VERLIEFD
De Jonge Vader
i
Voor den
Puzzelaar
i
2
MAAR
OP WIE
EE
5
0
'fU^iHtïl'HtHiHtl^rtHiJ^^Hj]^,
MOTIEF
(Alex)
KORT EN BONDIG
1
of er kwam een sultan op haar afgestevend
Berggeel,
12
15
Stoelbe*
1
ItÉ
Oplossing In de courant
van Maandag.
Zeg, zou hij vanavond komen? kwam het aarzelend
(Alex)
Heb ik goed gehoord dat je verloving met die
groote herder uit is?
Ja... hij heeft een rijke weduwe om haar klui
ven getrouwd. (R. Hoekstra)
kaar
dag
hij
-s'
t
eiken
had
be-
«t
i
I
a
■->
I
CS»
Hoe vind je mijn nieuwe gedicht. De Stier?
Dierenmishandeling! (R Hoekstra)
BEREKENING
Loopjongen: Hier zijn uw schoenen, mevrouw.
Mevróuw: Dank je weL Nu, wat wil je verder
nog?
Loopjongen: O, ik wilde alleen maar vragen, wat
ik tegen mijn baas moet zeggen, als hij soms vraagt,
of ik ook een dubbeltje heb gekregen.
Het verpleegstertje begon te lachen
neer, zei ze dan moet ik u feliciteeren
is reeds drie uur oud, een prachtige jonger
vrouw is ook uitstekend. De dokter zei zelfs:
vrouwtje, u krijgt ze cadeau.”
Waar is ze? riep Jan uit. terwijl hij vuurrood
ZONDAGSBLAD behoorende bij de Haagsche Courant van 8 November 1941. No. 18027
<SK&ijKSH$Kp<lKpi!Hp4$lCfcliKp|ltl^Kp43Kpi»KpliKpliKplJHp®«aH3Kp^
en haar stem en gelaatsuitdrukking waren van een
onbevangen rust en blijheid, die Jan hevig irriteer
den.
Waarop ik wacht? barstte de man uit. achter
die deur vecht mijn vrouw met den dood Verwacht
u soms van me, dat ik rustig naar huis zou gaan,
of buiten een sigaret rooken. terwijl...
Maar meneer, hoe is uw naam’
Ik ben Verdenius en kijkt u. hier haalde hij het
telegram uit zijn zak, dit ontving ik an.r'r'dag
Maar me
ow zoon
en uw
Nu me-
willekeurig moest lachen En uit zijn rol vallend zei
hij: Vredenburgh, of ik dien ken, zotter student
heb ik nog nooit meegemaakt.
O, is hij student, ik dacht, dat hij op kantoor
was.
Vredenbrugh, en dan op kantoor, neen, die is
goed! De Indiër lachte hartelijk om deze com
binatie.
Ja, en weet U, hierbij daalde des sultan’s stem
tot een geheimzinnig gefluister, hij is verloofd en
niemand weet het. Tenminste z’n ouwelui niet. Hij
wacht, totdat hij door zijn candidaats is, dan maakt
hij het publiek, en stelt z’n ouders voor een fait
accompli.
Marion voelde, dat ze een kleur als een pioenroos
had. Gelukkig was er niets van te zien, vanwege het
masker
De muziek was geëindigd. De sultan bracht Marion
weer naar haar plaats.
En nog A’elbedankt voor de Inlichtingen, zei ze
loom, terwijl hij buigend verdween.
Teleurgesteld zette Marion koers naar de bar. Hij
is dus verloofd, prevelde ze hardop.
Hela Marion, waar zat je toch, ik heb Je overal
gezocht, klonk het opeens naast haar.
Het was Jetty Zeg, fluisterde ze, ik ben wat
O ja. was het weinig enthousiaste antwoord
over je sweetheart te weten gekomen.
Ja, ging Jetty haastig voort, maar je kans is
verkeken hoor. Hij is getrouwd en heeft al een baby
van zes maanden Maar nu moet ik weer meteen weg.
En direct was Jetty er van door, Marion geheel
verslagen achterlatend. Haar hoofd voelde opeens
zoo leeg. Kom, ze zou maar naar de serre gaan.
De deuren, welke toegang tot den tuin gaven, ston
den open Hè, heerlijk was het hier. Marion ging op
een bank onder de palmen zitten
Verloofd, getrouwd... Haar hoofd duizelde. Eerst
had ze nog gehoopt, dat die sultan zich met een an
deren Vredenburgh had vergist Maar nu... Och, een
van de twee zou wel de echte wezen. Peinzend keek
Marion de zaal in.
U vond het zeker ook wat warm binnen? klonk
het opeens.
Verschrikt keek Marion op Voor haar stond een
len met zijn kleine zwakheden? Had hij niet dikwijls
nagelaten haar de kleinste vriendelijkheden te bewij
zen, die een vrouw zoozeer op prijs stelt? Was hij
soms niet weggebleven, omdat het partijtje biljart
met de vrienden hem zoozeer in beslag nam, terwijl
hij wist, dat Tineke met haar altijd zonnigen lach
hem wachtte Zij had nooit vergeten, wat ze aan hun
geluk verschuldigd was. Zij had nooit geaarzeld, haar
eigen wenschen, haar kleine vreugden opzij te zetten,
om hem genoegen te doen
Natuurlijk, het waren geen misdaden, die hij je
gens haar bedreven had. maar toch, wanneer Tineke
nu... dan zou hij z’n heele leven verder de weten
schap met zich hebben te dragen, dat hij niet alles
gedaan had om haar gelukkig te maken. Vreemd was
het, dat juist zoo’n ernstig oogenblik je moest herin
neren aan iets, dat je feitelijk nooit, niet één mi
nuut, niet één seconde mocht vergeten Maar als alles
toch goed afliep, dan zou het anders worden, beloofde
hij zichzelf.
Vanmiddag toen hij in zijn hotel te Groningen het
telegram bad ontvangen, met de korte, maar zooveel
*N VOORDEELTJE!
Oom: Kees, als je groot bent, wat wil je dan
worden?
Kees: Schoorsteenveger, oom!
Oom: Maar jongen, hoe kom je daarbij?
Kees (met een zucht): Dan hoef ik me eindelijk
eens niet te wasschen.
werd.
In haar kamer natuurlijk, wacht, ik ga even met
i mee.
Eindelijk^ fluisterde Tineke en ze keek hem met
stralende oogen aan. Ze lachte een blijden, gelukki
gen lach, toen ze hoorde, hoezeer hij in angst had
gezeten om haar en ze meende, dat Jan’s enthousias
me over den nieuwen wereldburger, hun zoon lang
niet groot genoeg was.
Van kinderen heb ik niet veel verstand, bromde
Jan, maar dat komt wel
En weer lachte Tineke.
Op weg naar huis bedacht Jan Verdenius. dat het
Donderdagavond was, de dag, waarop hij zeker kon
zijn, zijn vrienden om jiet biljart vereenigd te vin
den. Met een zucht van verlichting constateerde hij,
dat hij vanavond Tineke niet tekort zou doen, wan
neer hij aan zijn verlangen naar het groene laken
zou toe geven.
Wat kan een mensch onzinnige dingen In zijn
hoofd halen, mijmerde hije terwijl hij zich verkleed
de, want au fond ben ik toch eigenlijk wel een
erg goeie man voor Tineke
En Jan knikte eens tevreden tegen zijn spiegel
beeld.
Weet je wat, ze zou
En in denzelfden stijl
waarmee hij Marion steeds bad aangesproken, begon
ze: Machtige heerscher. veroorloof mij, dat ik u
een vraag stel.
Wel al was het de helft van mijn sultanaat, ik
zal ’n u schenken, beloofde de Indiër gul
O, ik wilde alleen maar Weten, of u soms een
zekeren meneer Vredenburgh kent?
Het werd zoo nuchter gevraagd, dat de sultan on-
Spanjaard. Hij had het zeker zoo warm, dat hij zijn
masker had afgedaan pij hield het tenminste in z’n
hand.
Plotseling ging er een schok door Marion heen
Het was Bennie Vredenburgh Ze voelde zich bleek
worden
Mag ik naast je gaan zitten, Marion?
Hoe... weet u dat... dat ik Marion ben? klonk
het ontsteld
Hoe ik dat weet? Och, laat ik je dat niet ver
tellen, antwoordde Bennie zacht, dat ik je hier
moest vinden
Vol afgrijzen keek Marion den Spanjaard aan. Alles
had ze van hem kunnen verwachten, maar dat die
zelfde lachende jongen van den groenen two-seater
een flirtpartij met haar wilde beginnen...
Marion, wat passen we eigenlijk goed bij el
kaar, zei hij, op haar Spaansch costutim en daarna
op het zijne wijzend. zou 't niet mogelijk zijn, dat
we voor het leven ook zoo mooi...
U moest u schamen, antwoordde Marion bruusk
U, die verloofd, misschien wel getrouwd is.
Verloofd... getrouwd... klonk het verbaasd over
Bennie’s lippen.
Hoe kom je daar in vredesnaam bij?
Zijn gezicht was een vraagteeken. Nogmaals her
haalde hij: verloofd... getrouwd... Ik heb wel een
ouderen broer, die getrou zd is En Leo, ja. die is
wel verloofd, maar dat weet bijna niemand Hij wil
eerst zijn candidaats hebben Maar ikzelf... heusch
voorzoover ik weet, heb ik mij nog aan geen van
beiden gewaagd Maar kijk eens Marion... als jij er
geen bezwaar tegen hebt...
Marion voelde, hoe twee handen om haar hals wer
den gelegd.
Als jij er geen bezwaar tegen hebt, zou jij dan...
toe. kijk me eens aan
Toen sloeg ook Marion haar armen om Bennie’s
schouders...
De maan kroop discreet achter de wolken. Don José
was toch gekomen.
zeggende mededeeling: Het is zoover”, had on
middellijk een bang voorgevoelen zich van hem mees
ter gemaakt. Hij had niet moeten weggaan, toen de
dokter hem verzekerd had dat het een kwestie van
een week, misschien enkele dagen zou zijn. Nadat hij
het telegram gelezen had, had hij alles in den steek
gelaten, had hij er zelfs niet aan gedacht,- z’n zaken
relaties telefonisch van zijn vertrek op de hoogte te
stellen. In een roekelooze vaart was hij teruggereden,
dorpen, steden doorrazend, alsof er geen verkeers
wetten waren Eerst toen hij den hoek van de straat
omzwenkte, waarin het ziekenhuis stond, had zijn
voet het gaspedaal laten glippen, was de kramp
achtige greep om het stuurwiel verslapt. Met een
bleek gezicht en zweetdroppels op zijn voorhoofd was
hij de breede steenen trap opgesneld, twee drie tre
den tegelijk.
Hoe is ’t nu zuster? had hij gestameld, toen hij
in de lange gang de hoofdverpleegster had ontmoet
We kunnen nog niets zeggen, meneer, had ze
hem snibbig toegevoegd, gaat u maar zoolang in
de wachtkamer, we zullen u wel waarschuwen als we
u noodig hebben.
Maar Jan had er de voorkeur aan gegeven te blij
ven ijsbeeren in de gang, z’n oogen voortdurend
gericht op die afschuwelijke deur
De man keek op z’n horloge, anderhalf uur wachtte
hij nu reeds. Af en toe meende hij een dof gekreun
waar te nemen, dat het .bloed in z’n aderen deed ver
stijven.
En toen eindelijk zag hij een jong verpleegstertje
op zich toekomen.
Waarop wacht u eigenlijk, meneer? Een paar
blonde krulletjes wipten coquet onder het witte kapje
Jetty, Jetty,
klonk het van den
divan, kom eens
even hier.
Ja, wat is er?
was het ongeduldi
ge antwoord
zou hij
komen?
het aarze-
Indische heerscher belangstellend, terwijl hij Ma
rion naar den dansvloer leidde
Nee, nog niet, grinnikte Marion, en ik vrees,
dat hij wel niet meer zal komen.
Het Is toch zonde van zoo’n bekoorlijk wezen
als u bent, zuchtte -"e sultan
Nee, dacht Marion onder het dansen, hij schijnt
er niet te zijn. Ik heb tenminste niemand gezien, die
ook maar een klein beetje aan hem doet denken
Opeens kreeg ze een idee
net den sultan eens vragen
Voor haar stond een
Spanjaard.
Jan raakte den tel kwijt. Hij wist niet meer, hoe
veel malen hij nu reeds den langen, schemer-donke-
ren ziekenhuisgang op en neer was geloopen. De
doffe galm van zijn voetstappen weerklonk naargees
tig in de steenen ruimte. Achter gindsche deur werd
op dit oogenblik zijn lot beslist, daar worstelde Ti
neke met haar eigen leven en dat van hun kind.
Af en toe werd de deur geopend en schoot een ver
pleegster langs hem. snel en geruischloos als een
schim Haar gezicht was strak en ernstig en ook zon
der woorden wist de man, dat hij op het punt stond,
het schoonste, het liefste, het eenige, dat zijn leven
waarde kon geven, te verliezen. In dit uur van lugu
bere eenzaamheid begon zijn geweten te spreken. Als
Tineke nu eens werkelijk... nu ja, de toestand was
ernstig, maar niet hopeloos, hoewel de hoofdzuster
ongemotiveerd-kort tegen hem was geweest. Was hij
wel altijd zóó voor zijn vrouw geweest, als hij zich
voor hun huwelijk had voorgenomen? Had hij haar
niet dikwijls het leven onnoodig moeilijk gemaakt,
door haar z’n zorgen te verwijten, haar lastig te val-
In de vakjes, waarin een
pijltje staat en in de rich
ting. wel de pijltjes
aanwijzen, woorden in
vullen volgens onder
staande omschrijvingen:
1 Bierkelder, 2 Voorne
men, 3 Nauw, 4 Schier
eiland in Zuid-Rusland
6 Diertje, 6 Dient voor
bebakening, 7 Halfbloed.
8 Ontsloten, 9 Nauwe
steeg, 10 Optisch instru
ment. 11
Oogopslag, 13 Lomperd,
18 Insect,
kleedsel 16 Boom.
Zeg.
vanavond
kwam
lend
Ja hoor eens
Marion, dat weet ik
mijn best voor je
niet Maar ik zal
doen, als ik hem
vanavond soms
mocht spreken, be
loofde Jetty gul.
Het slachtoffer,
dat tot dusverre
met Jiij” betiteld
werd, was Bennie
Vredenburgh, een
knap studentje. Bij
na iederen morgen,
als Marion naar
kantoor ging, kwam
ze hem in z’n
groene wagentje
tegen Een keer
zelfs had ze hem
gesproken Dat
was. toen ze in ge
dachten, tegen hem
opgebotst was Hij
had z’n veront
schuldiging aange
boden, hoewel het
haar schuld was.
Bij die gelegenheid
hadden ze zich
maar meteen aan
elkaar voorgesteld.
Wij komen el-
toch
tegen,
lachend
weerd.
Verliefd tot over
d’r ooren was ze Maar het was bij de kennismaking
op straat gebleven, want sedert twee weken had Marion
tevergeefs naar den groenen two-seater. op den weg
van huis naar kantoor, uitgekeken.
Zou hij ziek wezen? Werkte hij ergens anders?
(Marion wist niet dat hij studeerde).
Nu leefde ze in de hoop, dat hij vanavond ook op
t balmasqué kwam, dat ter eere van Rie Tervuere's
twintigsten verjaardag bij har thuis gegeven zou wor
den Dat hij een vriend van Rie’s broer was, was ver
der alles, wat Marion omtrent Bennie Vredenburgh
wist
Kom, ik ga me maar eens in m’n Spaansch
costuum steken, zuchtte Marion hardop. Het is
verdraaid al bij achten en om negen uur begint het...
Het feest was In vollen gang Marion had reeds
verscheidene keeren gedanst Nauwelijks zat ze even.
Mag ik de eer hebben, charmante senorita? vroeg
hij, diep buigend Marion stond lachend op.
Is Don José nog niet komen opdagen? vroeg de
6 uur
8 uur
(Laurent)
8.10 uur
VOORUITGANG IN HET EETGEREI
Taartschotel met graadindeeling merk „Gelijkop”
VERBETERDE SERVETRING
(A. T. Nolthenlus)
Je kunt er niet mee rollen
Je kunt er niet in proppen
Met letterslot.
De lepel voor de laatste erwt Merk: „Enfinseul"
VERKEERD
(Bertram)
U bent hier aan het verkeerde adres, de juwe
lier is hiernaast!