EEN TOCHT NAAR MARS
BINNENLAND
o
De distributiebonnen
Nederland in de wenteling
den tijd
van
AA
HAAGSCHE COURANT Dinsdag 18 Nov. 1941 TWEEDE BLAD
FEUILLETON
Rembrandt’s zoon Titus op den zegel
„Voor het Kind”
De barnsteententoonstelling in
Amsterdam
8-7-6-0-0
i
i
Kerstpakketten naar het
Oostfront
i i
h *11
Nu de koeien weder
(Weltbild-Polygoon)
digen van tapijten, stoelzittingen enz.
1
Met vereende krachten wordt de motor met zijspan door het
Een bont bewerkte brocaat-
blouse.
Br-, gebak
100
Kaas
gram
125
gram
een
met
(Nadruk verboden.)
uur
na*
(Wordt oervolgdjt
De installatie van den heer W. B. Engelbrecht als com
missaris van de provincie Utrecht. De heer Engelbrecht in
gesprek met den plaatsvervangend leider der N.S.B.,
C. van Geelkerken (links).
(Polygoon-Zeylemaker)
schade
binnen
Men zie ons blad van 8, 11 en 15
dezer.
een
en i
heen, i
geroes
die
welke
U steunt daarmede het mooie werk
van de Nederlandsche Ambulance,
Koninginnegracht22 's-Gravenhage
44-4
44
44
250
250
250
100
VL, VI.w.
Melk
Aardapp.
Aardapp.
Eén van de duizend. Bij een
operatie maakte een veskennings-
afdceling meer dan 1000
gevangenen.
(P.K, Lüthge-HoffmmnJ
Melk I
Aard.
Aard.
Rijst
Havermout
Gort
Verm-, Maiz.
Suiker
Cacao
Koffie-surr.
Jam
(Weltbild-Polygoon)
leeggeloo-
Ik houd
Dezer dagen heeft de mooie oude pomp
van Naaldwijk, dateerend uit 1629,
een plaatsje gekregen voor het even,
eens uit 1629 dateerende raadhuis,
zoodat hier een prachtig hoekje is
ontstaan. (Polygoon-Meyer)
Een artillerie-voltreffer in een bolsjewistische kazerne.
een hartelijker wederzijdsche waardee-
ring factoren van de eerste orde. In dezen
zin zal dit monumentale werk zijn groot-
sche taak volbrengen en een roeping
vervullen waarvoor men de samenstellers
erkentelijk moet zijn.
Boter
Boter m.red.
N.B. Zeep op bon 135 Algem. van 1 t.m.
30 November.
Brood
Brood
Vleesch
44 Vleeschw.
44
44A
44B
meer duren.
Run .„«.Acn. Wanneer
>g eens zal lezen, dan zal
hij’’^k hoofdpijn hebben of het weWra
krifeen Hij heeft dan nog ongeveer
krijgen, nij om deze planeet
Het beroemde barnsteenschip uit Danzig
Dr. Hellbeck, organisator gder barn
steententoonstelling, die Dinsdag 25 No
vember a.s., ’s morgens om elf uur, in het
Rijksmuseum te Amsterdam geopend zal
worden deelde op de dagelijksche pers
conferentie een en ander terzake mede.
Deze tentoonstelling, aldus dr. Hell-
beck. zal in de rij der tentoonstellingen
een zeer bijzondere plaats innemen. Ze
richt zich in bet bijzonder tot hart en ge
moed, brengt kunst en toont practische
toepassing der kunst, gelijk die wel in de
eerste plaats het vrouwenhart bekoren
zal en is in hooge mate interessant. Ze
toont de herkomst van het barnsteen, zijn
geschiedenis, zijn waarde, zijn gebruik in
de kunst, enz.
Het centrum der tentoonstelling is het
barnsteenkog, dat dezer dagen te Amster
dam voor anker is gegaan. Dit is geen
ewooii zeilschip doch 'n zorgvuldige na
bootsing van een oude oorlogskog, gelijk
ze in de 16de en 17de eeuw de zeeën
doorkruisten. Het barnsteenschip komt uit
Danzig. Het is echter naar het bestek en
de bouwplannen van een oud Amster-
damsch admiraalschip gebouwd en zoo
nauwkeurig nagebootst, dat zelfs het ka
liber der kanonnen met de verhoudingen
In de Universiteits-biblintheek aan het Singel
te Amsterdam werd onderz belangstelling van
vele Duitsche en Nederlandsche autoriteiten de
tentoonstelling „Het Duitsche wetenschappelijke
boek” geopend. De vertegenwoordiger van Dr.
Wimmer, Dr. Putlar, tijdens zijn rede.
(Po lygoon-Sagers)
Kazemat-stellingen voor Leningrad werden door de Duitsche troepen
buiten gevecht gesteld. Ook de tankversperringen vormden geen hinder
nis voor de dappere „Feldgrauen”. Terwijl de Infanterie de vluchtende
bolsjewisten op de hielen zit, vlucht de burgerbevolking, van de bolsje
wistische terreur bevrijd, uit het gebied van den strijd.
(P.K, Lehr-Hoffmann)
De C.A.O. voor de metaalnijverheid,
welke verbindend is voor alle werkge
vers in de metaalnijverheid, die op l
Januari 1941 tenminste 25 arbeiders in
dienst hadden, loopt 15 Nov. 1941 ten
einde. Het college van rijksbemiddelaars
heeft voor het tijdvak van 15 Nov. 1941
tot en met 31 Dec 1942 een regeling van
arbeidsvoorwaarden voor deze werkge
vers en voor de bij hen in dienst zijnde
werknemers bindend vastgesteld.
op stal worden gezet, is voor den
koeienknipper een drukke tijd aangebroken. Hij trekt van boer
derij naar boerderij om de dieren te knippen. Het afgeknipte
haar wordt zorgvuldig bewaard en gebruikt voor het vervaar-
---x--i_>xx.--a Poly goon-Kuiper
Acht, zeven, zes, dubbel nul.
Kent u dit getal nog
Het is het gironummer van de Ne
derlandsche Ambulance, de hulp
expeditie. die straks naar het Oost
front vertrekt, om hulp te bieden
aan de gewonde strijders. Acht,
zeven, zes, dubbel nul, een getal
dat u m uw geheugen moet pren-
en. een getal, waarvan u gebruik
moet maken. Neem uw giroboek
of een girobiljet ter hand en maak
een bedrag over op girorekening
Vanwege het hoofdkwartier van het
Vrijwilligers-Legioen Nederland worden,
thans aan de daar bekende adressen van
familieleden de binnendoozen verzonden
voor de standaard-Kerstpakketten, die aan
elk der bij het Legioen, de Waffen S.S.,
de N.S.K.K., de Nachrichtentroepen dienst
doende Nederlanders op naam zullen wor
den toegezonden. Deze binnendoozen kun
nen door de familie naar wensch worden
gevuld, doch bij voorkeur met een wollen
kleedingstuk. Ontraden wordt aan bederf
onderhevige eetwaren bij te pakken. Een
brief kan worden bijgevoegd, enveloppe
niet sluiten. Door enkele families werden
geschenken in eigen verpakking aan het
hoofdkwartier toegezonden. Indien daarbij
1 de naam van een vrijwilliger werd ge
noemd, werd het gezondene voor zooveel
mogelijk overgepakt in een modeldoos. Wat
hiervan overbleef werd bestemd om te
verdeelen in pakken aan vrijwilligers, die
niets van familie of bekenden toegezonden
krijgen. Aangenomen is dat allen hier
mede accoord gaan. Aan familie of be-
kenden in Nederland van Nederlandsche
vrijwilligers, wier laatste woonplaats in
het buitenland was, wordt mede verzocht
een binnendoos aan te vragen en voor de
vulling zorg te dragen, daar de ledige doo-
zen niet eerst naar het buitenland gezon
den kunnen worden. Tenslotte wordt er
de aandacht op gevestigd, dat voor alles
I wat betreft deze Kerstpakketten het adres
uitsluitend isHoofdkwartier Vrijwilli
gers-Legioen Nederland, Koninginnegracht
22. den Haag.
loopig zullen we hier wel vandaan moe
ten. Er zit niet veel anders op.
Voorloopig? Zeg maar gerust voor
goed. Wat hebben we hier op die afge
leefde planeet nog te zoeken?
Op het oogenblik hebben we hier
inderdaad niets meer te zoeken, maar
je wilt toch zeker nu den moed al niet
opgeven? Het wil alleen maar zeggen.
van het origineele schip geheel overeen
komt. Het schip ziet er sprookjesachtig
uit, de zeilen hebben goudglans, zoo ook
de rijk gebeeldhouwde achtersteven.
Sprookjesachtig is het materiaal, waarme
de het gebouwd werd, n.l. glanzende
barnsteen, het goud der zee. Sprookjes
achtig is ook de gedachte, met dit trot-
sche admiraalschip een tocht als
droom naar verre landen te doen. Het
schip heeft reeds bijna de gansche we
reld doorreisd. Te Kopenhagen wekte het
evenveel opzien als in de Vereenigde Sta
ten. Als nu binnenkort de bevolking van
Amsterdam dfe gelegenheid heeft in het
Rijksmuseum naast vele andere kostbaar
heden uit het goud der zee vervaardigd,
ook dit trotsche schip te bewonderen, zal
er ongetwijfeld slechts één oordeel zijn
het is het meest betooverende schip, dat
ooit te Amsterdam het anker wierp.
Bij de opening der tentoonstelling op
Dinsdag 25 dezer zullen senator dr. Böhm-
ker en de burgemeester van Amsterdam,
de heer Voute, het woord voeren. De
laatste zal inzonderheid op het historisch
verband tusschen Danzig en Amsterdam
ingaan.
moeden van had. En niemand zou het
ooit te weten, zijn gekomen, als wij niet
stom toevallig op dezelfde plek waren
geland. Hier staan we nu voor de lugu
bere resten.
We wringen ons weer naar buiten.
Verlicht haal ik adem. Buiten staat pro
fessor Kirmensky. Aan de andere zijde
van het kanaal heeft hij inderdaad res
ten van een oude stad gevonden. De
stad was echter in die duizend jaar ge
heel in elkaar gestort en verpulverd,
zoodat er weinig van te onderscheiden
was. Op het puin had zich het bruine
mos vastgezet. Zoo op het oog onder
scheidde net zich in niets van de om
geving en de professor had het mos
moeten wegsteken, om iets van het puin
te kunnen zien. Het had een dofgrijze
kleur en het leek wel wat op ons beton,
hoewel het njet zoo hard is, want het is
in duizend jaar geheel verpulverd, ter
wijl ons gewapend beton een duurzaam
heid van een paar duizend jaar heeft.
Als1 ik iets over het vergane leven
van Mars zou willen w< ten, dan zou ik
eerst de heele stad moeten ontgraven
meent de professor.
Nou. zeg ik op een licht spottenden
toon, welke mijn teleurstelling moet
verbergen, dan mag u wel razend
vlug zijn, want binnen de twintig uur
moeten we hier weer weg, vanweve hi.
hoofdpijn.
Ja, zegt Westdijk, terwijl hii
denkend voor zich uit staart, -- vqqj.4
mulle zand geholpen.
Atlantic-Holland.)
1 rantsoen BL, Br. Geh.
gram
gram
gram
gram
weer te verlaten, vóór de dood ook hem
besluipt. Het komt, doordat de lucht
hier wel zuurstof en stikstof bevat, even
als bij ons op aarde, maar daarnaast
ook nog een op koolmonoxyde gelijkend
gas, dat alle leven hier op den duur
onmogelijk maakt. Dr Maitland heeft
dat ontdekt
Hij neen nog meer ontdekt. Aan de
andere zijde van dit kanaal liggen de
resten van een groote havenstad. Veel
is er met meer van over. Volgens dr.
Maitland heeft er op deze planeet een
bloeiende, welvarende samenleving be
staan. De resten van de havenstad en
dit uitgedroogde kanaal getuigen ervan.
Door een oorzaak, welke dr. Maitland
niet verklaren kon, zou zich in de at
mosfeer van Mars langzamerhand dat
vreemde, aan koolmonoxyde verwante
gas ontwikkeld hebben, dat het leven
meer en meer onmógelijk maakte en
tenslotte langzaam maar zeker alle le
ven op deze planeet uitroeide. Tegelijk
hiermede is een langzame uitdroging
begonnen. De oceanen en kanalen zijn
grootendeels uitgedroogd. Dit proces is
nog niet zoo heel lang aan den gang,
misschien pas een duizend jaar. Daar
om is de grond in dit kanaal nog zoo
drassig en is het bodembegroeisel van
dit kanaal en van den zuidelijken
oceaan'zoo donker van kleur. Op het
vasteland is het water al veel langer
verdwenen. Daardoor is het begroeisel
ouder en dientengevolge roodbruin.
Dat ia alles. Wanneer iemand dit
4
1
U liter
11 k.g
i k.g.
2 t.m. 29 November 1941
136 Algem.
Ie per. cacao
137 Algem.
138 Algem.
139 Lm. 142
Algem.
D en E Hav.
143 Algem.
144 Algem.
149 Algem.
145 Lm. 148
Algem.
2 Lm. 20 November 1941
51—52 Boter
51—52 Vet
16 Lm. 22 November 1941
rants,
rants,
rants,
rants.
mocht lezen, dan weet hij dus, dat hy
weer terug kan gaan. Er is in deze
bruine hel niets voor hem te zoeken.
Het is een oude, afgeleefde planeet,
welke haar dienst heeft gedaan.
Nu moet ik nog vertellen hoe we hier
kwamen. Ik zal het kort doen, want ik
voel, dat het niet lang meer duurt. Ik
verg te veel van mijn krachten. In te
legramstijl dus.
Dr. Maitland is de uitvinder van een
explosieve stof, welke hij „Dynatron”
heeft genoemd! De explosiekracht is zoo
ontzettend, dat hij niet den moed had
het aan de wereld bekend te maken. Hij
wilde „Dynatron” gebruiken om per ra
ket naar Mars te vliegen. Dit moest
mep in het geheim gebeuren. Eerst bji
terugkomst wilde hij den tocht bekend
maken. Ik, Jack Wilburn, zou assistee-
reu. Op 5 November 1941 zijn we ge
start in Louisiana U.S.A. Niemand heeft
ui; 0011 geweten. Niemand zal het ooit
weten. Tijdens de controle van den
zuurstofvoorraad ontplofte een cylinder
en verwondde dr. Maitland ernstig De
andere cylinders zijn snel 1,
P®®Dr. Maitland is nu dood
beL°vk niet 4ng meer u MÜn krachten
even me langzamerhand... Ik stop
SiïSÜ*" m”r willen
on?' ?st '’«rtore» 1»
de v/Z.geSpeeJd’ ZOn1er dat iemand op
e verre aarde er ook maar eenig ver-
voltrekt op het gebied van. de Neder
landsche handels- en deviezen-politiek,
waarbij hij o.m. in het licht stelt van
hoe groote beteekenis het is geweesL
dat de Duitsch—Nederlandsche deviezen-
grens werd opgeheven. Duitschland is
ook vroeger een der belangrijkste han-
delspartners van Nederland geweest, al
dus de heer von Boeckh en thans is
Duitschland de voornaamste leverancier
en afnemer. Deze feiten, besluit hij, too-
nen het succes aan van de nieuwe orde
ning van de Nederlandsche economische
betrekkingen binnen de Europeesche
ruimte. Een verdere uitbouw is voor het
economische leven van Nederland, door
uitbreiding van het handels- en betalings
verkeer van de grootste beteekenis.
Over den Nederlandschen landbouw
schrijft Franz Graf Grote, hoofd van de
afdeeling voedselvoorziening en agrari
sche zaken bij het Rijkscommissariaat,
over de Nederlandsche industrie geeft
Oberregierungsrat dr. Fr W. Heinemann
zijn indrukken, terwijl Finanzprasident
dr. Rudolf Rinkefeil beschouwingen geeft
over de Nederlandsche financiën.
Fraaie reproducties naar foto’s, welke
een karakteristieke impressie geven van
ons boerenleven, verluchten dit gedeelte
van het boek. Er is geen onderdeel van
ons agrarisch leven, dat Graf Grote niet
met groote deskundigheid heeft behan
deld de Duitsche lezer kan er zich een
volledig beeld van vormen. Aan het slot
van zijn beschouwing noemt hij enkele
ingrijpende maatregelen, welke deels
reeds werden toegepast, deels in voorbe
reiding zijn, zooals de ariseeringswet
voor den landbouw en de oprichting van
een landbouw-economische centrale cre-
dietinstelling. Voor deze en dergelijke
maatregelen maar Duitsch voorbeeld stelt,
constateert Graf Grote, de Nederlandsche
boer zich gemakkelijk open.
De voornaamste takken onzer industrie
vormen het onderwerp van beschouwingen
van dr. Heinemann, die in den aanvang
van zijn studie ook nog stilstaat bij het
probleem van de grondstoffenvoorziening
van industrieel Nederland. Alle maat
regelen zijn er op gericht het productie
vermogen te verhoogen.
De omvangrijke zeer gedocumenteerde
studie van dr Rinkefeil over Nederland’s
financiën begint met vast te stellen in
welke positie de staatsfinanciën verkeer
den bij het uitbreken van den oorlog,
waarna hij de financiering van de be.
hoeften van den staat beschouwt tijdens
de bezetting. Bij de nieuwe belangrijke
belastingweten van einde ’4u en begin
’41 staat de deskundige schrijver uitvoe
rig stiloverzichtelijke staten dragen er
toe bij de groote beteekenis der nieuwe
belastingen, ook uit een oogpunt van so
ciale rechtvaardigheid, goed het licht
te stellen. Dr. Trabold schrijft over de
prijspolitiek, dr. ing Bolle over het ver
keer in Nederland, in het bijzonder het
binnenscheepvaartverkeer, terwijl dr. Pini
het wegverkeer behandelt. Tenslotte be
handelt dr. jur. Willy Thomas het spoor
wegverkeer, waarna een doorwrochte be
schouwing van dr. C. Völckers over Rot
terdam, „stad in wederopbouw” dit be
langrijke gedeelte van het boek besluit.
De beteekenis van Rotterdam als Euro,
peesche transitohaven wordt door dr.
Völckers sterk naar voren gebracht.
Alle bijdragen in deze economische af
deeling van het boek brengen een rijk
cijfermateriaal, de stof is overzichtelijk
behandeld en de nieuwste gegevens zijn
er in verwerkt. Zoo zijn alle factoren
aanwezig om den Duitschen lezer een
vclledigen indruk te geven van wat in
Nederland tot op den huidigen dag werd
gepresteerd en van de veranderingen,
welke zich bezig zijn te voltrekken bin
nen het kader van een nieuwe wereld-
huishouding. Opvallend is het, dat aan
dit gedeelte van het boek geen Neder
landsche deskundigen hebben medege
werkt.
Het zesde en laatste gedeelte van het
boek is gewijd aan het Nederlandsche
landschap en aan dé' bevolking in de
verschillende provincies. Dr. ing. Her
mann Roloff en dr. Wolfgang Ispert too-
nen zich hier goede kenners van land en
volk. Dr. Ispert -vijst nadrukkelijk op de
groote gehechtheid van het Nederland
sche volk aan zijn groot verleden. Het
heeft echter, meent hij, voldoende zin
voor realiteit, om te beseffen, dat thans
het oogenblik is gekomen om met nieuwe
inzichten en nieuwe idealen den nieuwen
weg op te gaan naar een toekomst, welke
op een herboren continent nieuwe groote
mogelijkheden biedt, welke vallen binnen
het vermogen van zijn aard en talenten.
Op den rijkdom van foto’s en kaarten
in dit boek wezen wij reeds. Een over
zichtelijke inhoudsopgave en een alfabe
tisch register vergemakkelijken het na
slaan.
Dit groote werk van dr. du Prei en
Willi Janke, dat voor het Duitsche volk
en het onze het zoeken naar „den weg
tot elkander” niet langer tot een pro
bleem maakt, ontleent zijn groote betee
kenis voornamelijk aan zijn geargumen.
teerden inhoud. Het is niet geheel zonder
gebreken, wij hebben er enkele in den
loop dezer beschouwing aangeduid
maar het is met helder inzicht, óók in
Nederland’s moeilijkheden, en met groote
kennis van zaken geschreven, recht op de
feiten af. De Nederlandsche lezer zal ook
de groote tact waardeeren, waarmede
vele min of meer delicate punten zijn
behandeld, ofschoon er nog wel een
enkel zinnetje in het boek is blijven
staan, dat we liever geschrapt hadden
gezien. Meer aandacht zouden wij ook
gaarne besteed hebben willen zien aan
de vele sociale hervormingen en aan het
godsdienstige leven in ons land. Maar
uiteraard doet dit niets af aan de groote
beteekenis van het werk in zijn geheel.
Tegenover subjectieve suggesties komt
uit dit werk een objectieve bewijskracht
naar voren, welke niet hoog genoeg kan
worden aangeslagen. In de wenteling van
den tijd is veel in Nederland hecht en
sterk blijven staan, i? veel bewaard ge
bleven. dat als basis dienen kan voor zijn
verdere ontwikkeling binnen de nieuwe
lijnen. Voor deze verdere ontwikkeling
vormen tusschen Duitschers en Neder
landers een beter begrip over-en-weer en
1 k.g.
50 gram
250 gram
500 gram
Economische mogelijkheden
IV)
Men kan slechts waardeeren, en het
is een bevestiging van het juiste inzicht
waarmede het groote werk van dr. du
Prei en Willi Janke werd opgezet
dat het vijfde deel van het boek, gewijd
aan het economische leven in ons land,
verreweg het omvangrijkste is. De
economie van ons land in dezen tijd van
ingrijpende continentale hervormingen
eischt alle aandacht opop elk gebied
der staatshuishouding, op financieel, in
dustrieel, handels- en agrarisch domein
voltrekken zich veranderingen, welke,
verdienen met de meeste nauwlettendheid
gevolgd te worden. De oude wereld-
economische grondslagen brokkelen af of
werden reeds ten deele vervangen en
Nederland als koloniaal wereldrijk, naar
het zielental, van de tweede orde, is van
zelfsprekend bij deze wijzigingen ten
nauwste betrokken. Niet in iedere be
schouwing in dit vijfde deel van het boek
wordt met de positie van Nederland als
groote koloniale mogendheid rekening
gehouden. Dit was trouwens niet altijd
mogelijk in verband met de oorlogsom
standigheden het gevaar diende ver
meden te worden al te nauwkeurig richt
lijnen voor de economische ontwikkeling
uit te stippelen zonder met de positie
van ons land als koloniaal rijk in vol
doende mate rekening te houden.
De commissaris-generaal voor financiën
en economische zaken bij het Rijkscom.
missariaat dr. Hans Fischböck opent de
lange reeks van bijdragen met een be
schouwing van de Nederlandsche econo
mie binnen de Europeesche ruimte. Hij
herinnert aan de woorden van Rijks.
maarschalk Hermann Goring, die op
7 Jurii 1940 heeft verklaard, dat Neder
land in economisch opzicht niet beter en
niet slechter zou worden behandeld dan
het Duitsche Rijk. Nederland nam in dat
opzicht direct een gunstige uitzonderings
positie in vergeleken met andere be.
zette gebieden. Na een overzicht te heb
ben gegeven van de belangrijke maat
regelen kort na de bezetting getroffen,
financieel en economisch, zet dr. Fisch
böck uiteen, dat het voor het Nederland
sche volk meer nog dan een levensbe
lang, een levensnoodzakelijkheid is, op.
genomen te worden binnen de Europee
sche economische levensruimte, onafhan
kelijk van de politieke grenzen, waarbij
economische toestanden van liet jongste
verleden onnjogelijk meer in beschou.
Ylng kunnen komen. Wie meenen mocht,
dat deze nog niet voor goed hebben af
gedaan, zal tot zijn schade ontdekken,
dat de ontwikkeling binnen de richt
lijnen der gelijkgerechtigheid van den
Rijksmaarschalk en binnen het kader
eener nauwe samenwerking met het
Duitsche Rijk toch, tegen elke belemme.
ring in. haar voortgang hebben zal.
Het artikel van dr. Fischböck wordt
gevolgd door een bijdrage van Ministe-
rialrat Hans von Boeckh. die schrijft
over de nieuwe ordening, welke zich
dat we nu voor een nieuwe groote taak
staan.
Hoe bedoel je dat? vraag ik
nieuwsgierig, niet begrijpend, welke
grootscne taak ons hier in de bruine hel
zou kunnen wachten.
Wel, als we er eens in konden sla
gen om bijvoorbeeld een stof uit te vin
den, welke dat giftige gas neutralisee-
ren kan. Als dat gas er door een of
andere oorzaak is ingekomen, dan moet
het er toch ook weer op een of andere
manier uit te halen zijn. En dan kunnen
we Mars als hét ware tot nieuw leven
wekken.
woorden karakteriseeren
westdijk volkomen. Eenvoudig, alsof
het de gewoonste zaak van de wereld
is, legt hij ons deze mogelijkheid voor,
waar w(j nog geen oogenblik aan heb-
b*P Bedacht. Terwijl wij teleurgesteld
stil blijven staan voor een hindernis,
welke onneembaar lijkt, heeft Westdijk
ai een middel gevonden om die hinder-
x,n?.en1. En »dee is niet eens
zoo fantastisch.
14)
Een poosje zegt hij niets. Dan herstelt
bij zich weer. Er is nu geen tijd om
zijn gevoelens den vrijen loop te laten,
want we moeten verder en hij is de
commandant.
Kom eens mee, dan zal ik je wat
laten zien.
We'stappen de roestige, scheefgezakte
raket binnen. Met moeite wringen we
ons tusschen de half verdane en in
elkaar gestorte buizen en binten door.
Binnen in de bedompte cabine heerscht
onbeschrijflijke wanorde. Toestellen
apparaten hangen half door de tafels
groen aangeslagen en totaal door-
•t Alles verkeert in verregaanden
staat van verval. Het plafond is gedeel-
telijk ingestort *n ook de vloer vertoont
hier en daar gaten, zoodat^we uiterst
voorzichtig moeten lo°P®'’ h—'l't
ligt een skelet en in den hoek hangt
half over een stoel heen nog een.twee-
de. Het is een lugubers
voor ons niet bijster opwekkend. Je
kunt je voorstellen, dat een vergaan
schip op den bodem der zee er ook on
geveer zoo uitzieL
Van 1 December af verkrijgbaar
Het portret, dat, Rembrandt in 1655 van
zijn zoontje Titus maakte, is dit jaar het
onderwerp van den nieuwen weldadig-
heidszegel. „Voor het kind”, die van 1
December e.k. af tot en met 5 Januari 1942
verkrijgbaar zal worden -gesteld.
Het portret, een der schilderkundig en
psychologisch voortreffelijkste en inne
mendste, die Rembrandt schilderde, is
sinds korten tijd het kostbaar bezit van
het museum Boymans te Rotterdam, waar
het na de verwerving eenigen tijd te be
zichtigen is geweest. Wegens de gevaren
van dezen tijd is het thans niet meer ge
ëxposeerd. De zegel is door Anton van
der Valk voor de rotogravure-reproductie
geteekend. Hij wordt in vijf waarden en
Kleuren uitgegeven, t.w. bruingrijs voor
de frankeerwaarde IJ cent, olijfgroen
voor de frankeerwaarde 2J cent, blauw
voor de frankeerwaarde 4 cent, groen
voor de frankeerwaarde 5 cent, rood-bruin
voor de frankeerwaarde 7J cent. Zooals
bekend, worden deze zegels, „Voor het
kind” verkocht met een toeslag boven de
frankeerwaarde Deze extr^-opbrengst
komt ten goede aan het kind in het alge
meen. dat bescherming en hulp behoeft.
De zuigelingenbescherming is in dit geval
uitgezonderd. De toeslag bedraagt: voor
den zegel van IJ cent, IJ cent, voor dien
van 2J cent 2J cent, voor dien van 4 en 5
cent. 3 cent en voor-dien van 7J cent 3J
cent. De afmetingen van den zegel zijn
18 x 27 m m., hij is zoowel in binnen- als
buitenlandsch verkeer geldig tot en met
31 December 1946.
Westdijk geeft me een klein vergeeld
notitieboekje.
Dat lag daar op tafel. Daar heeft
hij twintig jaar geleden zijn einde in
beschreven, zegt hij, op het skelet in
den hoek wijzend. Lees het maar,
dan zul je begrijpen, waarom we hier
op Mars verder uitgepraat zijn. Je weet
dan meteen, hoe we allemaal aan die
razende hoofdpijn komen.
Met moeite ontcijfer ik het kleine,
kriebelige schrift.
Misschien, dat iemand dit nog eens
zal lezen. Waarschijnlijk is het niet.
Wanneer ooit nog eens iemand naar
Hpze vervloekte planeet zal komen, dan
7al het nog toevallig zijn, als hij juist
on deze plaats landt en ons hier vindt.
T^ch schrijf ik. Ik wacht op den dood,
I - welke zich reeds heeft ont-
termd over dr. Maitland, die hier naast
fermd over u d Ugt Ontfermd i8
n?nk het goede woord niet. Onzicht-
hAr de dood naderbij geslopen, als
een g mpende bedreiging, welke je niet
een giu p aar waarvan je de aanwe-
duidelijk kunt voelen. Ik schrijf,
wam als k kalm ga zitten wachten.
ik nek Ik heb net erg benauwd,
want de zuurstofvoorraad raakt ten ein
de D^ hoofdpijn is ondraaglijk gewor
den Het zal niet zoo lang m—-’■’-en.
Ik moet het kort maken.
iemand dit noi
Hij heeft dan nog
twintig uur
SS
F
F W
i
S
ssj