DE VERHUIZING Fouten op Postzegels Een moeilijke Scene V O- VOOR DEN PUZZELAAR J f 1 9 I t ii E i i ii li h ji ii H i> ii ii ii li 1) ii ii li ii ii ii i - ii ii li it li ii li li li 1 i li li IE ii ii i i ii ii H ii ii ii ii <i ii T ii i li i ii i ii ii i t ii 11 ii ii ii ii ii I! li i 1 n ii ii ii ii ii ii ii ii it ii ii li ii ii ii ii ii ii <i <i 'i <i ii ii i <i ii <i ii ii ii ii <i ii ii ii ii ii ii li H ii ii ii ii ii ii ii ii ii H ii ii ii ii ii fi T U 'l i <i «i li ii ii li li li H li ii ii ii ii T ii H H ii <i ii ii H 1! II 11 II li II li ii ii ii ii ii ii ii ii ii I*- I 12 I VP iaat ZONDAGSBLAD behoorende bij de Haagsche Courant van 1 November 1941 No eigenlijk niet too zee Misschien wel, ze keek nauwelijks op (Alex ONDER VRIENDINNEN zijn vrouw gerioht De liefdevolle echtgenoote RI ,UF een be colliei diamanten Alex) ii li ii li ii ii II 1! I I (Oplossing in de Courant van Maandag) ii i Hebt u soms wat eten voor een uit- gehongerden man? Jazeker! zei mevrouw. Het eten is klaar en mijn man komt ginds al aanl (Backer) Men make gebruik van de volgende letters: a -a -b-c-d -e-e-e-e-e-e-e-e-t e-e-e-e-e-h-i-k-l-m-m-m-n o-o-o-o-o-o-p-p-p-p-p-r-r r-r-r-r-r-r-r-r-s-s-s-s-t-v v. li i Terwijl hij druk bezig was, werd er ii I i Jakob waardig naar de deur schrijdend Maar ditmaal was het de hospita nu eens niet Op den drempel stond een K ii ii li Vind je ook niet, dat die baard m’n verloofde goed staat? Geweldig, je ziet nu tenminste niet zoo veel van z’n gezicht', (K. Links) Lieveling zou je er veel verdriet van hebben, als ik eens het tijdige met het eeuwige verwisselde? Natuurlijk... je weet toch, dat ik bij elke kleinigheid moet huilen? (Backer) lag. Hijgend wer; „Ik ben vertrekken. Ik was niet gelukkig met jou k heb gisteren ineens beseft, dat ik nooit van je hei Nee, zei de regisseur opgewonden, de miniek laat nog veel te wenschen over. (Alex) Wat een mooi Iraagt u daar? Ja, 1 is alleen avonds wat lastig net die verduistering] Aan geheugenzwakte leed de levens lustige Jacob Meier, dichter en boeme laar van professie zeer zeker niet Toch kon hij zich niet herinneren ooit’ lan ger dan twee maanden op dezelfde zol derkamer gewoond te hebban, hetgeen iverigens niet zoo verwonderlijk was want er zijn van die nuchtere hospita’s die een bankje van tien aan het einde der maand verre prefereeren boven het bundeltje gedichten, waarmede Jakob haar, bij gebrek aan contanteri. trachtte te verteederen Zoo viel het te verklaren, dat hij ook dezen morgen voor het laatst op zijn zolderkamertje in de Gerstestraat 13 op en neer liep en weemoedig oogde naar het verschoten behang, dat hier en daar in flarden naar beneden hing Resoluut nam hij ’n oud jampotje en trachtte met veel geduld en weinig stijfsel het papier weer netjes op den muur te plakken Toen Jacob de kanjer van een ver- nuiswagen op straat ontdekte, was hij meteen de situatie meester. Met zijn fraaie stentorstem deelde hij de lakens uit en eigenhandig plaatste hij in elk der hoeken van den wagen één zijner man chetten Voor een gelijkmatige belasting, beweerde hij trots Stiekum gluurde hij naar den slager en den kruidenier, die beiden aan de deur stonden toe te kij ken, en zijn borst zwol van trots Ja die twee hadden er nu vast en zeker spijt van, dat zij zoo hardnekkig gewei gerd hadden op de pof te leveren! Want iemand, die zoo vorstelijk verhuist, heeft minstens een lot uit de loterij gekre gen'. Zelfbewust nam Jakob plaats op den bok, naast den baas en weldra genoot bij van het koele cchtendritje. Na een kwar „Errare humanum est”, zeiden reeds de Romeinen ien vergissing is menschehjk. Inderdaad, maar men -an bij het begaan van een vergissing toch geluk of pech hebben Weinig geluk heeft de ontwerper van een postzegel, die een fout begaat. Want jarenlang vaak wordt die fout prijsgegeven aan de openbaar heid; jarenlang maakt men zich vroolyk om de ver-, gissing van den armen ontwerper De Engelsche eilandengroep St. Christoph en Nevis in de Antillen, heeft in 1903 en in 1920 postzegels uit gegeven, waarop Columbus is afgebeeld, staande op het voorschip, terwijl hij met een verrekijker den horizon afzoekt De verrekijker nu werd eerst uit gevonden honderd jaar na den dood van Columbus Deze Columbus is trouwens meer het onderwerp van postzegelvergissingen geweest Dat was toen de Vereenigde Staten in 1893 feest vierden in verband met het feit, dat 400 jaar tevoren Amerika was ont dekt. Op de 1 cents-gedenkzegels, welke toen werden uitgegeven, ziet men den ontdekker met een clean- shavengezicht. terwijl zijn schip het land nadert Op de 2 cents-zegels, welke de landing voorstellen, aan schouwt men Columbus met een deftigen baard Waar nu in het verloop van eenige uren in normale geval len geen lange baard groeit, werd door een grappen maker, de opmerking gemaakt dat het hier onge twijfeld een reclame voor een haargroeimiddel gold Een andere vergissing maakte prof. Mucha uil Praag bij het ontwerpen van postzegels, welke in 1918 en 1919 in Tsjecho-Slowakije werden uitgegeven Hij maakte een schets van den Hradsjin, den konings- burcht te Praag Op den achtergrond werd de opko mende zon voorgesteld, maar jammer genoeg... in hel Westen De kunstschilder Paul Neu te München maakte de teekeningen voor de Duitsche Rijkszegels, welke in 1920 werden uitgegeven Verschillende groepen ar beiders werden daarop voorgesteld. De groep mijn werkers ondervond een heftige critiek: alle bleken linkshandigen te zijn In 1923 herstelde de Rijksdruk- kerij deze fout, door den zegel omgekeerd af te (rukken Een groote wroeging zal de Parijsche medaillem Toty hebben ondervonden, die het ontwerp leverde voor de beroemde Fransche .Semeuse” (Zaaister) lie ruim dertig jaren den postzegel heeft versierd Zooals te zien is aan het waaien van de rokken en het haar, zaait de Semeuse tegen den wind in. En 'ertig jaren heeft zij tegen den wind in gezaaid De allerberoemdste vergissing heeft plaats gevon len bij het uitgeven van den eersten postzegel op Mauritius in 1848 Aan den linkerkant stond „Post iffice” afgedrukt, inplaats van ..Post paid” Bij de weede uitgave In 1848 werd deze fout hersteld Prof Helbing uit Boedapest kreeg eens opdracht ■en zegel te ontwerpen, welke zou worden gedrukt ter gelegenheid van de herdenking van koning Stepha- nus den Heilige die in de tiende eeuw leefde Hij heeft daarop den koning de historische Stephanus kroon opgezet, welke eerst sedert 1526 het Hongaar sche wapen siert Want Stephanus zelf heeft die kroon nooit gedragen behalve dan natuurlijk op den hewusten postzegel Een geheel aparte categorie vormen de postzegel mtwerpers, die de grenzen van hun land verkeerd hebben geteekend Zoo lijfde in 1900 de Dominicaan sche Republiek een stuk van Haiti op deze wijze in terwijl ook het gebied van den Gran Chaco, waarom indertijd fel is gestreden, reeds eerder het voorwerp van een postzegeloorlog is geweest In 1927 werden in Paraguay zegels uitgegeven, waarop de Chaco al; Paraguaansch gebied stond afgebeeld Bolivia bleef echter niet achter en eenige maanden later annexeer den de postzegels van dezen staat het bewuste gebied Toen kort daarop het conflict tusschen de beide lan den voorloopig werd geregeld was de inhoud van der belangrijkste bepalingen dat de postzegels wer den ingetrokken Men ziet, hoeveel zorg een kleine vergissing op zoo nietig stukje papier kan veroorzaken Zou u vandaag verhuizen, ja of nee? Ja, dat is zoo, maar... En bent u meneer Meier, uit de Gerstestraat 13, ja of nee? vroeg de ver huizer, nadrukkelijk naar de leege wijn- flesch kijkend. Dat ben ik. Nou, meneer dan weet ik genoeg Kom jongens, wij beginnen. Acht handen grepen toe, en of Jakob al- protesteerde, het hielp geen zier. On verstoorbaar deden de mannen hun werk en onze dichter had al zijn welspre kendheid noodig om te betoogen, dat zjjn meubilair zich beperkte tot een wit gelakt ijzeren ledikant, een verveloos tafeltje met drie pooten, een kapotte divan, een versleten valiesje, vier leege flesschen en twee paar rafelige man chetten Als jullie dan met alle geweld wil len, mij is het goed! wies hij nog snel zijn handen in onschuld Bjj juiste Invulling, van puiten naar binnen van woorden van de hierna genoemde beteekenis, vormt de rand van de puzzle genummerd 1-16 den naam van kende opera: 1 Sourdine; 2 Klinker: 3 Rein; 4 Klinker; 6 Drinkglas; 6 Klinker. 7 Kwaadsprekerij; 8 Mede klinker; 9 Bezinning; 10 Medeklinker; 11 Triest 12 Medeklinker; 13 Bag gervaartuig met bodem kleppen; 14 Klinker; 15 Bandiet; 16 Medeklinker tier kwam de Kniesteeg in zicht, zijn nieuwe domicilie Een kamertje met stroomend water Tenminste, voor zoo ver het door het kapotte dak naar bin nen regende. Een air-conditioned, want van de twee ruiten was er één stuk! Nu links af, mannen, commandeer de Jakob. Onzin! zei de voerman, zijn tabaks pruim in een wijden boog op het trot toir deponeerend Meneer kan de zaak gerust aan mij over laten. We zijn ei nog lang niet Meneer is zeker ar tiest, die houden wel van een lolletje. Ja maar... Klets, klets, ging de zweep en de twee brave schimmels zetten zoowaar een drafje in. Meier zuchtte. Het was wel een dag vol verrassingen vandaag Ratelend rolde de verhuiswagen door de buitenwijken, om eindelijk voor een mooie, onbewoonde villa te stoppen. Op nieuw maakten de vier gedienstige gees ten zich van Jakob’s meubilair meester en droegen het zwijgend de nieuwe wo ning binnen. In een wip was het kar- I I ii tl 7 7 II. f ii ii li i> I E 1E IE n I BE IE IE IE ehouden Als jij wel van mij houdt, gun mij dan ge ikkig te zijn... Vaarwel... Slap viel hij neer in den fauteuil, en voorover op tafe ;eleund snikte hij hoorbaar... Zijn schouders schok en... Afgeloopen’ klonk het zakelijk uit een hoek va te studio Rolf keek op en door zijn tranen heen zag hij de egisseur opgewekt op hem afkomen Goed gedaan, kerel! Prachtig! klopte hij Rolf hat elijk op den schouder. Je hebt je wél ingeleefd ii e rol! Je huilt waarachtig nog tranen met tuiten... Deze woorden brachten Rolf tot de werkelijkhei' erug en hij overzag de situatie Hij begreep, dat hij niet thuis was maar in de studio Hij had goed ge speeld, had de regisseur tevreden gezegd Maar de briel was écht, het was het handschrift van zijn vrouw Vlaar dat behoefde de „baas” niet te wéten... Het wa; il erg genoeg, dat Paula weg was Voortaan zou hi illeen zijn... Met een gevoel van oneindige leegte tn zich sloor •ij bedroefd naar huis Toen hij zijn woning binnentred legden zich twe- lollige, blanke armen om zijn hals Paula! Ben je toch hier! Ik dacht... Ja lieveling, je dacht dat het briefje echt was Iet was wel van mij. maar echt was het niet! Ten ninste niet echt gemeend hoor, ezeltje! Nu dat episteltje van me... was dat niet een goe< iee om je goed te doen spelen? Ja schat maar hoe... Ik heb den tooneelknecht in het complot betrok ten. Inplaats van jullie tooneelbrief wierp hij den mijne in de bus voor jou, en het kostte me maar vijf pop' Dat is het eindelijk slagen van de scène toch waard vind je ook niet? Ik wist, dat je geen dramatisch ta lent hebt en daarom scheen mij dat de eenige oplos sing. En dat van gisteravond, dat ik je zoo afsnauw de, dat was alleen maar de grondslag voor mijn plan Dat begrijp je nu natuurlijk wel... -.-18021 T T II !E weitje afgeloopen en toen stelden de mannen zich keurig in het gelid, de rechterhand ophoudend als een presen teerblaadje Beduusd keek Meier in zijn leege vestzakje. Toen kwam de reddende gedachte Opnieuw weidde hij in den breede uit jvet de vergissing, maar dat namen de verhuizers niet Zoo’n vrek! mompelden zij, nog juist hard genoeg, dat Jakob het duide lijk kon hooren, en maakten rechts om keert. Een uur lang wachtte onze vriend in de nieuwe woning op de dingen, die komen zouden Toen begon hij zich in te richten Hij was nu heer meester over zeven kamers! In de eerste sjouwde hij het bed, in de tweede plaatste hij het koffertje, in de derde de vier leege wijn- fiesschen, en de overige meubileerde hij elk met een manchet Ziezoo, dat zaakje was in orde Daarop ging hij op het bal con zitten in het zonnetje. Tegen tienen kwam een heer opdagen, die al proestend en kuchend een piepend handkarretje voor zich uitduwde. Een tikje medelijdend keek Jakob naar dien zwoeger en iot zijn niet geringe verba zing constateerde hij, dat de vreemde zonder aarzelen zijn karretje den tuin binnenreed Hé hé, wat moet dat, riep Jakob die al aardig aan zijn nieuwe omgeving begon te wennen Verbaasd blikte de man naar het bai- con. Dat zou ik wel eens aan u willen vragen? riep hij geprikkeld Wacht ik kom wel eventjes bovenl Een paar seconden later vertelde Ja kob van zijn wedervaren Zoo zei de ander hoofdschuddend dus eh... u heet óók Meier net als ik Tja, wat een toeval En u woonde in de Gerstestraat 13’’ Ha dan snap ik het al. U moet weten, ik woonde in de Ger- kestraat 13 En toen ik voor die verhui zing telefoneerde, hebbep die ezels na tuurlijk Gerstestraat 13 ^genoteerd! En het beroerde is. er is nergens een ver huiswagen meer te krijgen Ik moet in het heele zaakje zelf sjouwen met dat ongelukkige handkarretje Op die ma nier ben ik vanavond nog niet klaar! Tjonge, wat een strop voor u! zei Jakob meewarig De vreemde heer zag er niet sympathiek uit maar hij was het wel! Want laat in den nacht, toen Jakot) voor het laatste met een piepend hand karretje vol meubels naar de villa reed rekende hij met bekwamen spoed uit dat hij precies veertien uur aan een stuk gezwoegd had De villabewoner liet zich niet van zijn slechte zijde kennen Met zijn bankje van vijf-en-twintig voelde Jakob zich den koning te rijk Op de zolderkamer in de Kniesteeg prijkten reeds den volgenden avond zes leege wijnflesschen! Ik zei je al, dat ik er heelemaal niet op gele’ heb! Of dacht je soms, dat ik je bij je malle oefe eigenlijk nu te pakken heb? Je hebt er eer zeg Het is ook zoo’n draak var Nee! zei de regisseur opgewonden, de mimie iaat nog veel te wenschen over? De uitdrukking o uw gezicht, terwijl u het briefje leest, moet eerst vei uazing voorstellen! Dan; angst! Geweldige angst! E als u het gelezen heeft, moet ongeloof in uw gezicl weerspiegelen! Het er niet in willen gelóóven moi op uw gezicht te lézen zijn! En het radeloos vo< <ich uitstaren van u, lijkt wel eerder of u staat t slapen en te suffen! In uw gelaat moet een uitdruf' king van vertwijfeling liggen! Is u nog nooit in u even vertwijfeld geweest? Heeft u nog nooit ver iriet gehad? Nee we scheiden voor vanda:, rit!... Maar repeteert u vandaag thuis voor den spi< gel de scène net zoo lang, tot u zelf vergeet, dat h« -pel is je moet je inleven! En morgen doen wij c -cène voor den zooveeisten keer over, en dan b< op i ’och van harte, dat het de laatste maal /aj zijn De jonge filrltacteur trok zich de onvriendelijk jreelc van den machtige zeer aan Hij meende uit de toon wel te hebben begrepen, dat, als de regisseu zijn spel nog niet natuurlijk genoeg vond, hij ee aardige kans had, dat de rol aan een ander zou woi den gegeven Urenlang repeteerde bij dien avond, trachtte ziet in te leven in de scène, bestudeerde de uitdrukkin*. van zijn gezicFit voor den spiegel Paula, zei hij eindelijk tegen zijn vrouw, die Ir een modeblad verdiept was het is nu al veel betei nietwaar’ Misschien wel’ Ik heb er op gelet. Ze keek nauwelijks op Rolf viel de zonderlinge, koele toon op Hield Paul: nog wel van hem? Maar toen probeerde hij zich te praten, dat het maar verbeelding was van hem Vind je niet, vroeg hij om zich te vergewissen dat ik den slag tijd voor noodig. een stuk! Ik zei je al. dat ik heb! Of dacht je soms, - ningen altijd met bewondering gadesla! Ik vind hei eigenlijk een echt ellendig beroep... acteur... Da' eeuwige gerepeteer van je verveelt me. en hinder' me soms vreeselijk! Ik vind het ook heelemaal nie’ noodig die vele oefeningen. Je hebt talent, of je heb' het niet' En nu begreep Rolf, dat geen verbeelding vat hem was. Zóó kon slechts een vrouw praten, wie liefde voor haar man was gedoofd Paula hield nie meer van hem... Dienzelfden avond had hij geen woord meer tn zijn vrouw gerioht en zij evenmin tot hem En? begroette de regisseur hem den' volgende dag, heeft u gerepeteerd? Prachtig Laten we maa beginnen De cameraman stond gereed. De opname ving aai Opgewekt fluitend kwam Rolf als filmheld van kan toor naar huis. Hij hing hoed en jas op den kapstok opende de deur naar de zitkamer, hield zijn pas ever verrast ifi, trok de wenkbrauwen op, terwijl hij naai de tafel Keek: Vrouwtje, waar ben je? Op hetzelfde moment viel een brief door de gleuf ii de kamer Rolf raapte hem op. opende hem en begoi nerveus te lézen Hij werd bleek en een uitdrukkim van verbazing teekende zich af op zijn gezicht Maa- weldra veranderde deze in angst, teleurstelling, onge loof, en eindelijk tuurde hij met tranen in zijn oogei naar het nietige briefje in de hand Een bittere tre) ‘rilde om zijn verbleekte lippen Het is onmógelijk, stiet hij toen vertwijfeld uil onmógelijk! Het is niet waar! Opgewonden sprong hij toen op en bukte zich naa' net briefje dat zijn hand was ontgleden en op den vloe' lag. Hijgend van opwinding las hij het nog eens hardoi ii li wijnflesch. welke naast Jakob’s sponde stond werpend Nou. ik ook hoor Maar het is al zeven uur Wij moeten t opschieten Om negen uur hebben wij I weer een verhuizing Kom. jongens, aan oakken... Onmiddellijk doken drie flinke knapen op uit het duister van het trapportaal Nu lachte Meier niet meer Beste man, ik verzeker je... op de deur geklopt Zeker weer de hospita, mompelde Maar ditmaal was het de hospita eens niet 1-'„ 2 forsche man, met eeJT leeren schortje en verdere Wild-West kleedij Ik kom voor de verhuizing, me neer De man tikte met zijn wijsvinger te gen zijn pet en stapte naar binnen Wjj kunnen zeker meteen wel begin nen? Jakob lachte verbaasd. Voor de ver huizing? U bent zeker abuis De paar spulletjes, welke ik heb. kan ik om zoo te zeggen wel in mijn vestzakje stop pen... Meneer noudt van een grapje, dal zie ik wel! viel de verhuizer in de rede, een veelzeggenden blik op een leege Met dit patent blijft er geen vreemde parapluie bij u staan (A I Nolthenius) OPSCHEPPER Zoo’n koe heb ik in heel Holland nog nooit gezienl Ik heb mijn studies ook in ’t buitenland gemaakt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 9