H ft®;. 1 Huwelijk met modern comfort r De distributiebonnen BINNENLAND RECHTZAKEN De Nederlandsche Landstand WÉ 4! I -■ -J V ■58* r HAAGSCHE COURANT Maandag 27 Oct. 1941 TWEEDE BLAD FEUILLETON t' k i 1 4 rants, rants, rants, rants. Opening van de Duitsche Oberschule te Arnhem wachten De zorg voor onze oorlogsinvaliden Vrouwen en kinderen Engelsche luchtaanvallen op ons land n DE GOEDKOOPS OVERZEESCHE TARWE MAG HET EUROPEESCHE BOERENBEDRIJF NIET MEER DOODDRUKKEN z- In het N.V..gebouw te Utrecht werd een verbroederings. De hockeywedstrijd Amsterdam—gespeeld te Amsterdam. De doelman der bezoekers in het nauw. (Polygoon-v. Bitsen) (Polygoonr-v. Bitsen) Br., gebak. VL VLw. 100 gram Kaas (Nadruk verboden.) (Wordt vervolgd!) weg, zonder iets te zeggen. Anders hou- Ze dacht, dat ze het duidelijk gevraagd AMBTSAANVAARDING BURGEMEES TER VAN ROTTERDAM ZWARE STRAFFEN VOOR CLANDESTIEN SLACHTEN Melk Aardapp. Aardapp. Boter Boter m.redL Suiker Koffie-sur* Jam 41-4 41 41 41 41A 41B 1 k.g. 250 gram 500 gram BI., Br. Geb, Rijst Havermout Gort Verm„ Maiz, Op Houtrust werd de voetbalwedstrijd H.B.S. Blauw Wit (21) gespeeld. Ferwerda van Blauw Wit „duikt” naar den bal. (Polygoon-Meyer) De eerste sneeuw in de Oekraïne. Het ongunstige weer kan den Duitschen opmarsch niet tegenhouden. (P.K. Funck-Hoftmann) Zware granaatwerpers, die dank zij de snelle om. singeling van de bolsjewisten, buitgemaakt konden worden, vóór zij tegen de Duitsche troepen gebruikt konden worden. (P.K. Rompel-Hoftmann) 11 liter 11 k.g. i k.g. 5 Oct. t.m. 1 Nov. 1941. 121 Algem. 122 Algem. 123 Algem. 124 t.m. 127 Algem. D en E Rijst 128 Algem. 129 Algem. 130 Algem. 131 tm. 134 Algem. S A s WI In „De Weere”. gelegen tusschen Abbekerk en Hoogwoud, is men be. gonnen met het oogsten van mais. Zijn de rijpe maispjanten omge. hakt en gedroogd, dan worden ze gepeld fD'>1’i'’oon-Knir>er) 250 gram N.B. Zeep op bon 120 Algem. van 1 t.m, 31 Oct. ken aan den landbouw van ons vaderland en van het nieuwe Europa, waarin de vrije boer, de zelfstandige burger en de fiere arbeider de dragers zullen zijn van den alouden en altijd nieuwen geest, welke krakend en brekend baan breekt in deze zware tijden Dat, zoo eindigde de heer Roskam zijn rede, is de boerengeest welke het recht en de vrijheid van ons volk bevestigt voor ons en voor de geslachten die na ons zul len komen. Vervolg van pag. 1. I De landbouwcrisisorganisaties Behalve de bovengenoemde organisaties waren er de landbouwcrisisorganisaties, j welke verweven waren aan het Overheids apparaat. Hierdoor, zoo zeide spreker, was de juiste verhouding tusschen Staats gezag en Volksvrijheid volkomen zoek ge raakt. Het deed den boerenleider genoe- I gen mede te kunnen deelen dat deze organisaties opgeheven zullen worden. Wat bij de Overheid hoort, gaat naar de Overheidsorganen, wat bij den boer hoort, versmelt in den Landstand. Het Bureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd met zijn veertien crisiscen trales blijft voorloopig Overheidsorgaan. Het zal evenwel grondig gereorganiseerd en tot eenvoudige verhoudingen terugge bracht worden, om dan marktordenend door te werken. Voorts deed spreker mededeelingen over het droogmalen der Zuiderzee en het verdeelen van de ontstane gronden. Landarbeiders in den Landstand De landarbeiders hooren eveneens in den Landstand, want zij staan gelijk met den boer. Dit is een rechtstreeks gevolg van den boerengeest. Een gezonde scha kel met het N.V.V. is gelegd. Nu de boer, zoo zeide spreker verder, zijn eigen recht heeft verkregen, kan ook de handelsman op eenzelfde rechtsher stel rekenen krachtens dezelfde levens wetten. Dit geldt niet minder voor onze fabrikan ten in de levensmiddelenindustrie. Het recht van den boer op zijn grond stamt uit dezelfde rechtsopvatting die den han delaar en den fabrikant recht geeft op volle erkenning van zijn arbeidsveld. Een gezonde en juiste samenwerking zal ook hier bestendigd worden. Dr. Posthuma adviseur Spr. memoreerde het prachtige werk van de commissie voor den productieslag, waarin eenige duizenden personen ge- ruimen tijd hebben samengewerkt onder leiding van dr. Posthuma. Dr. Posthuma heeft zich, naar spreker’s mededeeling, bereid verklaard, om als generaal-advi- seur zijn krachten te wijden aan den Ne- derlandschen Landstand. De organisatie Het is niet mogelijk in een kort tijds bestek alle levensterreinen op te sommen, welke de Nederlandsche Landstand be strijkt. Samenvattend kan spr. zeggen, dat de Landstand moet worden gehoord door alle Overheids- en andere organen voor eiken maatregel, welke de bebouwing van den grond en de voedselvoorziening be treft, Hoe de Landstand wordt georgani seerd, zal nog nader worden mede gedeeld. In het kort kan spr. dit zeg gen: de leiding in den Haag moet zoo eenvoudig en klein mogelijk gehou den worden, omdat wij nooit mogen vervallen in het door ons bestreden systeem, dat van den Haag uit de boeren worden bedokterd. Wij begin nen dus precies aan den anderen kant. Het zwaartepunt ligt bij den boer op zijn erf en de meest doorge voerde organisatie moet gesticht worden in elke gemeente. Wij hou den ons aan het historisch gegroeide. Vrouwen en kinderen wachten om hulp. Die hulp is van de Sovjets niet meer te verwachten, want die zijn in wilde wanorde teruggetrok ken en hebben huis en hof ver nield, hebben de levensmiddelen voorraden vernietigd en de burger bevolking zonder eenigen steun achtergelaten. Ook hun gewonde kameraden hebben zij achtergela ten. hier, in het pas veroverde gebied in de Sovjet-Unie is veel werk te doen voor de Nederland sche ambulance. Vrouwen en kin deren, gewonde strijders van beide partijen moeten geholpen en ver zorgd worden. Steunt daarom de Nederlaryische Ambulance. Stort uw bijdrage, iets meer dan u mis sen kunt, op girorekening Nederlandsche Ambulance Koninginnegracht 22 ’s-Gravenhage bijeenkomst gehouden der N.S.D.A.P. en N.S.B., waarbij o.a. General-Kommissar Schmidt en Ir. A. A. Mussert, leider der N.S.B., het woord hebben gevoerd. De eeregasten vanaf 2e vj.n.r. van Genechten, Ir. A. A. Mussert, General-Kommissar Schmidt, Engelbrecht (commissaris provincie Utrecht), Som mer (beauftr. van den Rijkscommissaris in de prov. Utrecht), de districtsleider der N.S.B. en Rost van Tonningen, (Polygoon-v. d. Werft) Commissaris-generaal dr. Wimmer bij de openingsplechtigheid Zaterdagochtend is de Duitsche Ober schule te Arnhem in tegenwoordigheid van den commissaris-generaal voor bestuur en justitie, staatssecretaris dr dr. Wimmer, met een indrukwekkende plechtigheid ge opend. De directeur der school, dr. Even- kamp, kon onder de talrijke verschenen gasten, waaronder ook de ouders der scho lieren, den Beauftragte van den Rijkscom missaris voor de provincie Gelderland, Landrat dr. Schneider alsmede talrijke ver tegenwoordigers van de Duitsche Weer macht en persoonlijkheden van het Duit sche en Nederlandsche openbare leven welkom heeten. Spr. gaf uiting aan zijn overtuiging, dat ook deze school een suc cesvol aandeel zal hebben in het tot stand brengen van een Duitsch-Nederlandsche toenadering. In dezen geest richtte hij een oproep tot de scholieren om zich bewust te lijn van hun historische opdracht en door hun levenswijze bij te dragen tot een toenadering tusschen Duitschland en Ne derland. Commissaris-generaal ar. dr. Wimmer schetste in zijn rede den grooten dank en de grootsche taak, waartoe onderwijzers en scholieren bij hun arbeid thans ver plicht zijn, daar het nationaal-socialisme nu de mogelijkheid heeft geboden ook buiten de grenzen van het Duitsche Rijk den Duitschen volksaard onbeperkt in eigen scholen te bewaren. Hij verklaarde, dat met de opening van deze school de periode van het oprichten van Duitsche scholen in Nederland in hoofdzaak thans is afgesloten, daar de aanspraak van het Duitsche „Volkstuin” in Nederland op eigen scholen, in hoofdzaak vervuld is. Het doel is nu uitbreiding van deze scho len en van haar inrichting en de verbete ring van haar werkzaamheden. Dr. dr. Wimmer ging vervolgens vooral in op het feit, dat de school evenals alle Duitsche scholen in Nederland ook door Nederland sche jongens en meisjes wordt bezocht. Dit geschiedt niet met het voornemen om de Nederlandsche jeugd van haar volks aard te vervreemden, doch veeleer is het een bewijs ervoor, dat het begrip en de wil tot een vruchtbare Duitsch-Nederland sche samenwerking reeds bij de jeugd worden gewekt. Ook de Nederlandsche ongens en meisjes worden hier opgevoed onder en tot handhaving van hun oor- spronkelijken volksaard, doch daarenboven is het hoogste doel het gemeenschappe lijke werken van Duitschers en Neder landers aan de toekomst van Europa. Hier- voor echter is vooral de jeugd geschik die deze toekomst draagt. De commissaris-generaal richtte zijn woorden deels direct tot de scholieren, die hij van tevoren had begroet en geïnspec teerd. Hij vermaande hen onvermoeid te werken om de opgaven te kunnen vol brengen, welke het Duitsche volk en het nieuwe Europa eens aan hen zouden stel len. Hiertoe zal niet in het minst het nieuwe type school bijdragen, dat geen tegenstellingen meer kent tusschen onder wijzers en scholieren eq voor een uniforme opvoeding in den geest van deze oogmer ken zorgt. Tenslotte wees de commissaris-generaal op het feit, dat een dergelijk vruchtbaar en vreedzaam opbouwwerk reeds thans, temidden van het geweldigste oorlogscon- flict der wereldgeschiedenis met succes kan worden uitgevoerd, hetgeen een nieuw nadrukkelijk bewijs is voor de onwrikbare kracht van het Duitsche volk en de vol ken, die aan dezen strijd deelnemen. De zegevierende strijd van de Duitsche sol daten en hun bondgenooten draagt zoo doende reeds thans, als het ware als dank aan hen, de schoonste vruchten. Hij be sloot zijn rede met te wijzen op den plicht der jeugd om haar geheele kracht in dienst te stellen van de haar gestelde taak om zoo eens het werk van den Führer en hierdoor het Rijk der toekomst te kunnen dragen en voortzetten. De Beauftragte van den Rijkscommis saris sloot met zijn woorden bij de woor den van den vorigen spreker aan en ver klaarde, dat het thans zaak is de gemeen schappelijkheid der ideeën in de samen leving tusschen Duitschers en Nederlan ders te bewijzen, daar de kracht van deze idee de gemeenschappelijke toekomst zal waarborgen Dit bepaalt den arbeid van deze en alle andere Duitsche scholen en stelt haar zoodoende hier in Nederland ten voorbeeld De plechtigheid werd opgeluisterd door het schoolkoor en een muzikale inleiding. Zij werd besloten met een Sieg-Heil op den Führer Adolf Hitler, uitgebracht door den Kreisleiter Weibeler, en de volkslie deren van de Duitsche natie. Hierna had den de gasten nog gelegenheid de school De uitvoer Als leider van den Nederlandschen Landstand was spreker gemachtigd de volgende verklaring af te leggen: „Zoolang de Nederlandsche voedsel voorziening niet beter is dan die van het Duitsche Rijk, zullen leveringen uit ons land naar het Duitsche Rijk en naar andere landen in de toekomst niet meer plaats vinden”. daar op het nachtkastje. Een van de kristallen tumblers uit de kast in het salon... En haar koffertje, dat daar open op den grond ligt, half volgepakt met ondergoed... Dat moet ze toch zelf ge daan hebben... Dan heeft ze dat niet ge droomd... Niet alles... Twee paar schoe nen naast het koffertje. Een verfrom meld stuk krant er bovenop. De krant. Hoort die krant bij den droom? Of niet?? Ze is al overeind. Loopen kun je natuurlijk niet, zegt ze in zichzelf en ze houdt zich vast aan den rand van het ledikant. Vervelend, dat nu juist de heele kamer gaat ronddraaien. Even wachten, tot alles weer stilstaat en dan even... twee passen maar. Als ze de krant maar heeft. Langs het nachtkastje en den stoel... Draai nou maar weer verder, zegt ze, als ze weer in bed ligt. De krant onder het kussen stoppen, gauw-gauw, voor haar oogen weer dicht vallen... Hoe gaat het er nu mee? Dat is de stem van den conducteur uit haar droom. De conducteur zonder pet Ja... ik weet het niet, zegt Lies. Gek verweg klinkt dat. Is dat haar eigen stem? Hoor eens, begint de stem opnieuw. Kun je even naar me luisteren? Een stoel, welke naast het bed wordt geschoven. Een hand, welke haar pols vasthoudt... nu weet ze het... het is d« dokter. Een andere dokter, niet de dokter van de freule... maar ze kent hem toch. Ze heeft hem al eens gezien... lang ge leden... Wel? vraagt de dokter. Je komt weer een beetje bij, hè? ’t Werd hoog tijd ook. Weet je wel, dat je twee da gen buiten westen bent geweest? Hij schudt haar heen en weer. Zeg, je moet even wakker blijven, ik moet even met je praten. Wie bent u? vraagt Lies en ze doet haar best om haar oogen open te houden. Ik ben de plaatsvervanger van dok ter Dombosch, licht de dokter in. En ik was gelukkig juist bij de freule, toen die ouwe stoethaspel jou hierboven vond. Ja, en daar lig je nu. Netjes gedaan, hoor. Beetje hard gewerkt zeker? Beetje weinig gegeten... beetje blijven rondloo- pen met een verwaarloosde kou. Eigen schuld, juffie. Maar de kwestie is... wat doen we er mee?. De nieuwbenoemde burgemeester van Rotterdam, de heer F. E. Muller, zal zijn ambt aanvaarden op Woensdag a.s., des voormiddags om 11 uur, in de raadzaal ten stadhuize. Een gezond ruilverkeer zal steeds wor den bevorderd, zoodat onze voedselpositie kan worden verstevigd door ruil van die goederen, welke wij te kort komen tegen goederen die wij kunnen missen, terwijl onze tuinbouwproducten, waarvan wij vijftig procent meer telen dan noodig is voor eigen gebruik, tegen een rechtvaar digen prijs zullen kunnen worden afge nomen. Dit laatste geldt ook voor ons fokvee, zoodat ons afzetgebied niet ver loren gaat en de toekomstmogelijkheden beveiligd zijn. Met man en macht wordt aan deze toe komst gebouwd en in het nieuwe Europa dat komt, zal levensruimte zijn ook voor onze jongens, zoodat zij niet behoeven te martelen op dwergboerderijtjes, waar geen heil in zit. Achter den Duitschen en Nederlandschen soldaat in het Oosten ploegt nu reeds de boer, ook de Neder landsche boer. Honderden boeren in ons land staan tot dien arbeid aangetreden. Zij in het,Oosten, en wij hier, zullen wer- Op den dorpsboerenleider en den dorps- boerenraad komt de voornaamste en zwaarste taak van den Nederlandschen Landstand. Daar moet worden uitgemaakt hoe de noodwendige maatregelen op de juiste en meest practische wijze worden uitgevoerd. Daar moet ook de arbeid ge beuren en de gedachten en wenschen der boeren moeten in het dorp worden be sproken en zooveel mogelijk voorbereid. Als de dorpsboerenraad goed werkt, dan zullen zelfs de naweeën der crisisorgani saties en -centrales spoedig worden uitge- wischt. Van het dorp gaan de wenschen en plannen naar den provinciale- of gouw- boerenraad. Van de provincie uit komt alles in den Haag, waar het tot den juisten vorm wordt omgebouwd en doorgegeven aan alle instanties, waarmee de Landstand te maken heeft. Ik ben geen dictator en ik voel mij niet geroepen om de boeren in Nederland te overheerschen, zoo zeide spreker. Mijn levenstaak is voorvechter te zijn voor het boerenrecht Een beroep op de boeren Boeren van Nederland, gij die de dra gers zijt van de oude en altijd weer nieu we en nooit verstorven levenswaarde van ons volk, gij zijt uitverkoren de baanbre kers te zijn voor de vrijheid van ons volk. Vecht dan met al uw kracht voor uw recht en voor herstel van onze standseer- Dat is de nieuwe ordening, die de Al machtige ons schenken wil. Als wij door eerlijken en trouwen arbeid ons dat waar dig betoonen. De Landstand wil mede verantwoor ding dragen voor de voedselvoorziening in deze moeilijke tijden. Onze bodem is goed en onze vakkennis mag er zijn. Door inspanning van al onze krachten en door èen rechtvaardige verdeeling halen wij ook den volgenden oogst. Een eerlijke, gezonde samenwerking met de bezettings overheid moet de basis zijn voor onzen arbeid. De opening van de Duitsche Oberschule in Arnhem. Een overzicht van de zaal. De eeregasten3de van links Landrat dr. Schneider (vertegenwoordiger van den Rijkscommissaris voor Gelderland), 4de Commissaris Generaal dr. dr. Wimmer, 5de dr. Evenkamp, de directeur van de nieuwe Oberschule. (Stapf-Mol) en de inrichting te bezichtigen, welke evenals de scholieren den indruk wekten, dat hier de even tevoren tot uiting ge brachte wil geheel en al verwezenlijkt zal worden. ze dit niet kan verdragen. Frank, die zijn hoofd zoo hoog gedragen heeft. Frrnik, die de eerlijkheid en de correct heid zelf is geweest. Die nooit één cent meer heeft verteerd, dan zijn inkomen toehet. En nu dit... Gespeculeerd? Met., met vrouwen? Frank?Frank zou de eerste man niet zijn, die door de koppig heid van zijn vrouw den verkeerden weg opging...”. Wie heeft dat gezegd? Jimmy, Jim my, die wist, dat er tegenwoordig ieder oogenblik menschen financieel in het nauw zitten... „Je neemt een groote ver antwoordelijkheid op je, Lies...” Lies voelt, hoe het bloed uit haar hoofd weg trekt, hoe haar beenen onwillige, logge dingen worden, waarop ze met geen mo gelijkheid zou kunnen staan. En dat moet toch. Ze moet nu immers opstaan en weg gaan, naar Amsterdam. Onmid dellijk. Naar Frank toe. Hem zeggen, dat ze bij hem blijft. Dat ze hem helpen zal. Hoe, dat weet ze nog niet. Maar dat komt er niet op aan. Niets komt er verder meer op aan. De twee trappen op... Tenslotte is ze toch boven gekomen. Wat nu ook weer? O ja, inpakken en verkleed en en... en geld meenemen... en dan weg, stilletjes voor we in Amsterdam zijn? had, maar de conducteur heeft het zeker niet verstaan, hij geeft geen ant woord. Een rare conducteur overigens, heeft niet eens een pet op, geen zwarte en geen roode. Het is ook zoo’n rare trein. Gaat deze trein wel naar Amster dam? Die onbeleefde conducteur geeft weer geen antwoord. Waarom laten ze haar nu ineens drinken? En de trein staat stil. Nu moet ze uitstappen. Naar Frank toe... Ze houden haar vast. Ze mag niet... Is dit dan?... de gevangenis?? En willen ze haar niet bij Frank laten? O, maar ze gaat toch. Ze moet... Frank! I! Dan niets meer. Nu weet ze ineens heel duidelijk, waar ze is. In haar bed op het zolderkamer tje. Niet in Amsterdam. Dat heeft ze maar gedroomd. Het is een verschrik kelijke droom geweest. Goddank, dat het niet echt gebeurd is... Lies lacht stil voor zich heen. Een droom... een dood gewone nare droom, anders niet. Wat zalig, dat het allemaal niet waar is... Maar er is toch iemand geweest, die „stil maar” heeft gezegd. Hier in de kamer... En die haar heeft laten drin ken... Dat is een glas van de freule, Slechts geringe materieele schade In het afgeloopen weekeinde is in een plaats in het Westen des lands uit En- gelsche vliegtuigen met mitrailleurs op woonhuizen geschoten. Gelukkig zijn geen personen getroffen en werd alleen mate rieele schade aangericht. De aanvallende toestellen werden spoe dig door de Duitsche luchtmacht ver dreven. Op andere plaatsen hebben Britsche vliegtuigen brand- en brisantbommen ge worpen, welke in het vrije veld terecht zijn gekomen en slechts geringe mate rieele schade aanrichtten. 26 Oct. tm. 1 Nov. 1941 Brood Brood Vleesch 41 Vleeschw. Melk I Aard. Aard. den ze haar nog tegen. Bertus en Marie zullen het werk wel niet afkunnen, nu de freule maar ziek blijft. Jammer, maar daar kan zij niets aan doen. Zij moet naar Frank. Naar Amsterdam. Eerst loopen naar het dorp, drie kwartier door het bosch. Donker zal het er zijn. En ze is zoo moe. Ze is in haar heele leven nog niet zoo moe geweest. Even uitrus ten... even op bed gaan liggen... vijf mi nuten maar. Gelukkig, dat ze nu tenminste in den trein zit. De trein naar Amsterdam. En hij rijdt flink hard, griezelig hard. En als maar bergop, bergaf. Naar bene den... heelemaal de diepte in, huuu... En dan weer een nieuwen berg op. Weer naar beneden... ziek word je daarvan. En ze kan toch niet ziek bij Frank aan komen... Zjjn ze er nu nog niet? De trein rijdt maar door, uren lang... berg op... bergaf... en hard genoeg. Je hoort het gebonk van de wielen op de rails. Naar beneden., harder... harder... har der... de diepte in... vallen... vallen... Conducteur!!... Help!!... Help! Stil maar, stil maar, zegt een kalme stem. Conducteur, duurt het nog lang, 14 Oct tm. 1 Nov. 1941. 39—40 Boter 39—40 Vet Op uitnoodiging van den Führer bezocht de Slowaaksche Staatspresident dr. Tiso in gezelschap van minister-president Tuka, mi nister Sano Mach, Generaal Catlos, den Sfo- waakschen gezant in BerlijA, Cernak en den Duitschen gezant in Presburg, Ludin, het hoofdkwartier van den Führer. De Führer begroet zijn gastin het midden de chef van het Protnkol. Gezant Freiherr von Dörnberg. (Hoffmann) i Een onderhoud met den heer Detiger van de A. V. O. Bij het verzorgen en het scheppen van een nieuwe toekomst voor onze oorlogs invaliden heeft steeds sterk op den voor grond gestaan, dat deze zorg geen lief dadigheid moet zijn, maar een plicht, al dus de heer W. F. Detiger, secretaris-pen- ningmeester van de Nederlandsche Veree- niging tot bevordering van den arbeid voor onvolwaardige arbeidskrachten (A. V. O.), met wien een redacteur van het A.N.P. dezer dagen een gesprek had over dit onderwerp. De A.V.O. immers verzorgt in opdracht van het departement alle ar- beidshulp in den meest uitgebreiden zin van het woord. Op 1 October j.l. stonden 2300 oorlogsinvaliden ingeschreven Een zeer groot deel hiervan is thans reeds geplaatst en heeft weer werk gevonden in de maatschappij. Er zijn nog ruim 750 invaliden over, die. hetzij nog niet heele maal zijn hersteld, hetzij weer zijn ingestort, of zeer moeilijk te helpen zijn en voor wie nog een plaats moet wor den gevonden. Een groot aantal zal door den Staat thans worden ondergebracht in den een of anderen werkkring. Een be sluit, waarover de heer Detiger zeer ver heugd was, temeer, daar de particuliere werkgevers hierdoor opnieuw worden ge stimuleerd, ofschoon met nadruk door den secretaris-penningmeester van de A. V. O. werd gewezen op het feit, dat uit het particuliere bedrijfsleven alle medewer king is verkregen. Er is nog heel veel werk te verrichten, want nog eiken dag komen er gevallen bij, ook van burgers, die door bomaanval len worden gewond en die via het depar tement van Sociale Zaken naar de A.V.O. worden verwezen. De A.V.O. zal ook in de toekomst haar zorgen uitstrekken over de oorlogsinvaliden. Om wat meer spoed te kunnen maken, heeft de secretaris-ge- neraal van het departement van Defensie een aantal hoofd- en subalterne officieren ter beschikking van de A.V.O. gesteld als bemiddelaars voor dit plaatsingswerk. Elf officieren zijn thans met dit werk bezig en zij stellen zeer terecht voorop, niet bij een werkgever voor een bepaalden man te kunnen komen, zonder dat zij den man, zijn gezin, zijn arbeidsverleden en zijn omgeving kennen. - -M. w 1 rantsoen. 250 gram 250 gram 250 gram 100 gram Dit is de keuken op „Klein-Schoren- burgh”. Dat zijn Bertus en Marie, die aan tafel zitten. Alles precies als vijf minuten geleden. En intusschen... intua- schen... Verstijfd zit Lies. Haar oogen, haar gedachten telkens naar die paar regels in de krant, langzamerhand niets meer ziend, niets meer voelend, niets meer wetend, dan dit ééne: Frank ge arresteerd. Frank in de gevangenis. „De twee-en-dertigjarige mr. F. R..„” Tegenover haar aan tafel suffen de twee oudjes. Marie, knikkebollend boven haar breikous, Bertus boven zijn pluimvee- krantje. De twee, die niet weten. Die met weten, dat zij, tegenover hen, hoopt, aat ze nu maar dopd mag gaan. Omdat Voor den economischen rechter te ’s-Hertogenbosch, mr. J. M. Huizinga, hadden zich te verantwoorden de land bouwer H. van de Ven uit Zeeland, bij Uden, en de slager-koopman H. F. Smits uit Uden, die eind der vorige week zijn gearresteerd wegens het clandestien slachten van kalveren en den verkoop van het vleesch hiervan aan Nederland-» sche arbeiders te Völkel. In den tijd van 6 September tot 17! October hadden zij 9 kalveren clandestien geslacht - De toegevoegd officier van Justitie C, van IJsendijk, eischte tegen beiden een! gevangenisstraf van één jaar met bevel tot onmiddellijke gevangenneming. Uitspraak doende veroordeelde de eco nomische rechter den landbouwer v d. Ven conform den eisch en den slager tot een gevangenisstraf van acht maande» met bevel tot onmiddellijke gevangen neming. Van der Ven vroeg clementie, zich er op beroepende vader van elf kinderen te gijn. De economische rechter achtte hiertoe geen termen aanwezig, aangezien v.d Ven daaraan had behoo- ren te denken alvorens hij zich aan ee» zoo onsociale daad schuldig maakte. -■ 207.96 US.«O n ?0 SS. 2$ 99 25 rsffl.T*9WBPftW2Bi W W WERHSttMtT f920 RM. TOK 1951 &£s i95S

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5