Nederlandsche Artsenkamer
opgericht
I
I
I
I
I
ll
No. 18063.
Ministerpresident Salazar onthult
den achtergrond
over
voor
de Engelsche invasie
Sensationeele mededeelingen
de motieven en voorwendsels
VOOR EEN VRIJ
NEDERLAND
W1NTERHULP-
COLLECTE
VERDUISTEREN
1941.
I
I
xz
Zaterdag 20 December.
I
5
5
J
Met Duitschland
voor een vrij
Nederland
Zonder lid te zijn kan geen
arts zijn beroep
uitoefenen
Ir. Damme treedt af als
directeur-generaal
der P.T.T.
Benoemingen
Artsenkamer
Troepen geland toen f
onderhandelingen
nog gaande waren
1
worden geholpen.
Voor '«-Gravenhage bij vooruitbet. per 3 mnd. met „Kikeriki”, „De Nieuwste Mode”
„Koloniaal Bijblad" en „Letterkundig Bijblad” ƒ3.15. Franco per post met Mode
blad f 4.20 zonder Modeblad f 3.95. Buitenland f 9.45- Landen waarop bet
verlaagd intern drukwerk-posttarief van toepassing is f 7.35 p kw. Bij postkantoren
tegen de geldende goedgek. abonn.prijzen. Afz. nummers 5 ct, fr. p. post 10 ct
Heden
Van 15 regels /1.75. Iedere regel meer tot 10 regels 45 ct, daarna Iedere regel
meer 50 ct. Reclames 95 ct. per regel. Bewijsnummers 5 ct fr. p. post 10 ct.
Incasso binnen de stad 5 cent bulten de stad volgens posttariet Bij
vooruitbetaling: Kleine Advertenties 95 ct; Dienstaanbiedingen 75 ct -•
Advertentiën waarin voorkomt „Brieven aan het bureau van dit blad” 10 ct meer.
Deze courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
BUREAUX WAGENSTRAAT 35—37
Telefoon 116300 (zeven lijnen) - Giro No. 12500
Men ging buiten de aangegane
onderhandelingen om
Het zenden van Australische
en Ned.-Indische troepen
5
xz
I
5
s
5
g
en morgen: van 5.28 uur
nam. tot 9.48 uur v.m.
Bepalingen betreffende
beroepsgeheim
Verordening van den Riks
commissaris verschenen
Ir. W. L Z. van der Vegte
volgt hem op
ft
2
Portugeesch officier zou naar
Singapore zyn gezonden
Op 2 December heeft de Britsche
geering met voldoening kennis genomen
van ons antwoord en medegedeeld, dat
zij het geval aan de Australische regee
ring had voorgelegd en dat deze het be
richt van de houding der Portugeesche
regeering eveneens met voldoening had
vernomen. Het voorstel werd gedaan, dat
een Portugeesch officier naar Singapore
zou worden gezonden, ten einde daar te
zamen met Engelsche en Australische
vertegenwoordigers te beraadslagen over
de bijzonderheden, waartoe het opperbe-
vel in Oost-Azië moest overgaan. Boven-
dien achtte men het doelmatig, dat een
vertegenwoordige/ van de Nederlandsch-
Indische regeering zou deelnemen aan de
beraadslagingen, in geval de Portugee-
sche regeering zich daarmede accoord
verklaarde.
Maandag a.s. huizencollecte.
Zeer vele landgenooten moeten
worden geholpen.
Wie helpen kan, offere met J
milde hand. J
„Door het volk, voor het volk”, t
Hulp op grond van de
verdragen
HAAGSCHE
COURANT
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
PRIJS DEZER COURANT:
DE OVERVAL OP TIMOR
Penang door de Japanners bezet. De hoofdstraat van deze stad.
Orbis-Hollaruff
Het
be-
be-
ft
gou-
re-
(Zie verder 2e blad, pag.
door een garantie op het postvervoer.
•lad, pao 2.)
(Zie verder 1
gewoonlijk zeggen, dat het
rnr-s W 1 -
1
weer
niet
over
uit.
Nachtdienst DOKTERS: Tusschen
10 u. nam. en 7 u. v.m.: No. 394920
brengen. Nederland ging hier de geheele -
voor ge
stand te
officier zou
deelnemen aan onze besprekingen, aan
gezien de tegenwoordige alliantie tusschen
het Britsche rijk
instanties in Londen geen 1
heeft op Portugal. De Portugeesche offi-
Bijkantoor; Scheveningen Keizerstr 319, Tel. <>50310; Filialen: Rijswijk
Kantoorboekh. Leeuwendaal, Oranjelaan 3, Tel 119461, Voorburg, Boekhan
del H. E G. Ruys, Heerenstr. 124, Tel. 778038; N.V Kantoorboekh. Th. J
de Koning, Goudsbloemlaan 3, Tel. 330263; Boekh. J. B. v. Beters Jr., There-
siastr. 108a, Tel. 772444: Boekh. E. O Couvée. van Hovtemastr. 66. Tel. 721187
□e kwestie werd toen nogmaals zeer
duidelijk besproken, opdat de Engel
sche ambassadeur er geen twijfel over
zou kunnen hebben, dat men buiten de
aangegane onderhandelingen om ging,
want de Engelsche ambassadeur had
verwezen naar een andere hypothese
dan die eener agressie en de Portugee.
sche regeering had als uitdrukkelijke
basis der hulpverleening gevaren of
verwachtingen beschouwd, die door de
feiten nog geenszins bevestigd werden.
De instructies van den gouverneur wa
ren duidelijk en waren ook niet gewij.
zigd. De gevraagde bespreking echter
zoudetp wij niet van de hand wijzen.
In dezen zin werden bevelen aan Ti
mor gegeven.
V»
V
I
Ziekenfondsledsn de Volharding:
No. 116364; zg. Stadspat Hinten No. 49
Maan: 20 Deo. onder 8.26 u. nam.
21 Deo. op 11.49 uur v.m., onder
9.38 uur nam. 22 Dec. op 12.24 uur
n.m. onder 10.50 uur nam.
De Portugeesche Landdag i
middag in een buitengewone zitting bij
eengekomen. Het Huis was tot op de
laatste plaats bezet. In de diplomaten
loge waren de vertegenwoordigers van
de buitenlandsche mogendheden aanwe
zig. Voor het paleis waren de patriotti
sche organisaties en een duizendkoppige
menigte bijeengestroomd om de rede van
den ministerpresident, die door middel
van luidsprekers werd uitgezonden, te
hooren. Toen dr. Salazar de zaal betrad,
werd hij begroet met een eindeloos ap
plaus van den kant van de regeerings-
leden en afgevaardigden.
In zijn rede verklaarde Salazar, dat hij
een uiteenzetting wilde geven van de
feiten. Woensdagochtend, zoo verklaarde
hij, is een troepenmacht naar het
schijnt Australiërs en onder Britsch be
vel staande Nederlandsch-Indische strijd
krachten in Dili geland op Portugeesch
Timor om de voorgewende reden, de ko
lonie te zullen beschermen tegen een
voor de deur staanden Japanschen aan
val. Stilzwijgend passeer ik de campagne
aldus Salazar die voor eenige we
ken in een zeker deel van de wereldpers
is ingezet ten aanzien van Timor en de
bezorgdheid betreffende de Portugeesche
koloniale politiek, een campagne, die
schommelt tusschen geïnteresseerdheid en
belachelijkheid en waarin eischen betref
fende niet verleende monopolies en de
schrik voor de Japansche „infiltratie”,
die bestaat uit 14 Japansche onderdanen,
een rol speelden.
Op 14 November stelde het Foreign
office de Portugeesche regeering de
volgende drie vragen:
a. Welke houding neemt Portugal
aan in geval van een Japanschen aan
val op Timor?
b. Is de Portugeesche regeering be
reid onder deze vooronderstelling de
Britsche hulp te aanvaarden?
c. Zoo ja, zou het niet gunstig zijn
een plan uit te werken voor een ge
meenschappelijke actie?
Het was onze overtuiging, zoo ging Sa
lazar voort, dat een Japansche aanval op
de Portugeesche bezitting Timor als on
waarschijnlijk moest worden beschouwd,
niet alleen, omdat onze vriendschappe
lijke betrekkingen met het Japansche
Rijk dit in den weg stonden, maar ook.
omdat daarvoor geen strategische motie
ven aanwezig waren. Om Australië aan
te vallen had Japan Portugeesch Timor
niet noodig. In ieder geval, ten einde alle
eventualiteiten te voorkomen en gezien de
Engelsche alliantie, draalde de regeering
niet het volgende antwoord te geven:
Fotcf van den nieuwen zinken stuiver,
welke Maandag a s. in omloop komt.
(Polygoon-’s Rijks Munt)
Bij verordening van den Rljkscommis-
saris voor het bezette Nederlandsche ge
bied (Verordening No. 226/41) betreffen
de de Nederlandsche artsen is het vol
gende bepaald:
Op den arts rust de plicht een leder,
die aan zijn zorgen is toevertrouwd, naar
beste weten en kunnen met raad en daad
als helper bij te staan bij het in stand
houden, het bevorderen en het herstellen
van diens levenskracht, lichamelijk pres
tatievermogen en gezondheid. Het ver
vullen van dezen plicht is een openbare
taak.
De arts dient zich door zijn gedragin
gen, zoowel in als buiten beroep, deach-
t:~z '"’1
beroep van arts een vereischte zijn,
waardig te toonen.
De secretaris-generaal van het depar
tement van Sociale Zaken kan, den pre
sident der Nederlandsche Artsenkamer
gehoord, een tarief voor artsen vaststel
len.
Een arts mag voor zijn werkzaamheden
slechts dan een hoogere vergoeding, dan
in het tarief is voorzien, vorderen, voor
zoover zulks uitdrukkelijk' is overeenge
komen of de president zich er mede ver-
eenigt.
Een arts, alsmede degenen, die hem bij
Rijkscommissariaat maakt
kend
De Rijkscommissaris voor het
zette Nederlandsche gebied heeft op
grond van par. 1 van zijn verorde
ning no. 227/41 (vijfde verordening
waardoor de verordening no. 108/40
wordt aangevuld) den specialist
voor blaas- en nierziekten, dr. C. C.
A. Croin in den Haag benoemd tot
voorzitter van de Nederlandsche
Artsenkamer.
Voorts heeft de Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche ge
bied op grond van par. 3 van zijn
verordening no. 108/40 (vierde ver
ordening betreffende bijzondere be
stuursrechtelijke maatregelen) den
directeur van den medischen dienst
van „Centraal Beheer", dr. S. Taco-
nis in Laren benoemd tót plaats
vervanger van den voorzitter der
Nederlandsche Artsenkamer en den
vrouwenarts dr. P. Klumper in Rot
terdam tot plaatsvervanger van den
leider der Vereeniging van Zieken
fondsartsen in Nederland.
De leuze, welke thans in den lande
wordt verkondigd en gecommen
tarieerd, luidt: „Met Duitschland voor
een vrij Nederland”. Hieruit spreekt
tweeërlei strekking. Ten eerste die van
de gerichtheid op het groote Oostelijke
nabuurland, het Duitsche Rijkten
tweede de toekomstige vrijheid van het
eigen land.
Het eerste is een verwijzing naar de
lotsverbondenheid van de beide landen,
zooals die na den korten oorlog op ons
grondgebied is ontstaan en zich tot dus
ver gedurende de bezetting heeft ont
wikkeld en zooals men zich voorstelt,
dat zij zich in de toekomst verder zal
ontplooien.
Die lotsverbondenheid laat zich niet
denken dan in het groote verband met
het nieuwe Europa, in den geest van
het Duitsche oorlogsdoel; het Europa,
waaraan reeds thans, terwijl de wereld
nog vol is van het oorlogsrumoer, onder
Duitschland’s leiding allerwegen ener
giek en doelbewust wordt gebouwd: een
continent, dat met behoud van de zelf
standigheid der afzonderlijke staten,
welke het samenstellen, een krachtige
eenheid vormt, in staat tot een zelf
standig leven en tot zelfhandhaving
tusschen de overige groote wereld
machten.
Men weet, hoe ook hier te lande on
vermoeid wordt gewerkt aan de schep
ping van dit nieuwe Europa, in welks
beeld het Duitsche Rijk de krachtige
kern vormt; hoe op sociaal, economisch,
financieel, handels- en verkeers- en
cultureel alsook op politiek gebied het
onderling verband in dezen zin steeds
omvangrijker en sterker wordt ge
maakt. Tal van verordeningen en
andere regelingen, van boven af ge
geven, getuigen ervan, en de volstrekte
samenkoppeling van de politieke wils
vorming van het Nederlandsche volk
met de Nationaal-Socialistische Be
weging onder leiding van Mussert, met
absolute uitsluiting van elk ander stre
ven, zooals deze nu pas te Utrecht door
den Rijkscommissaris is afgekondigd,
sluit elk misverstand op dit punt uit.
De plaats, die aan ons land in dit in
wording zijnde nieuwe Europa is toe
gedacht, is bij dezelfde gelegenheid dui
delijk afgebakend: de plaats van een
vrij land, in deze vrijheid echter ge
bonden aan de groote éénheid van het
nieuwe Europa, hetgeen dan weer nauw
samenhangt met de politieke wilsvor
ming, zooals de Rijkscommissaris deze
in ondubbelzinnige woorden heeft aan
gegeven.
Die plaats van Nederland als vry land
werd door ir. Mussert duidelijk aan
gewezen toen hy meedeelde, dat. de
Führer van het Grootduitsche Rijk hem
op 12 dezer in een persoonlijk onder
houd te Berlijn de verzekering heeft
gegeven, dat hij „ons volk de gelegen
heid wil geven, niet als overwonnen
natie, niet als kolonie, niet als protec
toraat, maar als vrij nationaal-socialis-
tisch Germaansch volk zijn plaats in
het nieuwe Europa in te nemen en zijn
aandeel te hebben in het gestalte geven
aan het nieuwe Europa.”
Wy hebben op deze belangrijke
woorden reeds eerder de aandacht ge
vestigd, doch zij mogen niet ontbreken
in het beeld van de hierboven aange
haalde leuze, die doelt zoowel op de
lotsverbondenheid van ons volk en het
Duitsche volk als op de toekomstige
plaats van ons land als vrij land in het
Europa van de toekomst, zooals dit
onder Duitschland’s leiding wordt voor
bereid en zelfs reeds in belangrijke
mate gevormd.
De secretaris-generaal van het de
partement van Binnenlandsche Zaken
heeft den directeur-generaal der Ne
derlandsche posterijen dr. ir. M. H.
□amme, bij het bereiken van de leef
tijdsgrens met ingang van 31 Dec.
1941 eervol ontslag verleend en op
pensioen gesteld. In zijn plaats
heeft de Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied op
grond van par. 3 van zijn verordening
no. 108-40 (vierde verordening be
treffende bijzondere bestuursrechte
lijke maatregelen) den raadadviseur
ir. W. L. Z. van der Vegte te den
Haag met ingang van 1 Januari 1942
tot directeur-generaal der Nederland
sche posterijen benoemd.
Dr. ir. M. H. Damme heeft gedurende
bijna 17 jaar het Staatsbedrijf der P.T.T.
op eminente wijze geleid.
Onder zijn bestuur onderging het enor
me apparaat een grondige hervorming,
waarbij hij zich vooral ten doel stelde,
P.T.T. meer dan voorheen dienstbaar te
maken aan de behoeften en verlangens
van het publiek.
Daarmee ging vanzelfsprekend samen
een nauwe aansluiting bij den vooruit
gang der techniek.
Het was onder dr. Damme’s bewind, dat
ir. Koomans gelegenheid kreeg de radio
verbinding met Ned.-Indië, ook
regeld telefonisch verkeer, tot
wereld vóór.
Toen de K.L.M. haar vleugels wijder
ging uitslaan en Ned. Oost-Indië in haar
sfeer betrok, stimuleerde dr. Damme deze
ontwikkeling op de krachtigste wijze, o.a.
door een garantie op het postvervoer.
De automatiseering der telefoon genoot
evenzeer zijn aandacht en dit wilde, als J
gewoonlijk zeggen, dat het werk met
groote voortvarendheid werd aangepakt.
Ook de inwendige structuur van het S
Staatsbedrijf onderging in den loop dezer
17 jaren belangrijke wijzigingen, welke t
zijn functioneering zeer ten goede J
kwamen.
De Technische Hoogeschool erkende
zijn verdiensten door hem een eere.
doctoraat te verleenen. Pa
ft
2
zx
x
ZX
2
1
■A
s
ft
ft
2
1
ting en het vertrouwen, welke voor het
i, ft g
Gezien de houding der Portugeesche
regeering kwam de Engelsche ambassa
deur er niet toe een ontwerp van een
gemeenschappelijke verklaring der beide
regeeringen over de troepenlanding voor
te leggen. De Ned-Indische vertegen
woordiger deed denzelfden dag soort
gelijke stappen. Dit zijn parallellen met
de bespreking met den Portugeeschen
ambassadeur op het foreign office. Ook
daar verwees men naar de snelle ont
wikkeling der gebeurtenissen naar het
ingrijpen der troepen, naar het ontwerp
voor een aan de dagbladen te zenden
nota, waaronder men een verdrag met
de Portugeesche regeering verstond, dat
in dezen tekst echter onmogelijk was.
De argumenteering van onzen ambassa.
deur werd niet afgewezen, maar de on
derstaatssecretaris gaf uitdrukking aan
de „vrees, dat de actie reeds ten uit
voer was gelegd”. Op 17 December des
ochtends handhaafde de Britsche ambas.
sadeur in een nieuwe conferentie de vo
rige argumenteering, volgens welke een
samenwerking met de Australische en
Ned.-Indische troepen reeds bij een lou
tere bedreiging moest geschieden op de
wijze, waarop zij door de Ned.-Indische
autoriteiten op Timor werd geïnterpre
teerd.
Salazar ging verder: Op 15 December in
den loop van den avond werd tenslotte
den Portugeeschen ambassadeur in Londen
een nota overhandigd, waarin de Engel
sche regeering verklaarde „met het oog op
de oude allianties het Portugeesche Ti
mor een onmiddellijke hulp aan te bieden
en deze te organiseeren met behulp van
haar Australischen bondgenoot en Ne-
deflandsch-Indische strijdkrachten’’. Wan
neer de Portugeesche regeering dit aanbod
aannam (zoo werd in de nota gezegd),
stelde de Britsche regeering voor terstond
den gouverneur van Timor uit te noodi-
gen de „Engelsche hulp’’ in den aangege
ven vorm te vragen. Desondanks bleef
de uitnoodiging voor een bespreking in
Singapore gehandhaafd.
Den volgenden dag, 16 December des
middags, stelde de Engelsche ambassadeur
het Portugeesche ministerie van buiten.
landsche zaken er van in kennis, dat „met
den Portugeeschen gouverneur op Timor
voor den volgenden morgen een bespre
king is vastgesteld”. Aan den Nederland.
schen kant van het eiland naderden ech
ter reeds troepenformaties de stad Dili,
teneinde een vijandelijke landing te ver
hinderen, waarvan beweerd' werd, dat zij
op handen was.
a. De Portugeesche regeering zou,
evenals bij welken anderen aanval
ook op gebieden van het moederland
of van de koloniën, door welken
agressor ook, met de wapens in de
hand weerstand bieden aan een even-
tueelen Japanschen aanval op Timor.
b. In haar voornemen om weerstand
te bieden aanvaardt de regeering niet
alleen de Britsche hulp, zij hoopt ook,
dat volgens den tekst der bondge-
nootschapsverdragen Engeland haar
bij de verdediging der kolonie on
dersteunt, temeer, daar Japan geen
reden heeft voor een aanval op Por
tugal en in geval een dusdanige aan
val ondernomen mocht worden, dit
slechts een gevolg zou kunnen zijn
van onze positie als bondgenoot van
Engeland of een middel voor een
lateren aanval op posities van het
Britsche rijk,
c. De regeering acht een gedachten
wisseling en de bestudeering xan één
of ander plan van actie gunstig.
Op 5 December kreeg de ambassadeur
van Portugal in Londen de volmacht me
de te deelen, dat de Portugeesche regee-
ring er geen bezwaar tegen had, een of- J
ficier naar Singapore te zenden om „met
de vertegenwoordigers van het Britsche
opperbevel de kwestie te bespreken van
de verdediging van Timor in geval van
een Japanschen aanval op die kolonie”.
Wat den Nederlandsch-Indischen ver-
tegenwoordiger betrof, leek het ons niet
a. De voorgenomen hulp is die, welke
de Britsche regeering ons krachtens de
bondgenootschapsverdragen moet verlee
nen en die deze regeering verleent door
middel van Australische en Ned. Indi
sche troepen onder Engelsch opperbevel.
b. De aan te nemen hypothese is alleen
de Japansche aanval op Timor. De over
eenkomst kan niet worqfen uitgevoerd,
zoolang het slechts gaat, om meer of min
der gemotiveerde bedreigingen en be
zorgdheden.
c. De samenwerking berust niet op we-
derkeerigheid, uitgezonderd het geval,
dat wij door een Japanschen aanval op
ons territorium reeds onze neutraliteit
hebben verloren.
d. De hulptroepen trekken zich ter
stond weer terug, wanneer hun aanwe
zigheid niet meer noodzakelijk is.
e. Men mag niet uit het oog verliezen,
dat de aanval op Portugeesch Timor niet
slechts zou kunnen geschieden oim rede
nen, die Portugal en Japan rechtstreeks
betreffen, maar op grond van het feit,
van ons bondgenootschap met Engeland
en onze ligging ten aanzien van Austra
lië.
f. Wanneer het beginsel ook is onze
gebieden in geval van een aanval te ver
dedigen, moet toch rekening gehouden
worden met het belang, dat de verdedi
ging heeft voor de belangen van het
Britsche Rijk.
Intusschen hebben Australische vlieg
tuigen op 9, 11 en 12 December ver
scheidene malen gevlogen over Ti
mor en in het bijzonder over Dili,
een niet te rechtvaardigen schending
van ons gebied, en een duidelijk ge
vaar voor de Portugeesche neutrali
teit. In Londen is het noodige protest
ingediend en uitdrukking gegeven aan
de hoop, dat deze tartende vluchten
zouden ophouden.
Inderdaad heeft het foreign office te
Londen op 11 December en de Britsche
ambassadeur te Lissabon op 12 Decem
ber officieel medegedeeld, dat de Britsche
hulp ter verdediging van Timor in geval
van een plotselingen aanval verleend
zou worden door Australische en Ned.-
Indische troepen, die zich terstond
zouden terugtrekken, wanneer zij
meer noodig zouden zijn.
Er werd derhalve verzocht den
verneur vap Timor instructies te geven
om zich te verstaan met de locale auto
riteiten en om een zoodanige hulp te
verzoeken dan wel te aanvaarden zonder
tevoren instructies uit Lissabon te moe
ten vragen, wanneer zich een plotselinge
overval mocht voordoen.
De regeering zegde toe terstond in den
gewenschten zin bevelen aan Timor te
geven, maar aangezien bij de besprekin
gen te Londen een niet geheel duidelijk
woord was gevallen, werd de Portugee
sche ambassadeur aldaar geïnstrueerd
geen twijfel te moeten laten opkomen
over de kwestie, dat een samenwerking
met buitenlandsche troepen alleen in aan
merking zou komen in geval van een
werkelijken aanval en dat deze samen
werking geen preventief karakter kon
hebben, zooals men wellicht in Londen
wenschte.
Toen Londen er van in kennis werd ge
steld, dat de Portugeesche regeering in
structies aan Timor had gegeven, werd
den Portugeeschen ambassadeur medege
deeld, dat eveneens bevel was gezonden
aan het commando der Australische troe
pen om zich in verbinding te stellen met
den gouverneur van Timor. De instruc
ties die op 12 December aan Timor waren
gegeven, wezen den gouverneur er op,
dat hij zich moest wenden tot den gou
verneur van Ned. Indië, om de hulpver
leening der Australische en Ned. Indi
sche troepen te bespreken. De gouver
neur gaf bevel zich strikt te houden aan
de volgende beginselen:
de uitoefening van zijn beroep behulpzaam
zijn of die ter voorbereiding voor een
beroep aan de uitoefening van het beroep
van den arts deelnemen, zijn verplicht een
geheim te bewaren, hetwelk hun in ver
band met de uitoefening van het beroep
van den arts is bekend geworden.
Een geheim, hetwelk een persoon krach
tens het vorige lid verplicht is te bewa
ren. dient na den dood van dien persoon
eveneens te worden bewaard door der>-
gene, die van hem dan wel uit diens na
latenschap kennis daarvan heeft gekre
gen.
Het bepaalde betreffende geheimhouding
is niet van toepassing, voor zoover:
1) het geheim ter vervulling van een
wettelijken plicht wordt bekend gemaakt:
2) het geheim ter vervulling van een
zedelijken plicht wordt bekend gemaakt en
de bekendmaking bovendien noodzakelijk
is ter bescherming of tot behoud van
eenig rechtsbelang van grootere waarde
dan het rechtsbelang der geheimhouding.
Hij die opzettelijk eenig geheim, hetwelk
hij volgens het voren bepaalde verplicht
is te bewaren, bekend maakt, wordt, ook
wanneer slechts aan zijn schuld te wijten
is, dat hij aanneemt ingevolge het daarna
bepaalde tot bekendmaking van het ge
heim gerechtigd te zijn, gestraft met ge
vangenisstraf van ten hoogste een jaar of
geldboete van ten hoogste twee duizend
gulden.
Het in het vorige lid strafbaar gestelde
feit wordt beschouwd als misdrijf.
Geen vervolging vindt plaats dan op
klachten van dengene, tegen wien het mis
drijf is gepleegd, of na diens overlijden
op klachte van zijn bloedverwanten in de
rechte lijn, zijn broeders of zusters of zijn
nagelaten echtgenoote.
Afstand van de uitoefening
van het beroep
Een arts kan verklaren afstand te doet*
van de uitoefening van het beroep van
artshij kan deze verklaring herroepen.
Daartoe behoeft hij de toestemming van
den president der Nederlandsche Artsen
kamer. Indien deze de toestemming wei
gert, kan de arts de beslissin® van den
secretaris-generaal van het departement
van Sociale Zaken inroepen. Zoolang de
afstand rechtsgeldig is, rust de bevoegd
heid van den arts om het beroep van
arts uit te oefenen.
is gister-raadzaam, dat een dergelijk
besprekingen,
en de Nederlandsche
betrekking
—tb
cier kreeg echter instructies om zich in
verbinding te stellen met den vertegen
woordiger van Nederlandsch-Indië en met
hem de eventualiteiten te Despr?«en, die
betrekking konden hebben op net Ne
derlandsche deel van Timor en de daar
uit voortvloeiende gevolgen voor Portu
geesch Timor.
Op 8 December sprak een vertegen
woordiger van Nederlandsch-Indië
jegens de Portugeesche regeering
haar besluit zijn erkentelijkheid
Tegelijkertijd vroeg hij of de Portugee
sche regeering bereid was in geval van
een aanval op Portugeesch Timor, de
hulp te aanvaarden van Ned.-Indische en
Australische troepen, die op het Neder
landsche deel van het eiland waren ge
concentreerd
Deze vraag kon niet terstond beant
woord worden aangezien zij in de eerste
plaats vooruit liep op de onderhandelin
gen, die zouden gaan beginnen in Singa
pore en ten tweede omdat men niet wist,
of de door de Britsche regeering toege
zegde hulp ten uitvoer zou worden gelegd
door die dan wel door andere troepen.
De hypothese aannemende, dat bij een
te snellen aanval de besprekingen in
Singapore niet meer tot stand zouden
komen, zouden besprekingen met de
locale autoriteiten noodzakelijk zijn ge
worden. Wij hadden het voornemen deze
hulp te aanvaarden in geval bij een
plotselingen aanval het verkrijgen van
een andere Engelsche hulp niet meer
mogelijk zou zijn geweest. De Engelsche
regeer.ng werd in kennis gesteld van
deze stappen en van de houding der Por
tugeesche regeering. De Engelsche regee
ring was niet op de hoogte van de Ned.-
Indische stappen. De Engelsche regee
ring had waardeering voor de houding
der Portugeesche regeering en erkende
de mogelijkheid, dat in geval van een
plotselingen aanval op Timor, verdere
Britsche strijdkrachten uit Oost-Azië niet
zouden kunnen worden ontboden. De
Engelsche regeering bood nu de Portu
geesche regeering, gezien haar plichten
als bondgenoot, de hulp aan van Ned.-
Indische en Australische troepen, die op
het Nederlandsche deel van het eiland
Timor waren geconcentreerd.