EEN OT NAAR MARS
Rö
Nederland in de wenteling
den tijd
van
BINNENLAND
lezen maakt Rijk
tentoonstelling!
van heden
De distributiebonnen
w
AA
I Jw
I
HA'AGSCHE COURANT Dinsdag 11 NoV. 1941 TWEEDE BLAD
gevangen genomen.
De boeken open
FEUILLETON
{Wordt Mwoiflril
Met Duitschland tegen het
bolsjewisme
250 gram
250 gram
250 gram
100 gram
Circulatie van niet geautori
seerde betaalmiddelen
Kerstmis 1941
Dg opdracht van den Rijks
commissaris
Om ons behoud
i
i
51—52 Vet I
/Z
al
iSE
4
z-g-s
Een colonne bolsjewisten, door het Italiaansche expeditiecorps
(Orbis-Holland)
Br, gebak.
Duitschers en Nederlanders
II*)
Dr. J. SMIT.
(Wordt vervolgd)
Men zie ons blad van 8 dezer.
100 gram
Kaas
enz.
die
verVoervergunningen zijn toe-
tot
(Nadruk verboden.)
om te
weer bruikbaar gemaakt.
CWeitbüd-Polygoo»f
Suiker
Koffie-surr.
Jam
BI., Br. Geb.
Brandhout en generatorenhout. Het hout, dat
dezen zomertgedroogd is. wordt in de fabrieken ge
kloofd en gezaagd. Een enorme stapel brandhout en
generatorenhout wacht op verwerking tot blokjes.
Polygoon-Kuiper)
de
ver-
We
had.
43
43A
43-B
136
137
VU VLw.
Melk
Aardapp.
Aardapp.
Boter
Boter m.red.
Brood
Brood
Vleesch
x •r' w n s -r jn «k r fi ft t
Rijst
Havermout
Gort
Verm., Maiz.
mawstshws «fris
«-s <a* q w
Dezer dagen werd op de veiling
te IJsselmuiden de eerste groente uit
den N.O.-polder verkocht. Hoewel de
oogst ongeveer 25.000 stuks roode en
savoye kool was, was de aanvoer 2000
stuks, daar de rest voor de arbeiders,
die in den Polder werken, bestemd is.
(Heukels-Holmeester)
l .iiinl—lI 'ff!
Kort voor het vertrek van den Duit-
schen onderzeeër voor een vaart naar
den vijand, worden torpedo’s ingeladen.
(P.K. Kramer-Hoffmann).
Drukte in bollenland. Op de vroegere bollenvelden
heeft men met goed succes wortelen verbouwd,
welke nu gerooid en vervoerd worden.
Polygoon-Zey lemaker)
De door de bolsjewisten vernielde brug over de
Welikaja in Pleskau wordt door Duitsche pioniers
1 k.g.
250 gram
500 gram
1 rantsoen
125 gram
N.B. Zeep op'bon 135 Algem. van 1 t.m.
30 November.
43-4
43
43
43 Vleeschw.
Melk I
Aard.
Aard.
door de
geen geluid
•dt gehoord.
i plekje in deze ongenaakbare
■klinkt geluid. Ergens op een
La stofje leven millioenen
Onder beschermheerschap van den
Rijkscommissaris wordt op 15 No
vember a.s. in het „Mauritshuis” al
hier de tentoonstelling „Das Deutsche
Buch der Gegenwart” geopend. De
tentoonstelling duurt tot 25 Nov., de
toegang is vrij. (Stapf-Mol)
:-A
DAT KOÜ ZOO
VERSCHRIKKELIJK KAN ZIJN!
Woensdag 16 November '60.
Langzaam daalt de temperatuur. Het
ijs zet zich aan de binnenzijde van ven
sters en muren af. We kunnen het niet
lang meer uithouden.
Walter heeft het een half uur geleden
ontdekt. Doordat het Westdijk-apparaat
volkomen geluidloos werkt, had nie
mand van ons er erg in, totdat Walter
bij zijn geregelde controle ontdekte, dat
de wijzers op het schakelbord langzaam
terugliepen. Hij wilde niets laten mer-
wijl u tegen den ronden kant van het
ei aankijkt, waar het voor u dus „eer
ste kwartier” is. Ik zal eens even aan
prof. Kirmensky vragen, waar Mars nu
uithangt.
Voor de derde maal sinds het uitbre
ken van den strijd zal het binnen enkele
weken Kerstmis zijn. Nog steeds zullen
op de slagvelden de kanonnen bulderen,
zullen op de zeeën schepen vernietigd
worden, zullen de bommenwerpers hun
vernietigenden last uitwerpen. Kerstmis
1941. De strijd voor de vrijheid van
Europa gaat vöort en zij, die hem strij
den, zij zullen door het thuisfront niet
vergeten^ worden. Wat onze Nedèrland-
sche vrijwilligers betreft, daarvoor zorgt
het verzorgingsfonds vrijwilligerslegioen
„Nederland”. Door dit fonds zullen binnen
enkele dagen 12.000 Kerstpakketten naar
onze dapperen aan het Oostfront gezon
den worden. Twaalfduizend pakketten,
die stuk voor stuk vreugde zullen bren
gen in het hart van hen. die ver van huis
en haard hun plicht doen tegenover ons
vaderland, zich inzetten voor een geluk
kige toekomst voor ons volk, dus ook
voor u en de uwen. Daarom, landgenoot,
doen wij een beroep op u. Bewijst, dat
gij het hart op de juiste plaats draagt,
bedenkt wat het zeggen wil het Kerst
feest te moeten vieren in de barre vlak
ten van Rusland, stort vandaag nog uw
bijdrage op girorekening
- 3 - 2 1 - 0 - 0
t.n. Verzorgingsfonds Vrijwilligerslegioen
„Nederland”, Koninginnegracht 22.
Een Heinkel 111 In den aanval. Het
doel is bereikt: bom na bom verlaat het
vliegtuig en treft bolsjewistische stel
lingen; een goede ondersteuning van de
opératies te land. (PK. Hug-Hoffmann)
hemellichamen, een elliptische baan
door het heelal. We zijn stuurloos opge
nomen in het machtige stelsel der
kosmos.
In dit ontzaglijke heelal zweven ontel
bare zonnestelsels als nietige eilandjes
in een onafzienbaren oceaan. In één van
die eilandjes zweven wij als een zinloos
stofje in een dorre, uitgestrekte woes
tijn.
Eindeloos zweven we rond
kille, doodsche ruimte, waar -
weerklinkt en geen kreet wordt gehoord.
Nog op één
stilte weer!
ander klein
menschjes, die allemaal ver van ons
hun eigen leventje hebben en die lijden
of gelukkig zijn, zooals wij zooeven nog
gelukkig waren, terwijl wij nu met één
slag het bittere, laatste lijden moeten
proeven. Maar ook de klacht of kreet,
welke van menig menschje op aarde
weerklinkt, komt niet hooger dan enkele
honderden meters. Voor de rest is alles
aood en stil in deze ontzaglijke wijdheid.
Wanneer ik met mijn hand den seinsleu-
tel beroer, dan spant er zich een fijn,
zilveren draadje tusschen de twee heel-
alstofjes. Een microscopisch kanaaltje,
waardoor een teeken geheimzinnig van
uen een naar den ander kan kruipen.
staat tegen alle kwaadwillige machten.
Met Duitschland te strijden tegen de
bolsjewistische massa’s, dat is de plicht
van elk beschaafd volk, hoeveel te meer
van ons volk, dat één in afkomst en wezen
is met het groote broedervolk.
Jonge Nederlanders, die kracht en
karakter hebt, schaart u onder de vanen
van den Führer in den heiligen strijd
tegen de Russische misdaad.
En gij, die niet mee kunt, weet wel, dat,
terwijl gij rustig slaapt, honderdduizen
den hun leven wagen ook voor u.
God smeedt de volkeren van Europa
aaneen Dat is hard, maar het is grootsch
en goed Het is het behoud van de Euro-
peesche Christelijke beschaving. Het is
ook uw behoud. Als ge dit verstaat, kent
ge ook uw plicht
Schoenenzaken in Zeeland
gecontroleerd
In October en het begin van Novem
ber zijn in Zeeland de schoenenzaken
'gecontroleerd op de naleving van de
prijs- en distributievoorschriften. Meer
dan 25 plaatsen werden door deskundige
controleurs van de Zeeuwsche prijsbe
heer sching bezocht en in vrijwel alle
schoenenwinkels zijn zoowel de inkoops
prijzen als de verkoopprijzen en winst
marges nagegaan. Verschillende geval
len van slordige naleving der voor
schriften, vooral op het gebied der prij
zen, werden vastgesteld. Gebleken is
echter, dat slechts een gering aantal
winkeliers zich met werkelijke knoeie
rijen had ingelaten. Wel zullen nog ve-
hij heeft zich dien tijd ten nutte ge
maakt door zich, naast de voorbereiding
van den tocht, te verdiepen in een stu
die van de Nederlandsche taal. We zul
len den professor niet langer uit zijn
werk ophouden en het wordt bovendien
tijd, dat ik mijn uitzending ga beëindi
gen, want als ik te lang spreek, dan
raken mijn batterijen uitgeput, zoodat ik
mezelf met mijn spreektijd moet rant-
soeneeren. Ik kom weer terug om 19
uur Nederlandsche tijd dVer dezelfde
zenders. Goeden morgen, goeden middag,
goeden avond luisterende landgenooten!
Hallo PDN, ik ga nu sluiten en
kom terug elk half uur op den telegra-
fiezender voor de periodieke melding op
de zeshonderd meter! Sluiten!
Uitgifte van betaal- en spaarzegels
zonder toestemming verboden
De secretarissen-generaal van de de
partementen van Financiën en Justitie
hebben iri het heden verschenen verorde
ningenblad een besluit gepubliceerd,
waarin bepalingen zijn opgenomen ten
aanzien van de circulatie van niet-geauto-
riseerde betaalmiddelen. Hierbij wordt
bepaald, dat het verboden is zonder toe
stemming van den secrtaris-generaal van
het depart, van Financiën hulpgeld aan
te maken, uit te geven, aan te nemen of
door te geven. Onder hulpgeld wordt alles
verstaan, wat bestemd of geschikt is in
een min of meer beperkten kring van per
sonen als betaalmiddel te worden gebe
zigd, in het bijzonder penningen, bonnen,
betaalzegels, spaarzegels en andere voor
werpen met gelijke functie. Overtreding
wordt gestraft met hechtenis van ten
hoogste zes maanden of geldboete van ten
hoogste vijfduizend gulden. Deze feiten
worden beschouwd als overtredingen.
Ten aanzien van hulpgeld, hetwelk op
het tijdstip van inwerkingtreding van dit
besluit in omloop is, wordt bepaald, dat
dit binnen een maand na dit tijdstip aan
de uitgevers ter inwisseling kan worden
aangeboden. De uitgevers zijn verplicht
uiterlijk drie maanden na de aanbieding
tot inwisseling over te gaan. Dit besluit
treedt heden in werking.
ken, in de hoop, dat wij niet op het
schakelbord zouden letten, doch de ner
veuze trilling in zijn stem, welke hij bij
het roepen van Westdijk vergeefs rustig
trachtte te doen klinken, trok onze aan
dacht. Onwillekeurig keken we naar
hem en toen staarden we plotseling allen
tegelijk naar dien eenen wijzer, welke
langzaam was teruggeloopen en nu on
beweeglijk en koud .op nul stond.
begrepen, wat dit te beteekenen
Als het euvel niet onmiddellijk
werd gevonden, zou dit het einde van
alles zijn. Westdijk en Walter renden
onmiddellijk naar .de apparaten en. be
gonnen als waanzinnigen te zoeken.
In mijn eerste opwelling bracht ik de
hand aan den seinsleutel om een SOS
de wereld in te gooien, doch direct
drong het belachelijke hiervan tot me
door. Toch aarzelde ik nog even. Moest
ik de aarde van Onzen toestand in ken
nis stellen of moest ik zwijgen? Deed
ik het eerste, dan zou men zich daar
doodelijk ongerust maken en machteloos
moeten beseffen, dat niet de minste
hulp kon worden geboden; deed ik het
laatste, dan zoude a wij ondergaan, zon
der dat iemand ooit zou begrijpen wat
er was gebeurd.
Ik besloot, nog even af te wachten.
Een half uur zweven we nu ergens
tusschen aarde en Mars. We hangen
met stil, maar beschrijven wenals alle
Men schrijft ons:
De vijanden van het Christendom had
den eenige maanden geleden een plezie-
rigen dag. De oorlog tusschen Duitschland
en Rusland was ontbrand en natuurlijk
zou Rusland winnen. Daarmee zouden de
zegeningen van het bolsjewisme over
Europa uitgestort worden en het- Chris
tendom zou in dien zondvloed vergaan.
De vijanden van ’t Christendom wreven
in hun handen! Helaas voor hen is die
droom van korten duur geweest. De
woeste horden van den Oeral kregen
slaag, zooals nog ndoit in de wereldge
schiedenis een volk slaag had gekregen.
Het Duitsche wapen in Duitsche hand
sloeg <jen vijand neer en redde de Chris
telijke beschaving in Europa. De droom
van de vijanden van het Christendom
eindigde in een pijnlijk ontwaken.
Voor elk fatsoenlijk mensch was
droom een nachtmerrie, die verdween,
toen het Duitsche leger zegevierend op
marcheerde in het kille land van de mis
daad. Wij goede Nederlanders juichten.
Wat zou ons kleine volk hebben uitge
richt tegen den heidenschen gruwel der
stompzinnige massa’s die Judas eeren als
weldoener der menschheid en den menseb
degradeeren tot een moordlustig roofdier?
Wij goede Nederlanders juichten, toen
het bloedige monster van den Oeral te
ruggedreven werd. Want wij weten, dat
bolsjewisme beteekent hoon aan -'het
Christendom, schaamtelooze zeden in en
buiten het gezin, hopelooze armoede, ont-
eering van den arbeid, lichamelijke en
geestelijke slavernij onder den knoet van
een bende gewetenlooze machthebbers,
die het wreede Russische abattoir dachten
uit te breiden over heel Europa.
Wij zijn dankbaar, dat God het Duitsche
volk van knechtschap heeft bevrijd en
het een Führer heeft gegeven, die sterk
8)
van hieruit zie ik juist het groote Azië
voor liggen, met links daarvan, als een
schiereiland, het kleine Europa. Daar
onder hangt Afrika. Het doet me denken
aan de tochten van Stanley en Living
stone en aan de tochten van een Abel
Tasman of een Heemskerk. Al die verre
landen, waarvoor eeuwenlang is gevoch
ten, waarvoor gevaarlijke tochten wer
den gemaakt en welke dan dikwiils on
bereikbaar of ondoordringbaar schenen,
landen waar de mensch zijn nerveuze
geschiedenis maakte, ik vang ze alle
met één enkelen nonchalanten blik. Ja
pan, Spanje, Kaapstad, Noorwegen.
Nieuw Zeeland, het lijkt wel of ze een
kwartier gaans van elkaar liggen In
gedachten zet ik punten. Daar ligt Ma
drid, daar Kaapstad en daar Melbourne.
Daar onder dien witten kap ligt het
Noordelijkste plaatsje van Europa,
Hammerfest en dat stipje daar midden
In de Dszee is natuurlijk Spitsbergen.
„Generaal Regen” kan den Duitschen opmarsch
niet tegenhouden.
(Weltbild-folygoon)
9 t.m. 15 November 1941
4 rants,
rants,
rants,
rants.
1
li liter
11 k.g.
i k.g.
2 t.m. 29 November 1941
Algem.
Algem.
138 Algem.
139 tm. 142
Algem.
D en E Hav.
143 Algem.
144 Algem.
149 Algem.
145 tm. 148
Algem.
2 tm. 20 November 1941
5152 Boter I
len in de toekomst meer aandacht moe
ten schenken aan de prijs- en bonaan-
duiding in de étalages en winkels, want
dit liet nog veel te wenschen over. Deze
slordigheid heeft hun nu een proces-ver.
baal bezorgd, herhaling zal zeker
zwaarder worden aangerekend. Deze
systematische controle wordt door de
prijsbeheerschingsorganen regelmatig
in de verschillende branches gehouden
en elke handelaar doet in zijn eigen be
lang goed, hiermede rekening te houden.
GEDEELTELIJKE DISPENSATIE VAN
VERVOERVERBODEN
Met ingang van 10 November a.s. is
voor een aantal goederen de bestaande
dispensatie van het voor deze goederen
op grond van de dispensatiewet uitge
vaardigde vervoersverbod, gedeeltelijk
opgeheven. Voor het vervoer in het
binnenland blijft de dispensatie gehand
haafd het vervoer van onder deze ver-
voerverboden vallende goederen met
buitenlandsche bestemming, zal ech
ter onder dekking van een door den
centralen dienst voor in- ep uitvoer af
gegeven verVoervergunningen zijn toe
gestaan.
De secr.-gen. van het departement
van Sociale Zaken heeft voor banketbak
kerijen niet tevens zijnde broodbakke
rijen in alle gemeenten des Rijks,
in afwijking van het gestelde in de Ar
beidswet voor het tijdvak van 17 tot en
met 23 Nov. a.s. een ruimere regeling van
de arbeidstijden vastgesteld.
Ter gelegenheid van het zevende lus
trum is een gedenkboek verschenen, geti
teld „De Nederlandsche Reisvereeniging in
35 jaar”. In dit eenvoudig uitgevoerde ge
schrift wordt in den breede de historie
behandeld van de N.R.V. Het geschrift, dat
verlucht is met verscheidene foto’s, is
schetsmatig opgezet, waarbij men een goed
overzicht krijgt van den groei van de
vereeniging.
En... ’s even kijken, ja, dan moet daar
ongeveer Amsterdam liggen. Precies
kan ik het niet zien, daar is het te
klein voor.
Het is moeilijk voor mij en waar
schijnlijk ook voor u, luisteraars, om te
realiseeren, dat u nu allen daar op die
aarde onder mijn, ik zou haast zeggen
„alziend” oog aan uw radiotoestel zit te
luisteren en mij hoort spreken, alsof ik
vlak naast u zit.
Hallo Scheveningen, onderbreek ik
mezelf, is de verbinding nog in orde?
Alles in orde, zegt Scheveningen,
gaat u verder.
Luisteraars, het interesseert u na
tuurlek ook te weten, hoe we hier de
rest van het heelal zien. Het interes
santste is wel de maan, waarvan we
hier den zijkant zien. Zooals u weet,
toont de maan zich ten opzichte van de
aarde steeds van denzelfden kant en wij
zijn dus de eersten, die haar van den
zijkant zien. Ik kan u nu de belangrijke
mededeeling doen, dat de veronderstel
ling, als zou de maan eivormig zijn, in
derdaad juist is. Wij zien hier den ge-
heelen eivormigen zijkant verlicht, ter-
Hebben wij in ons eerste artikel naar
aanleiding van de verschijning van het
belangrijke werk van dr. du Prei en
Willi Janke er naar gestreefd een samen
vattende karakteristiek van „Die Nieder-
lande im Umbruch der Zeiten” te geven,
ditmaal willen wij bij enkele der voor
naamste hoofdstukken stilstaan. Ten ein
de zich een goed oordeel te kunnen vor
men over de wijze waarop de medewer
kers erin geslaagd zijn hun bijdragen op
het hooge peil te houden, dat de samen
stellers zich voor het boek in zijn geheel
hebben gedacht, is het gewenscht het
„Zum Geleit” nader te bezien, dat de
Rijkscommissaris Rijksminister dr. Seyss
Inquart als voorwoord wel aan dit werk
heeft willen medegeven. Dr. Seyss In
quart toch stelt in de eerste plaats het
doel vast, dat men met de uitgave van
dit werk heeft beoogd. Dit doel is aan
te toonen, welken ontwikkelingsgang Ne
derland, dat eens een deel van het Duit
sche Rijk vormde en dat in 1648 zijn
staatkundige zelfstandigheid verkreeg,
heeft doorgemaakt, een ontwikkeling,
waarbij steeds het contact met Duitsch
land in stand werd gehouden. De Rijks
commissaris wijst er dan op, dat het
vooral het wanbegrip der Duitsche vor
sten is geweest ten aanzien van den
geestelijken strijd van het Nederlandsche
volk, dat de innerlijke breuk tusschen
ons land en het Duitsche Rijk ten ge
volge heeft gehad. Echter, zoo gaat de
Rijkscommissaris voort banden van
velerlei aard op alle gebieden van het
cultureele en economische leven zijn tus
schen de beide Germaansche volken blij
ven bestaan en nooit heeft hun cultuur
zich zoo ver van den gemeenschappe-
lijken wortel verwijderd, dat niet hun
bloedgemeenschap ten allen tijde zou
kunnen worden herkend.
Op deze voorhanden zijnde gemeen
schappelijke grondslagen verder te bouwen
en teruggaand tot den gemeenschappe-
lijken wortel en blijvend binnen het
kader van de Europeesche nieuwe orde,
nieuwe gemeenschappelijke bindingsvor-
men te scheppen, dat is de in deze ruimte
gestelde opgave. Als dit boek een bij
drage levert om de van oudsher be
staande banden te versterken en de in
den loop van de laatste 300 jaren opge
richte scheidingsmuren te slechten, dan
heeft het boek zijn opgave in den zin
der gegeven doelstelling vervuld. En dr.
Seyss Inquart besluit: „Ik. hoop, dat
Duitschers en Nederlanders van de hun
hier geboden mogelijkheid oude en nieu
we wegen van wederzijdsch begrip te
leeren kennen, rijkelijk gebruik zullen
maken en aldus den weg tot elkander
zullen vinden.”
De weg tot elkander
In deze woorden moet men het „Leit
motiv" zien, waardoor dit belangwekken.
voor zoover dit mogelijk was in overeen
stemming met de eischen van de bezet
tende macht Dat er bestuursmaatregelen
zijn getroffen, die den indruk maken van
straf en hard te zijn, was niet te ver
mijden. De Duitsche bestuursinstanties.
aldus dr Rabl, moeten ook aan den
„Ernstfair’ denken. Men mag niet ver
geten, zegt hij, dat Nederland als gevolg
van zijn ligging, altijd met de mogelijk
heid heeft rekening te houden, in
eindafrekening met Engeland in
gaande mate betrokken te worden.
In een land, dat zich zoo direct bevindt
aan de Peripherie van geweldige oorlogs
gebeurtenissen, kan het niet anders, dan
dat het bestuursapparaat met straffe
hand wordt toegepast en dat de bestuurs
bevoegdheden blijven binnen het directe
bereik van de bezettingsautoriteiten.
Met een citaat ontleend aan de groote
redevoeringen van den Rijkscommissaris,
uitgesproken op 26 Juli 1940 en op 12
Maart 1941, wijst dr. Rabl dan nogmaals
op den geest waardoor het Duitsche be
stuur wordt bezield, een geest die harte
lijke samenwerking beoogt tusschen Duit
schers en Nederlanders en die ook de
mogelijkheden vdor deze samenwerking
opent
Of, om het met de woorden van den
Rijkscommissaris te zeggen: „Wij willen
heelemaal niet voor altijd als bezettende
macht in dit land blijven. Wij willen, dat
de Nederlanders zelf uit innerlijke over
tuiging en met den inzet van hun geheele
wezen, aantreden voor het groote werk
van den opbouw van ons Germaansch
gemeenschappelijk gebied en daarmede
van een nieuw Europa.”
Dezen inzet mogelijk te maken, zoo
besluit dan dr. Rabl tegen alle histo
rische en actueele, sociale en politieke,
confessioneele en wereldbeschouwende be
lemmeringen in, is de opgave van het
Duitsche civiel bestuur. Zoo er nog mis
verstanden op dit bijzondere en vaak de
licate gebied mochten bestaan, dan zul
len zij door deze klare beschouwingen
van dr. Rabl in een der belangrijkste
hoofdstukken van het boek voor goed
zijn weggenomen.
Dit tweede gedeelte van het boek
wordt verder voltooid door bijdragen van
mr. A. J. Backer over het werk der Ne
derlandsche bestuursinstanties sedert de
instelling van het Rijkscommissariaat,
van den commissaris-generaal voor het
veiligheidswezen Rauter over wezen en
geschiedenis der Nederlandsche politie en
van den Reichshauptstellenleiter Sommer
over het werk van de N.S.D.A.P. in Ne
derland. Al deze bijdragen getuigen van
een wilsgerichtheid op het gemeenschap
pelijk belang, waarvoor men niet anders
dan waardeering kan hebben.
Het derde gedeelte van het boek is ge
wijd aan het cultureele leven in Neder
land.
Professor, hebt u even tijd om me
Mars aan te wijzen?
Jazeker, kijk, zie je daar dat ster
renbeeld? Ja, dat daar met die vijf ster
ren vlak bij elkaar en die twee er on
der. Nou, de linksche van die twee, dat
is Mars. Tracht nu in die sterrengroep
niet een of ander bekend sterrenbeeld
te herkennen, want je ziet het uitspan
sel nu van een geheel andere zijde, dan
je gewend bent. Eerlijk gezegd kan ik
er zelf ook nog niet heelemaal uit wijs,
daarom is Jan Deking zoo vriendelijk
om met mijn fotqtoestel diverse foto’s
te maken, opdat ik ze- later op mijn ge
mak zal kunnen bestudeeren”.
Maar professor, als ik naar Mars
kijk, heb ik niet den indruk, dat we erg
hard zijn opgeschoten. Het is nog bijna
net zoo n klein stipje, als toen we van
de aarde vertrokken.
Ja. maar vergeet niet, dat onze
snelheid elke seconde weer grooter
wordt, zoodat Mars met een steeds
grootere snelheid dichterbij komt Ik be
loof je. dat we. onvoorziene omstandig
heden voorbehouden, over vijftig uur op
Mars zullen landen.
Nu, dat zullen we dan maar hopen.
Dames en heeren, zooals u tot uw ver
wondering wel gehoord zult hebben,
spreekt de Bulgaarsche professor Kir
mensky vloeiend Hollanasch. Maar hij
is dan ook al vijf jaar in Holland en
1
- 5
vaststellen, dat alle medewerkers dezen
wensch van den Rijkscommissaris hebben
verstaan en dat zij er ook in zijn ge
slaagd den weg te effenen of den weg
te wijzen waarop Duitschers -en Neder
landers elkander kunnen vinden en ver
der kunnen samengaan, samen arbei
dend voor een gemeenschappelijk doel.
Het tweede gedeelte van het boek is,
zooals reeds eerder opgemerkt, gewijd
aan de bestuursinrichting van het be
zette Nederlandsche gebied en ook ten
aanzien van deze belangrijke materie
treft men beschouwingen aan van zeer
bekwame deskundige zijde, waarin men
helder en rijk gedocumenteerd de in
richting van het Rijkscommissariaat tot
in onderdeelen beschreven vindt. Deze
bijdragen geven geen dorre opsomming
van feiten, besluiten en verordeningen,
zij belichten ook bij voortduring den
geest, den bevruchtenden en bezielenden
geest waardoor de bestuursmaatregelen
en de activiteit der civiele Duitsche in
stanties binnen het bezette gebied wor
den beheerscht.
Dit tweede gedeelte van het omvangrijke
werk, dat, naar terloops reeds mag wor
den opgemerkt, door tal van fraaie met
zorg en smaak gekozen reproducties wordt
verlucht, opent met een artikel van dr. dr.
Kurt O. Rabl, diehet bestuursapparaat
van het Rijkscommissariaat in zijn geheel
en in onderdeelen behandelt. Deze speciale
materie zou waarschijnlijk door niemand
beter dan door dr. Rabl behandeld kunnen
zijn, want van dr Rabl weten wij, dat
hij aan de Leidsche Hoogeschool heeft
gestudeerd en dat hij zich op het gebied
van het Nederlandsche staatsrecht naam
heeft verworven. Op zijn artikel Volgt een
duidelijke opsomming van de verschillen
de bureaux van het Rijkscommissariaat
mede in hun onderling verband, waarna
een overzicht van de belangrijkste Neder
landsche bestuursinstanties dit gedeelte
besluit. Na er aan herinnerd te hebben,
dat Rijksminister dr. Seyss-Inquart op 25
Mei 1940 zijn hooge functie aanvaardde,
wijst dr. Rabl erop, dat de invoering van
een civiel Duitsch bestuur in het bezette
Noorwegen driemaal zoo lang op zich liet
wachten ofschoon dit gebied door zijn
geografische ligging in snelle toenemende
mate geplaatst werd buiten de grenzen,
waarbinnen zich de oorlogsgebeurtenissen
zouden kunnen ontwikkelen. Wanneer men
dan bedenkt, dat op den huldigen dag in
de bezette Belgische en Fransche gebieden
geen civiel bestuur werd ingesteld, dan
neemt Nederland in dit opzicht wel een
zeer in het oog loopende uitzonderings
positie in. Het heeft dan ook welbewust
in den wil van de Duitsche staatsleiding
gelegen voor het stamverwante Neder
landsche volk zoo snel mogelijk den weg
te effenen naar normale levens- en arbeids
verhoudingen.
Dr. Rabl staat dan verder stil bij de
nauwe en vruchtdragende samenwerking
tusschen Duitsche en Nederlandsche be
stuursambtenaren, waarna hij een over
zicht geeft van de instelling en van de
werkwijze der vier commissariaten-gene-
raal, welke onmiddellijk onder den Rijks
commissaris ressorteeren. Duidelijk stelt
hij in het licht, dat men het Nederland
sche bestuur in tact heeft willen laten