieren betreedt.
Tenslotte deelt de secretaris-generaal
den gemeentebesturen mede, dat de
nieuwe bijdrageregeling als regel
slechts toepassing kan vinden voor plan
nen, welke na den datum dezer’ circu
laire ter hand genomen zijn, doch dat
de mogelijkheid van uitzonderingen op
'dien regel niet is uitgesloten. Die uit
zonderingen zullen echter geval voor ge
val worden beoordeeld.
De Staatscourant bevat voorts een
sluitende exploitatierekening te komen, besluit van de secretarissen-generaal van
jj* ---j:x.-s de departementen van Binnenlandsche Za
ken eh van Financiën, betreffende het
beschikbaarstellen van voorschotten on
der hypothecair verband vóór woning
bouw door particulieren (de hierbovenge-
noemde 'hypotheekregeling 1941). Hierin
is onder meer het volgende bepaald:
Voorschotten worden verleend aan de
gemeente, teneinde deze in staat te stel
len, aan belanghebbenden geldleeningen
te verstrekken onder verband van hypo
theek, onder voorwaarde, dat de gemeen
te zich borg stelt voor de betaling van
de verschuldigde rente en aflossing. Een
eventueel verlies in verband met deze
voorschotleening wordt door het rijk en
de gemeente in de verhouding 9:1 gedra
gen.
Voorschotten worden verleend onder
verband van eerste of tweede hypotheek,
evenwel slechts indien en voorzoover ge
bleken is, dat belanghebbende niet op
andere wijze de noodige geldmiddelen
kan verkrijgen.
Voorschotten worden slechts verstrekt
voorzoover de beschikbare middelen
zulks toelaten, zoomede voorzoover de
voor den bouw benoodigde materialen
kunnen worden verkregen. Zij worden als
regel slechts verstrekt voor woningen,
waarvan de inhoud niet meer dan 275
Oorlogwchade_ zou ook U kunnen tref
fen. Verzekert U |>ij de Ond. Ned.
Molest Ven. Mij. gevestigd te Sneek.
Over het op 30 Juni 1941 afge-
loopen halfjaar kunnen alle schaden
worden betaald.
Er behoeft geen omslag te wor
den geheven.
9 Van de voorschotheffingen kan een
belangrijk gedeelte worden gereser
veerd voor schadebetaling in het
volgend halfjaar.
Voorschotheffing f 0.60 per f 1OOO.-
per halfjaar. Groote risico spreiding.
Gelijk bekend is, verleent de staat
voor dén eigenlijken woningwetbouw
geldelijken steun in de volgende vormen:
a. voorschotten voor den bouw van
eenvoudige arbeiderswoningen ter ver
ruiming van de woningmarkt in de ge
vallen, dat de particuliere bouwnijver
heid niet in de behoefte aan dergelijke
woningen voorziet;
b. voorschotten voor den bouw van
woningen, gepaard met krotopruiming,
in welk geval, die voorschotten zoo noo
dig gepaard kunnen gaan met een jaar-
kubieke meter bedraagt. De inhoud
wordt gemeten buitenwerks, boven den
beganegrondvloer bij de berekening
worden schuurtjes, bergplaatsen en der
gelijke ruimten, ook al zijn deze aangë-
bouwd, buiten beschouwing gelaten. Zij
kunnen ook worden verleend voor win-
kelwoningen ,e.d„ tenzij de bedrijfsruim
te een overwegend deel van het perceel
uitmaakt. Bij bebouwing van in erfpacht
uitgegeven terreinen kan voorschot wor
den geweigerd, indien de erfpachtsvoor-
waarden van dien aard zijn, dat daaruit
een abnormaal risico voortvloeit. Overi
gens kan steeds zonder opgaaf van rede
nen een verzoek om voorschot worden
afgewezen.
Hypotheken worden verleend voor een
tijdvak van ten hoogste vijf jaar; na
afloop van dezen termijn kan verlenging
slechts in overweging worden genomen,
indien afdoende wordt aangetoond, dat
het onmogelijk is, op andere wijze hypo
thecair crediet te verkrijgen.
Indien te eeniger tijd blijkt, dat ’n deel
van onder verband van eerste hypo
theek verstrekte geldleening op de vrije
markt kan worden verkregen, kan vesti
ging van een tweede hypotheek ten be-
drage van het resteerende deel in over-
T weging worden genomen. De hypothecai
re geldleeningen worden verstrekt tegen
een rente van 4 pCt. ’s jaars. De rente
moet door belanghebbende iedere drie
maanden aan de gemeente worden vol
daan. Voorzoover de vooruitzichten met
betrekking tot de exploitatie van het on
derpand daartoe aanleiding geven, kan
worden toegestaan, dat de hypothecaire
geldleeifïng ten deele renteloos wordt
verstrekt; zulks echter tot een maximum
van 40 pCt. der leening en van 2000
per woning.
Aanvragen om toekenning van geld
leningen, ond§r waarborg van hypo
theek, worden door belanghebbenden in
duplo ingediend bij het gemeentebe
stuur. Ingeval belanghebbende aantoont,
dat het vereischte bouwcrediet niet op
andere wijze kan worden verkregen, kun
nen gedurende de uitvoering van het
werk, onder de noodige waarborgen, voor
schotten op de hypothecaire geldleening
worden verstrekt, in totaal tot een maxi
mum van 80 pCt. van de voorloopig
vastgestelde verkoopwaarde; een en an
der ter beoordeeling van het gemeente
bestuur en onder zijn verantwoordelijk
heid. In zeer bijzondere gevallen kan
mede een bouwcrediet tot genoemd per
centage worden verleend, indien slechts
een voorschot onder verband van twee
de hypotheek wordt toegezegd. Het bouw
crediet zal in het algemeen per per
ceel ten hoogste in zeven tot acht ter
mijnen kunnen worden betaalbaar ge
steld..
Dit besluit treedt in werking op den dag
zijner afkondiging en kan worden aan
gehaald onder den titel „hypotheekrege
ling 1941”. Met ingang van dezen datum
vervalt de regeling betreffende het be
schikbaarstellen van voorschotten onder
hypothecair verband.voor middenstands-
en arbeiderswoningbouw (hypotheekre
geling 1940), bekend gemaakt door den
regeeringscommissaris voor den weder
opbouw d.d. 13 Augustus 1940.
ben ook deze belangen recht op bescher- i
ming, maar ook de rechten van de wer
kers in de film, kunstenaars of technici, i
vragen om bescherming en wel niet in
het minst de rechten van ons volk op
een film, die kunstzinnig hoog staat, cul
tureel waardevol is, en opvoedènd en
volksopbouwend werkt.
In het vervolg van zijn rede betoogde
spr., dat het verschijnsel van de ont- 1
aarde film uit den aard der zaak nauw 1
samènhangt met dat van de ontaarde
kunst in het algemeen en die weer zijn -
oorzaak vond in een verval over de
geheele linie van politiek en cultureel
denken. Daarmede heeft spr. het dezer
dagen alles beheerschende verschijnsel
van den ondergang, van den ouden en de
geboorte van een nieuwen) tijd aange
roerd.
De reactie op het cultuurbederf der
19e en 20ste eeuwsche internationales - groepen zullen de belangen
zoo zeide spr. - is de voornaamste prik- 1-J
kei tot de, den nieuwen tijd dragende
nationaal-socialistische idee. Het is het
verzet van den aardgebonden mensch
tegen een hem opgedrongen cultuur-
esperanto. In ons land uitte zich het ver
zet tegen de vervlakking pp tweeërlei
wijze: ten eerste volgens den weg de r
onthouding, vooral van orthodox-protes-
tantsche zijde gepropageerd en ten twee
de in die van den strijd, waarvan het
nationaal-socialisme de drager is. Het
verschil in beider houding wordt het
scherpst uitgedrukt in de volgende woor
den: Het doel van de ëerste, voor zoover
ons onderwerp betreft, was„Weg met
de film” en van de tweede: „De film
aan ons”. Zoo ontstaat een gevecht op
leven en dood tusschen de cosmopoliti-
sche en de volksche gedachte.
Vreemde invloeden moeten worden uit
geschakeld, eigen invloeden moet een
kans worden gegeven. Het is niet waar,
dat Nederlanders geen film maken kun- ten zijn. De voorlichting over vreemde
nen. Film is immers in eersten aanleg
een visueele kunst en zou die in het
land van Rembrandt,’Vermeer en Ruys-
dael geen goede beoefenaars vinden?
Het volk eischt zijn recht op de film.
De werker in de film eischt zijn rech
ten op economisch, sociaal en juridisch
gebied. De producent, de verhuurder en
de theatér-exploitant ëischen een gewaar
borgd bestaan. Steeds dringender doet
zich een behoefte voor aan vrede in het
vak, Van beslechting der al te scherpe
gevechten om een bestaan in de film.
Men wil elkaar meer en meer zien als
collega’s, als werkers aap één groot
doel, het bouwen aan zijn volk, dan als
elkaar om materieel gewin bevechtende
individuën. Zoo dient zich de gemeen-
schapsgedachte aan. Men wil een einde
aan den tijd, waarin meer uren werden
3
besteed aan zaken doen dan aan film
maken. De speculatie moet er uit en
het eerlijke ambacht moet ervoor; in
de plaats -komen.
Aan al deze wenschen zal de secreta
ris-generaal van het departement van
Volksvoorlichting en Kunsten, de presi
dent van de Nederlandsche cultuurka
mer, prof. dr. T. Goedewaagen, voldoen
door straks over te gaan tot de oprich
ting van een Filmgilde in het kader van
de Nedérlandsche cultuurkamer.
Het Filmgilde heeft tot taak om op
het geheele terrein der film regelend op
te treden. Zijn eerste taak is, de film
vrij te .maken van alle beperkingen, die
haar in haar ontwikkeling tot een werk
zaamheid volgens eigen aard in het ka
der van de nieuwe Nederlandsche cul
tuurpolitiek zou kunnen hinderen.
Het Filmgilde gaat alle werkers en
ondernemingen in de Nederlandsche
film omvatten, dus o.m. de productie
leiders, de filmregisseur en hun assis
tenten, de filmarchitecten, de opname
leiders, de cameralieden, de geluidstech
nici, de cutters, de acteurs, de figuran
ten, de grimeurs, de requisiteurs, enz.,
de ptoductie-ondernemirigen, de filmfa
brieken, de ateliers, de verhuur, de in-
en uitvoer, voorts de vervaardigers en
verhuurders van cultuur- en propagan
dafilms en tenslotte de directeüren der
diverse bioscooptheaters.
Nederlandsche Bioscoopbond geen
zelfstandig lichaam meer
De werkzaamheden van den Neder-
landschen Bioscoopbond zullen geheel on
der die van het Filmgilde komen te
vallen. De Nederlandsche Bioscoopbond
zal dus als zelfstandig lichaam ophou
den te bestaan. In afzonderlijke vak-
van .prod'i-
centên, verhuurders en bioscoopbezitters
blijvend gewaarborgd zijn. De overige,
tot nu toe door den Bioscoopbond be
hartigde belangen zullen in veel betere
mate in het Filmgilde tot hun recht kun
nen komen. Er komt dus op filmgebied
in ons land een organisatie, die de wer
kers in een film aan zich bindt. Degene,
die bindt, is de Cultuurkamer en dan
de staat, als uitvoerder van het volk.
Om alle misverstanden te voorkomen
wil spr. er nog even den nadruk op
leggen, dat het natuurlijk niet de bedoe
ling is van het Filmgilde om alleen
films voor vervaardiging toe te laten
met een duidelijk opgelegd nationaal-
socialistisch karakter. Natuurlijk zal er
aan dergelijke nationaal-socialistische
propagandafilms behoefte blijken te be
staan, doch het ontspanningskarakter
van de film b.v. mag niet verloren
gaan, evenmin als het zuiver cultureele,
al zullen beide categorieën volksch moe
rassen en volkeren mag niet verwaar
loosd worden, doch de voorlichting over
eigen ras en volk spelen de hoofdrol.
Zoo worde de film nationaal zij ver-
sterke de nationale deugden en werke
verbeterend in op de nationale ondeug
den. De film is nooit een doel in zich
zelf, maar een middel tot slechts dat
eene, wat hier beneden een doel in zich
zelf is, namelijk het volk.
Eendrachtig - zoo /besloot spr. - zul
len wij met begrip voor elkanders deug
den en gebreken, hard werken aan dat
gene, ^yat ons als taak is opgelegd:
De opbouw van een waarlijk Neder-
landsch filmwezen.
Het gezelschap, dat de rede van den
heer Teunissen met groote belangstel-i
ling had gehoord, bleef hierna nog eeni- I
gen lijd gezellig bijeen.
Bijeenkomst op het departement van
Volksvoorlichting en Kunsten
Gistermiddag heeft op het departe
ment van Volksvoorlichting en Kunsten
een bijeenkomst plaats gehad van allen, a—
die betrokken zijn bij de totstandkoming zakelijk zou zijn geweest Vanzelf heb-
van een film. Hierin is het woord ge
voerd door den secretaris-generaal van
het departement, prof. dr. T. Goedewaa
gen en door den heer J. Teunissen, die
belas^ is met de leiding van het binnen
kort in te stellen Filmgilde. Van Duit-
sche zijde was aanwezig dr. Zimmer van
het Filmreferat bij het Rijkscommissa-
riaat. - z
Prof. dr. Goedewaagen wees er in zijn
inleidend woord op, dat de film in de
eerste plaats een cultuurorgaan is. Pro
ducenten en kunstenaars zijn hierbij pri
mair. Toen de Joden de eerste viool
speelden, werd de film als een commer
cieel object beschouwd. Men bekommer
de zich niet om de volksgemeenschap.
Nu de Joden zijn uitgeschakeld, kan de
film weer dienen tot volksvoorlichting.
Door haar aanschouwelijkheid heeft de
film een intensieve werking op den
geest en is daardoor het beste middel
tot volksvoorlichting, welke tenslotte
volksopvoeding is..
Doel van de ordening van het filmwe
zen in ons land is, tot de oprichting te
komen van een Filmgilde, als een der
zes gilden, welke de Nederlandsche cul
tuurkamer vormen. Dit gilde zal de be
langen behartigen van allen, die bij de
totstandkoming van een film werkzaam
zijn, met als leidend gezichtspunt het
cultureele doel van de film.
Toespraak van den heer
J. Teunissen
De heer J. Teunissen, leider van het
toekomstig Filmgilde, hield hierna een
rede, waarin hij allereerst uiteenzette,
dat het tot nu toe nog niet tot een vak
organisatie van filmwerkers is gekomen.
Niettegenstaande spr. daartoe herhaal
delijke pogingen heeft gedaan, is dit
steeds gestrand op onwil en tegenwer
king. Het mocht hem slechts gelukken
in den zwartsten tijd van ons filmwezen,
de emigranteninvasie, te komen tot een
advies-commissie, die'óï het belang der
Nederlandsche filmwerkers volledig
miskende, óf wier besluiten, indien zij
voor de film-kapitalistische belangen ge
vaarlijk dreigden te worden, slechts
als niet bindend advies golden, en waar
aan de toonaangevende instanties rustig
voorbijgingen, alsof de stem der wer
kers niet had gesproken. Evenmin -was
er een lichaam, dat zich op afdoende
wijze bezig hield met het cultureele in
de film. Ook de overheid voorzag niet
in de behoefte aan richting geven inzake
het cultureele element in de film. De
filmkeuring beperkte zich tot een peute
rig wikken en wegen van eventueel door
de film kwetsen van burgerlijke levens
opvattingen en verrichtte nooit of te
nimmer positieve richtende arbeid.
lijksche bijdrage in het exploitatie-tekort
van maximaal 50 per woning 75
voor groote gezinnen);
c. voorschotten voor den bouw van
zoogenaamde „eigen woningen ten plat-
telande”, gepaard met krotopruiming,
ingevolge de circulaire van 25 Juli 1927,
met de mogelijkheid van een bijdrage
a fonds perdu van maximaal 600
900 voor groote gezinnen)
d. voorschotten te? noodzakelijke ver
betering van eigen woningen ten platte-
gande, ingevolge de circulaire van 7
Juni 1928, met de mogelijkheid van een
bijdrage 5 fonds perdu van maximaal
400 600 voor groote gezinnen)
In de bijdragen, hetzij deze jaarlijk-
sche, dan wel bijdragen 5 fonds perdu
zijn, participeeren rijk en gemeente
ieder voor de helft: Bijdragen worden
slechts verstrekt, indien het geval van
krotopruiming zich voordoet (gevallen
b en c), of indien de doelstelling is, te
voorkomen, dat een woning tot krot ver
valt (geval d).
Geen bijdrage wordt verstrekt in het
geval, sub. a genoemd, dat wil zeggen
in geval van nieuwbouw, niet gepaard
gaande met krotopruiming.
De omstandigheid, dat de bouwkosten
in sterke mate zijn gestegen, maakt het
onder de huidige omstandigheden in
vele gevallen onmogelijk, met de in re
delijkheid te bedingen huren tot een
bouw op het platteland; 2) ten hoogste
50 per woning per jaar 75 voor
groote gezinnen) bij bouw, elders dan
op het platteland.
II. Gelijke bijdrageverleening, als on
der I bedoeld, is mogelijk voor het ge-
vpl, sub. b aangegeven; derhalve is cu
mulatie mogelijk van de gebruikelijke
en de nieuwe bijdrage, echter in dier
voege, dat de nieuwe bijdrage slechts
wordt verleend, voor zoover de gebrui
kelijke bijdrage niet toereikend mocht
blijken om tot een sluitende exploitatie
rekening te komen.
III. Aan bouw van woningen, als on
der c bedoeld, kan een jaarlijksche bij
drage verbonden worden van ten hoog
ste 75 10 voor groote gezinnen)
derhalve is ook hier cumulatie van de
gebruikelijke bijdrage fonds perdu en
de nieuwe jaarlijksche bijdrage moge
lijk, echter in dier voege, dat laatstbe
doelde bijdrage slechts wordt verstrekt,
de bijdrage a fonds perdu
.«Ui
IV. Aan verbetering" van woningen,
als onder d bedoeld, kan een jaarlijk
sche bijdrage worden verbonden van ten
hoogste ƒ40 (ƒ50 voor groote gezinnen),
en overigens op den voet, als onder III
aangegeven.
In de nieuwe bijdragen, sub. I tot en
met IV omschreven, zullen het rijk en
de gemeenten participeeren in verhou
ding van 3 en 1.
De secretaris-generaal vertrouwt, dat
met vorenstaande regeling de finan-
cieele belemmeringen tegen den bouw
en de verbetering van zeer eenvoudige
arbeiderswoningen in bevredigende
mate zijn weggenomen. Hij doet een be
roep op de medewerking der gemeente
besturen ter zake, opdat zooveel moge
lijk in de bestaande behoefte wordt
voorzien.
en dit te meer, omdat ook voor die stij-
(‘ging, in verbrand met den plaatselijken
loonstandaard een enkele maal zelfs
bouw of verbetering achterwege moest
blijven, wegens de onmogelijkheid om
de exploitatie met een bijdrage van vol
doende grootte te steunen.
In verband met het vorenstaande is
bjjdrageverteening op ruimeren voet
noodzakelijk, aldus de secretaris-gene
raal van het departement van Binnen
landsche Zaken ih een circulaire aan de
gemeentebesturen, opgenomen in de
Staatscourant van gisteravond; met
name kan, in deze bijzondere tijdsom
standigheden, het verleenen van een bij
drage niet meer gebonden blijven aan
den complementairen eisch van krotop
ruiming. Er is behoefte aan een voor de
huidige tijdsomstandigheden nieuwe bij
drage, welke, tijdelijk, het beginsel,
doorbreekt, dat bijdrageverleening
slechts mogelijk is, indien de nieuwbouw
gepaard gaat met krotopruiming.
In overleg met zijn ambtgenoot van
financiën, heeft de secretaris-generaal
het volgende bepaald:
I. Aan woningbouw, als onder a be
doeld, kan, voor zoover noodig, een bij
drage verbonden worden van: 1) ten
hoogste 75 per woning per jaar 100
Overtreding van de Prijzenbeschikking
Koffie blijkt in den sluikhandel nog al
tijd een zeer gezocht en dus voor de han
delaren voordeelig artikel te zijn. Dat deze
handel echter ook zijn risico’s, groote ri
sico’s met zich medebrengt, blijkt uit
eenige tuchtbeschikkingen, welke in den
laatsten tijd door de inspecteurs voor de
Prijsbeheersching werden gewezen
De winkelier A. van M. te Rossum ver
kocht „omdat zij zoo’n hoogen prijs bo
den”, aan twee scharrelaars 100 k.g kof
fie a ƒ20 per k.g. Dit was koffie, welke
hij normaal voor 1.60 per k.g. zou heb;
ben moeten verkoopen, maar die was ach-
tergehouden, toen de koffie-distributie
ten einde liep en in plaats van koffie het
surrogaat verkocht mocht worden. Behal
ve de verkochte 100 k.g. bleek, dat van
M. nog 150 k.g. koffie en thee op zolder
opgeslagen had.
Door den inspecteur voor de Prijsbe
heersching te Arnhem werd deze partij
verbeurd verklaard en een boete van
ƒ2000 opgelegd. Hierdoor' werd van M.
dus de geheele opbrengst der transactie,
die hem zoo voordeelig geleken had, weer
ontnomen en was hij van de zorg voor
zijn koffie en thee in één keer verlost.
Een grossier in chocolade te Arnhem,
J. S., verkocht in Juni 51J k.g. ongebran
de koffie. Deze koffie was afkomstig van
een partij van 275 k.g., waarvoor S. ƒ4125
had neergeteld. H. J., melkhandelaar tez
Westervoort, de kooper der 51J k.g. had
824 moeten betalen. De geheele partij
koffie werd verbeurd vermaard en kooper
en verkoopèr werden bovendien nog ieder
tot 100 boete veroordeeld. Het was dus
wel een kostbaar handeltje.
W. L., een melkventer te Borne, ver
kocht 1 k.g. koffie en een pond thee, sa
men voor 37.50. Zijn kooper werd bij het
vervoer aangehouden door contröle-amb
tenaren. De herkomst van de thee en kof-
Tie werd al spoedig vastgesteld en een
huiszoeking bij L. leverde nog 2 k.g. thee
en 12 k.g. koffie op, welke in beslag wer
den genomen. L. zag zich beboet met 250
fhee en koffie werden ook in dit geval
verbeurd verklaard.
J. H. B., koopman te Apeldoorn, ver
handelde in de maanden Januari tot en
met Maart eenige partijen koffie voor
prijzen, welke varieerden van 3.90 tot
5.40 per pond. Ook B. werd wegens
overtreding van de Prijzenbeschikking
1940 no. 1 veroordeeld en wel tot een boete
van ƒ1000.
Sluikhandel is niet altijd voordeelig.
Wellicht, dat zij, die zich ten koste van
de minder gegoeden willen verrijken,
voor deze omstandigheid gevoelig zijn.
V
het
nog
voor den boeg hebben, lijkt