H
ft®;.
1
Huwelijk met
modern comfort
r
De distributiebonnen
BINNENLAND
RECHTZAKEN
De Nederlandsche
Landstand
WÉ 4!
I
-■ -J
V
■58* r
HAAGSCHE COURANT Maandag 27 Oct. 1941 TWEEDE BLAD
FEUILLETON
t'
k
i
1
4 rants,
rants,
rants,
rants.
Opening van de Duitsche
Oberschule te Arnhem
wachten
De zorg voor onze oorlogsinvaliden
Vrouwen en kinderen
Engelsche luchtaanvallen op
ons land
n
DE GOEDKOOPS OVERZEESCHE TARWE MAG HET
EUROPEESCHE BOERENBEDRIJF NIET MEER DOODDRUKKEN
z-
In het N.V..gebouw te Utrecht werd een verbroederings.
De hockeywedstrijd Amsterdam—gespeeld te
Amsterdam. De doelman der bezoekers in het nauw.
(Polygoon-v. Bitsen)
(Polygoonr-v. Bitsen)
Br., gebak.
VL VLw.
100 gram
Kaas
(Nadruk verboden.)
(Wordt vervolgd!)
weg, zonder iets te zeggen. Anders hou-
Ze dacht, dat ze het duidelijk gevraagd
AMBTSAANVAARDING BURGEMEES
TER VAN ROTTERDAM
ZWARE STRAFFEN VOOR
CLANDESTIEN SLACHTEN
Melk
Aardapp.
Aardapp.
Boter
Boter m.redL
Suiker
Koffie-sur*
Jam
41-4
41
41
41
41A
41B
1 k.g.
250 gram
500 gram
BI., Br. Geb,
Rijst
Havermout
Gort
Verm„ Maiz,
Op Houtrust werd de
voetbalwedstrijd H.B.S.
Blauw Wit (21) gespeeld.
Ferwerda van Blauw Wit
„duikt” naar den bal.
(Polygoon-Meyer)
De eerste sneeuw in de Oekraïne. Het ongunstige
weer kan den Duitschen opmarsch niet
tegenhouden.
(P.K. Funck-Hoftmann)
Zware granaatwerpers, die dank zij de snelle om.
singeling van de bolsjewisten, buitgemaakt konden
worden, vóór zij tegen de Duitsche troepen gebruikt
konden worden. (P.K. Rompel-Hoftmann)
11 liter
11 k.g.
i k.g.
5 Oct. t.m. 1 Nov. 1941.
121 Algem.
122 Algem.
123 Algem.
124 t.m. 127
Algem.
D en E Rijst
128 Algem.
129 Algem.
130 Algem.
131 tm. 134
Algem.
S A
s WI
In „De Weere”. gelegen tusschen
Abbekerk en Hoogwoud, is men be.
gonnen met het oogsten van mais.
Zijn de rijpe maispjanten omge.
hakt en gedroogd, dan worden ze
gepeld fD'>1’i'’oon-Knir>er)
250 gram
N.B. Zeep op bon 120 Algem. van 1 t.m,
31 Oct.
ken aan den landbouw van ons vaderland
en van het nieuwe Europa, waarin de
vrije boer, de zelfstandige burger en de
fiere arbeider de dragers zullen zijn van
den alouden en altijd nieuwen geest,
welke krakend en brekend baan breekt
in deze zware tijden
Dat, zoo eindigde de heer Roskam zijn
rede, is de boerengeest welke het recht
en de vrijheid van ons volk bevestigt voor
ons en voor de geslachten die na ons zul
len komen.
Vervolg van pag. 1.
I De landbouwcrisisorganisaties
Behalve de bovengenoemde organisaties
waren er de landbouwcrisisorganisaties,
j welke verweven waren aan het Overheids
apparaat. Hierdoor, zoo zeide spreker,
was de juiste verhouding tusschen Staats
gezag en Volksvrijheid volkomen zoek ge
raakt. Het deed den boerenleider genoe-
I gen mede te kunnen deelen dat deze
organisaties opgeheven zullen worden.
Wat bij de Overheid hoort, gaat naar de
Overheidsorganen, wat bij den boer hoort,
versmelt in den Landstand.
Het Bureau voor de voedselvoorziening
in oorlogstijd met zijn veertien crisiscen
trales blijft voorloopig Overheidsorgaan.
Het zal evenwel grondig gereorganiseerd
en tot eenvoudige verhoudingen terugge
bracht worden, om dan marktordenend
door te werken.
Voorts deed spreker mededeelingen
over het droogmalen der Zuiderzee en het
verdeelen van de ontstane gronden.
Landarbeiders in den Landstand
De landarbeiders hooren eveneens in
den Landstand, want zij staan gelijk met
den boer. Dit is een rechtstreeks gevolg
van den boerengeest. Een gezonde scha
kel met het N.V.V. is gelegd.
Nu de boer, zoo zeide spreker verder,
zijn eigen recht heeft verkregen, kan ook
de handelsman op eenzelfde rechtsher
stel rekenen krachtens dezelfde levens
wetten.
Dit geldt niet minder voor onze fabrikan
ten in de levensmiddelenindustrie. Het
recht van den boer op zijn grond stamt
uit dezelfde rechtsopvatting die den han
delaar en den fabrikant recht geeft op
volle erkenning van zijn arbeidsveld. Een
gezonde en juiste samenwerking zal ook
hier bestendigd worden.
Dr. Posthuma adviseur
Spr. memoreerde het prachtige werk
van de commissie voor den productieslag,
waarin eenige duizenden personen ge-
ruimen tijd hebben samengewerkt onder
leiding van dr. Posthuma. Dr. Posthuma
heeft zich, naar spreker’s mededeeling,
bereid verklaard, om als generaal-advi-
seur zijn krachten te wijden aan den Ne-
derlandschen Landstand.
De organisatie
Het is niet mogelijk in een kort tijds
bestek alle levensterreinen op te sommen,
welke de Nederlandsche Landstand be
strijkt. Samenvattend kan spr. zeggen, dat
de Landstand moet worden gehoord door
alle Overheids- en andere organen voor
eiken maatregel, welke de bebouwing van
den grond en de voedselvoorziening be
treft,
Hoe de Landstand wordt georgani
seerd, zal nog nader worden mede
gedeeld. In het kort kan spr. dit zeg
gen: de leiding in den Haag moet zoo
eenvoudig en klein mogelijk gehou
den worden, omdat wij nooit mogen
vervallen in het door ons bestreden
systeem, dat van den Haag uit de
boeren worden bedokterd. Wij begin
nen dus precies aan den anderen
kant. Het zwaartepunt ligt bij den
boer op zijn erf en de meest doorge
voerde organisatie moet gesticht
worden in elke gemeente. Wij hou
den ons aan het historisch gegroeide.
Vrouwen en kinderen wachten om
hulp. Die hulp is van de Sovjets
niet meer te verwachten, want die
zijn in wilde wanorde teruggetrok
ken en hebben huis en hof ver
nield, hebben de levensmiddelen
voorraden vernietigd en de burger
bevolking zonder eenigen steun
achtergelaten. Ook hun gewonde
kameraden hebben zij achtergela
ten. hier, in het pas veroverde
gebied in de Sovjet-Unie is veel
werk te doen voor de Nederland
sche ambulance. Vrouwen en kin
deren, gewonde strijders van beide
partijen moeten geholpen en ver
zorgd worden. Steunt daarom de
Nederlaryische Ambulance. Stort
uw bijdrage, iets meer dan u mis
sen kunt, op girorekening
Nederlandsche Ambulance
Koninginnegracht 22 ’s-Gravenhage
bijeenkomst gehouden der N.S.D.A.P. en N.S.B., waarbij o.a.
General-Kommissar Schmidt en Ir. A. A. Mussert, leider der
N.S.B., het woord hebben gevoerd. De eeregasten vanaf 2e
vj.n.r. van Genechten, Ir. A. A. Mussert, General-Kommissar
Schmidt, Engelbrecht (commissaris provincie Utrecht), Som
mer (beauftr. van den Rijkscommissaris in de prov. Utrecht),
de districtsleider der N.S.B. en Rost van Tonningen,
(Polygoon-v. d. Werft)
Commissaris-generaal dr. Wimmer bij de
openingsplechtigheid
Zaterdagochtend is de Duitsche Ober
schule te Arnhem in tegenwoordigheid van
den commissaris-generaal voor bestuur en
justitie, staatssecretaris dr dr. Wimmer,
met een indrukwekkende plechtigheid ge
opend. De directeur der school, dr. Even-
kamp, kon onder de talrijke verschenen
gasten, waaronder ook de ouders der scho
lieren, den Beauftragte van den Rijkscom
missaris voor de provincie Gelderland,
Landrat dr. Schneider alsmede talrijke ver
tegenwoordigers van de Duitsche Weer
macht en persoonlijkheden van het Duit
sche en Nederlandsche openbare leven
welkom heeten. Spr. gaf uiting aan zijn
overtuiging, dat ook deze school een suc
cesvol aandeel zal hebben in het tot stand
brengen van een Duitsch-Nederlandsche
toenadering. In dezen geest richtte hij een
oproep tot de scholieren om zich bewust
te lijn van hun historische opdracht en
door hun levenswijze bij te dragen tot een
toenadering tusschen Duitschland en Ne
derland.
Commissaris-generaal ar. dr. Wimmer
schetste in zijn rede den grooten dank en
de grootsche taak, waartoe onderwijzers
en scholieren bij hun arbeid thans ver
plicht zijn, daar het nationaal-socialisme
nu de mogelijkheid heeft geboden ook
buiten de grenzen van het Duitsche Rijk
den Duitschen volksaard onbeperkt in
eigen scholen te bewaren. Hij verklaarde,
dat met de opening van deze school de
periode van het oprichten van Duitsche
scholen in Nederland in hoofdzaak thans
is afgesloten, daar de aanspraak van het
Duitsche „Volkstuin” in Nederland op
eigen scholen, in hoofdzaak vervuld is.
Het doel is nu uitbreiding van deze scho
len en van haar inrichting en de verbete
ring van haar werkzaamheden. Dr. dr.
Wimmer ging vervolgens vooral in op het
feit, dat de school evenals alle Duitsche
scholen in Nederland ook door Nederland
sche jongens en meisjes wordt bezocht.
Dit geschiedt niet met het voornemen om
de Nederlandsche jeugd van haar volks
aard te vervreemden, doch veeleer is het
een bewijs ervoor, dat het begrip en de
wil tot een vruchtbare Duitsch-Nederland
sche samenwerking reeds bij de jeugd
worden gewekt. Ook de Nederlandsche
ongens en meisjes worden hier opgevoed
onder en tot handhaving van hun oor-
spronkelijken volksaard, doch daarenboven
is het hoogste doel het gemeenschappe
lijke werken van Duitschers en Neder
landers aan de toekomst van Europa. Hier-
voor echter is vooral de jeugd geschik
die deze toekomst draagt.
De commissaris-generaal richtte zijn
woorden deels direct tot de scholieren, die
hij van tevoren had begroet en geïnspec
teerd. Hij vermaande hen onvermoeid te
werken om de opgaven te kunnen vol
brengen, welke het Duitsche volk en het
nieuwe Europa eens aan hen zouden stel
len. Hiertoe zal niet in het minst het
nieuwe type school bijdragen, dat geen
tegenstellingen meer kent tusschen onder
wijzers en scholieren eq voor een uniforme
opvoeding in den geest van deze oogmer
ken zorgt.
Tenslotte wees de commissaris-generaal
op het feit, dat een dergelijk vruchtbaar
en vreedzaam opbouwwerk reeds thans,
temidden van het geweldigste oorlogscon-
flict der wereldgeschiedenis met succes
kan worden uitgevoerd, hetgeen een nieuw
nadrukkelijk bewijs is voor de onwrikbare
kracht van het Duitsche volk en de vol
ken, die aan dezen strijd deelnemen. De
zegevierende strijd van de Duitsche sol
daten en hun bondgenooten draagt zoo
doende reeds thans, als het ware als dank
aan hen, de schoonste vruchten. Hij be
sloot zijn rede met te wijzen op den plicht
der jeugd om haar geheele kracht in dienst
te stellen van de haar gestelde taak om
zoo eens het werk van den Führer en
hierdoor het Rijk der toekomst te kunnen
dragen en voortzetten.
De Beauftragte van den Rijkscommis
saris sloot met zijn woorden bij de woor
den van den vorigen spreker aan en ver
klaarde, dat het thans zaak is de gemeen
schappelijkheid der ideeën in de samen
leving tusschen Duitschers en Nederlan
ders te bewijzen, daar de kracht van deze
idee de gemeenschappelijke toekomst zal
waarborgen Dit bepaalt den arbeid van
deze en alle andere Duitsche scholen en
stelt haar zoodoende hier in Nederland ten
voorbeeld
De plechtigheid werd opgeluisterd door
het schoolkoor en een muzikale inleiding.
Zij werd besloten met een Sieg-Heil op
den Führer Adolf Hitler, uitgebracht door
den Kreisleiter Weibeler, en de volkslie
deren van de Duitsche natie. Hierna had
den de gasten nog gelegenheid de school
De uitvoer
Als leider van den Nederlandschen
Landstand was spreker gemachtigd de
volgende verklaring af te leggen:
„Zoolang de Nederlandsche voedsel
voorziening niet beter is dan die van
het Duitsche Rijk, zullen leveringen
uit ons land naar het Duitsche Rijk
en naar andere landen in de toekomst
niet meer plaats vinden”.
daar op het nachtkastje. Een van de
kristallen tumblers uit de kast in het
salon... En haar koffertje, dat daar open
op den grond ligt, half volgepakt met
ondergoed... Dat moet ze toch zelf ge
daan hebben... Dan heeft ze dat niet ge
droomd... Niet alles... Twee paar schoe
nen naast het koffertje. Een verfrom
meld stuk krant er bovenop. De krant.
Hoort die krant bij den droom? Of
niet?? Ze is al overeind.
Loopen kun je natuurlijk niet, zegt
ze in zichzelf en ze houdt zich vast aan
den rand van het ledikant.
Vervelend, dat nu juist de heele kamer
gaat ronddraaien. Even wachten, tot
alles weer stilstaat en dan even... twee
passen maar. Als ze de krant maar
heeft. Langs het nachtkastje en den
stoel...
Draai nou maar weer verder, zegt
ze, als ze weer in bed ligt.
De krant onder het kussen stoppen,
gauw-gauw, voor haar oogen weer dicht
vallen...
Hoe gaat het er nu mee?
Dat is de stem van den conducteur uit
haar droom. De conducteur zonder pet
Ja... ik weet het niet, zegt Lies.
Gek verweg klinkt dat. Is dat haar
eigen stem?
Hoor eens, begint de stem opnieuw.
Kun je even naar me luisteren?
Een stoel, welke naast het bed wordt
geschoven. Een hand, welke haar pols
vasthoudt... nu weet ze het... het is d«
dokter. Een andere dokter, niet de dokter
van de freule... maar ze kent hem toch.
Ze heeft hem al eens gezien... lang ge
leden...
Wel? vraagt de dokter. Je komt
weer een beetje bij, hè? ’t Werd hoog
tijd ook. Weet je wel, dat je twee da
gen buiten westen bent geweest?
Hij schudt haar heen en weer.
Zeg, je moet even wakker blijven,
ik moet even met je praten.
Wie bent u? vraagt Lies en ze doet
haar best om haar oogen open te houden.
Ik ben de plaatsvervanger van dok
ter Dombosch, licht de dokter in. En
ik was gelukkig juist bij de freule, toen
die ouwe stoethaspel jou hierboven vond.
Ja, en daar lig je nu. Netjes gedaan,
hoor. Beetje hard gewerkt zeker? Beetje
weinig gegeten... beetje blijven rondloo-
pen met een verwaarloosde kou. Eigen
schuld, juffie. Maar de kwestie is... wat
doen we er mee?.
De nieuwbenoemde burgemeester van
Rotterdam, de heer F. E. Muller, zal zijn
ambt aanvaarden op Woensdag a.s., des
voormiddags om 11 uur, in de raadzaal
ten stadhuize.
Een gezond ruilverkeer zal steeds wor
den bevorderd, zoodat onze voedselpositie
kan worden verstevigd door ruil van die
goederen, welke wij te kort komen tegen
goederen die wij kunnen missen, terwijl
onze tuinbouwproducten, waarvan wij
vijftig procent meer telen dan noodig is
voor eigen gebruik, tegen een rechtvaar
digen prijs zullen kunnen worden afge
nomen. Dit laatste geldt ook voor ons
fokvee, zoodat ons afzetgebied niet ver
loren gaat en de toekomstmogelijkheden
beveiligd zijn.
Met man en macht wordt aan deze toe
komst gebouwd en in het nieuwe Europa
dat komt, zal levensruimte zijn ook voor
onze jongens, zoodat zij niet behoeven te
martelen op dwergboerderijtjes, waar
geen heil in zit. Achter den Duitschen
en Nederlandschen soldaat in het Oosten
ploegt nu reeds de boer, ook de Neder
landsche boer. Honderden boeren in ons
land staan tot dien arbeid aangetreden.
Zij in het,Oosten, en wij hier, zullen wer-
Op den dorpsboerenleider en den dorps-
boerenraad komt de voornaamste en
zwaarste taak van den Nederlandschen
Landstand. Daar moet worden uitgemaakt
hoe de noodwendige maatregelen op de
juiste en meest practische wijze worden
uitgevoerd. Daar moet ook de arbeid ge
beuren en de gedachten en wenschen der
boeren moeten in het dorp worden be
sproken en zooveel mogelijk voorbereid.
Als de dorpsboerenraad goed werkt, dan
zullen zelfs de naweeën der crisisorgani
saties en -centrales spoedig worden uitge-
wischt. Van het dorp gaan de wenschen
en plannen naar den provinciale- of gouw-
boerenraad.
Van de provincie uit komt alles in den
Haag, waar het tot den juisten vorm
wordt omgebouwd en doorgegeven aan
alle instanties, waarmee de Landstand te
maken heeft. Ik ben geen dictator en ik
voel mij niet geroepen om de boeren in
Nederland te overheerschen, zoo zeide
spreker. Mijn levenstaak is voorvechter
te zijn voor het boerenrecht
Een beroep op de boeren
Boeren van Nederland, gij die de dra
gers zijt van de oude en altijd weer nieu
we en nooit verstorven levenswaarde van
ons volk, gij zijt uitverkoren de baanbre
kers te zijn voor de vrijheid van ons volk.
Vecht dan met al uw kracht voor uw
recht en voor herstel van onze standseer-
Dat is de nieuwe ordening, die de Al
machtige ons schenken wil. Als wij door
eerlijken en trouwen arbeid ons dat waar
dig betoonen.
De Landstand wil mede verantwoor
ding dragen voor de voedselvoorziening
in deze moeilijke tijden. Onze bodem is
goed en onze vakkennis mag er zijn. Door
inspanning van al onze krachten en door
èen rechtvaardige verdeeling halen wij
ook den volgenden oogst. Een eerlijke,
gezonde samenwerking met de bezettings
overheid moet de basis zijn voor onzen
arbeid.
De opening van de Duitsche Oberschule in Arnhem. Een
overzicht van de zaal. De eeregasten3de van links Landrat
dr. Schneider (vertegenwoordiger van den Rijkscommissaris
voor Gelderland), 4de Commissaris Generaal dr. dr. Wimmer,
5de dr. Evenkamp, de directeur van de nieuwe Oberschule.
(Stapf-Mol)
en de inrichting te bezichtigen, welke
evenals de scholieren den indruk wekten,
dat hier de even tevoren tot uiting ge
brachte wil geheel en al verwezenlijkt zal
worden.
ze dit niet kan verdragen. Frank, die
zijn hoofd zoo hoog gedragen heeft.
Frrnik, die de eerlijkheid en de correct
heid zelf is geweest. Die nooit één cent
meer heeft verteerd, dan zijn inkomen
toehet. En nu dit... Gespeculeerd? Met.,
met vrouwen? Frank?Frank zou de
eerste man niet zijn, die door de koppig
heid van zijn vrouw den verkeerden weg
opging...”.
Wie heeft dat gezegd? Jimmy, Jim
my, die wist, dat er tegenwoordig ieder
oogenblik menschen financieel in het
nauw zitten... „Je neemt een groote ver
antwoordelijkheid op je, Lies...” Lies
voelt, hoe het bloed uit haar hoofd weg
trekt, hoe haar beenen onwillige, logge
dingen worden, waarop ze met geen mo
gelijkheid zou kunnen staan. En dat
moet toch. Ze moet nu immers opstaan
en weg gaan, naar Amsterdam. Onmid
dellijk. Naar Frank toe. Hem zeggen, dat
ze bij hem blijft. Dat ze hem helpen
zal. Hoe, dat weet ze nog niet. Maar
dat komt er niet op aan. Niets komt er
verder meer op aan.
De twee trappen op... Tenslotte is ze
toch boven gekomen. Wat nu ook weer?
O ja, inpakken en verkleed en en... en
geld meenemen... en dan weg, stilletjes voor we in Amsterdam zijn?
had, maar de conducteur heeft het
zeker niet verstaan, hij geeft geen ant
woord. Een rare conducteur overigens,
heeft niet eens een pet op, geen zwarte
en geen roode. Het is ook zoo’n rare
trein.
Gaat deze trein wel naar Amster
dam?
Die onbeleefde conducteur geeft weer
geen antwoord. Waarom laten ze haar nu
ineens drinken? En de trein staat stil.
Nu moet ze uitstappen. Naar Frank
toe... Ze houden haar vast. Ze mag
niet... Is dit dan?... de gevangenis?? En
willen ze haar niet bij Frank laten? O,
maar ze gaat toch. Ze moet...
Frank! I!
Dan niets meer.
Nu weet ze ineens heel duidelijk, waar
ze is. In haar bed op het zolderkamer
tje. Niet in Amsterdam. Dat heeft ze
maar gedroomd. Het is een verschrik
kelijke droom geweest. Goddank, dat het
niet echt gebeurd is... Lies lacht stil
voor zich heen. Een droom... een dood
gewone nare droom, anders niet. Wat
zalig, dat het allemaal niet waar is...
Maar er is toch iemand geweest, die
„stil maar” heeft gezegd. Hier in de
kamer... En die haar heeft laten drin
ken... Dat is een glas van de freule,
Slechts geringe materieele schade
In het afgeloopen weekeinde is in een
plaats in het Westen des lands uit En-
gelsche vliegtuigen met mitrailleurs op
woonhuizen geschoten. Gelukkig zijn geen
personen getroffen en werd alleen mate
rieele schade aangericht.
De aanvallende toestellen werden spoe
dig door de Duitsche luchtmacht ver
dreven.
Op andere plaatsen hebben Britsche
vliegtuigen brand- en brisantbommen ge
worpen, welke in het vrije veld terecht
zijn gekomen en slechts geringe mate
rieele schade aanrichtten.
26 Oct. tm. 1 Nov. 1941
Brood
Brood
Vleesch
41 Vleeschw.
Melk I
Aard.
Aard.
den ze haar nog tegen. Bertus en Marie
zullen het werk wel niet afkunnen, nu de
freule maar ziek blijft. Jammer, maar
daar kan zij niets aan doen. Zij moet
naar Frank. Naar Amsterdam. Eerst
loopen naar het dorp, drie kwartier door
het bosch. Donker zal het er zijn. En
ze is zoo moe. Ze is in haar heele leven
nog niet zoo moe geweest. Even uitrus
ten... even op bed gaan liggen... vijf mi
nuten maar.
Gelukkig, dat ze nu tenminste in den
trein zit. De trein naar Amsterdam. En
hij rijdt flink hard, griezelig hard. En
als maar bergop, bergaf. Naar bene
den... heelemaal de diepte in, huuu...
En dan weer een nieuwen berg op. Weer
naar beneden... ziek word je daarvan.
En ze kan toch niet ziek bij Frank aan
komen... Zjjn ze er nu nog niet? De
trein rijdt maar door, uren lang... berg
op... bergaf... en hard genoeg. Je hoort
het gebonk van de wielen op de rails.
Naar beneden., harder... harder... har
der... de diepte in... vallen... vallen...
Conducteur!!... Help!!... Help!
Stil maar, stil maar, zegt een
kalme stem.
Conducteur, duurt het nog lang,
14 Oct tm. 1 Nov. 1941.
39—40 Boter
39—40 Vet
Op uitnoodiging van den Führer bezocht
de Slowaaksche Staatspresident dr. Tiso in
gezelschap van minister-president Tuka, mi
nister Sano Mach, Generaal Catlos, den Sfo-
waakschen gezant in BerlijA, Cernak en den
Duitschen gezant in Presburg, Ludin, het
hoofdkwartier van den Führer. De Führer
begroet zijn gastin het midden de chef van
het Protnkol. Gezant Freiherr von Dörnberg.
(Hoffmann)
i
Een onderhoud met den heer Detiger
van de A. V. O.
Bij het verzorgen en het scheppen van
een nieuwe toekomst voor onze oorlogs
invaliden heeft steeds sterk op den voor
grond gestaan, dat deze zorg geen lief
dadigheid moet zijn, maar een plicht, al
dus de heer W. F. Detiger, secretaris-pen-
ningmeester van de Nederlandsche Veree-
niging tot bevordering van den arbeid
voor onvolwaardige arbeidskrachten (A.
V. O.), met wien een redacteur van het
A.N.P. dezer dagen een gesprek had over
dit onderwerp. De A.V.O. immers verzorgt
in opdracht van het departement alle ar-
beidshulp in den meest uitgebreiden zin
van het woord. Op 1 October j.l. stonden
2300 oorlogsinvaliden ingeschreven Een
zeer groot deel hiervan is thans reeds
geplaatst en heeft weer werk gevonden
in de maatschappij. Er zijn nog ruim 750
invaliden over, die. hetzij nog niet heele
maal zijn hersteld, hetzij weer zijn
ingestort, of zeer moeilijk te helpen
zijn en voor wie nog een plaats moet wor
den gevonden. Een groot aantal zal door
den Staat thans worden ondergebracht in
den een of anderen werkkring. Een be
sluit, waarover de heer Detiger zeer ver
heugd was, temeer, daar de particuliere
werkgevers hierdoor opnieuw worden ge
stimuleerd, ofschoon met nadruk door den
secretaris-penningmeester van de A. V. O.
werd gewezen op het feit, dat uit het
particuliere bedrijfsleven alle medewer
king is verkregen.
Er is nog heel veel werk te verrichten,
want nog eiken dag komen er gevallen
bij, ook van burgers, die door bomaanval
len worden gewond en die via het depar
tement van Sociale Zaken naar de A.V.O.
worden verwezen. De A.V.O. zal ook in
de toekomst haar zorgen uitstrekken over
de oorlogsinvaliden. Om wat meer spoed
te kunnen maken, heeft de secretaris-ge-
neraal van het departement van Defensie
een aantal hoofd- en subalterne officieren
ter beschikking van de A.V.O. gesteld als
bemiddelaars voor dit plaatsingswerk. Elf
officieren zijn thans met dit werk bezig
en zij stellen zeer terecht voorop, niet bij
een werkgever voor een bepaalden man
te kunnen komen, zonder dat zij den
man, zijn gezin, zijn arbeidsverleden en
zijn omgeving kennen.
- -M. w
1 rantsoen.
250 gram
250 gram
250 gram
100 gram
Dit is de keuken op „Klein-Schoren-
burgh”. Dat zijn Bertus en Marie, die
aan tafel zitten. Alles precies als vijf
minuten geleden. En intusschen... intua-
schen... Verstijfd zit Lies. Haar oogen,
haar gedachten telkens naar die paar
regels in de krant, langzamerhand niets
meer ziend, niets meer voelend, niets
meer wetend, dan dit ééne: Frank ge
arresteerd. Frank in de gevangenis.
„De twee-en-dertigjarige mr. F. R..„”
Tegenover haar aan tafel suffen de twee
oudjes. Marie, knikkebollend boven haar
breikous, Bertus boven zijn pluimvee-
krantje. De twee, die niet weten. Die
met weten, dat zij, tegenover hen, hoopt,
aat ze nu maar dopd mag gaan. Omdat
Voor den economischen rechter te
’s-Hertogenbosch, mr. J. M. Huizinga,
hadden zich te verantwoorden de land
bouwer H. van de Ven uit Zeeland, bij
Uden, en de slager-koopman H. F. Smits
uit Uden, die eind der vorige week zijn
gearresteerd wegens het clandestien
slachten van kalveren en den verkoop
van het vleesch hiervan aan Nederland-»
sche arbeiders te Völkel.
In den tijd van 6 September tot 17!
October hadden zij 9 kalveren clandestien
geslacht -
De toegevoegd officier van Justitie C,
van IJsendijk, eischte tegen beiden een!
gevangenisstraf van één jaar met bevel
tot onmiddellijke gevangenneming.
Uitspraak doende veroordeelde de eco
nomische rechter den landbouwer v d.
Ven conform den eisch en den slager tot
een gevangenisstraf van acht maande»
met bevel tot onmiddellijke gevangen
neming. Van der Ven vroeg clementie,
zich er op beroepende vader van elf
kinderen te gijn. De economische rechter
achtte hiertoe geen termen aanwezig,
aangezien v.d Ven daaraan had behoo-
ren te denken alvorens hij zich aan ee»
zoo onsociale daad schuldig maakte.
-■
207.96
US.«O
n ?0
SS. 2$
99 25
rsffl.T*9WBPftW2Bi W W WERHSttMtT
f920 RM. TOK
1951
&£s
i95S