Nederlandsche Artsenkamer opgericht I I I I I ll No. 18063. Ministerpresident Salazar onthult den achtergrond over voor de Engelsche invasie Sensationeele mededeelingen de motieven en voorwendsels VOOR EEN VRIJ NEDERLAND W1NTERHULP- COLLECTE VERDUISTEREN 1941. I I xz Zaterdag 20 December. I 5 5 J Met Duitschland voor een vrij Nederland Zonder lid te zijn kan geen arts zijn beroep uitoefenen Ir. Damme treedt af als directeur-generaal der P.T.T. Benoemingen Artsenkamer Troepen geland toen f onderhandelingen nog gaande waren 1 worden geholpen. Voor '«-Gravenhage bij vooruitbet. per 3 mnd. met „Kikeriki”, „De Nieuwste Mode” „Koloniaal Bijblad" en „Letterkundig Bijblad” ƒ3.15. Franco per post met Mode blad f 4.20 zonder Modeblad f 3.95. Buitenland f 9.45- Landen waarop bet verlaagd intern drukwerk-posttarief van toepassing is f 7.35 p kw. Bij postkantoren tegen de geldende goedgek. abonn.prijzen. Afz. nummers 5 ct, fr. p. post 10 ct Heden Van 15 regels /1.75. Iedere regel meer tot 10 regels 45 ct, daarna Iedere regel meer 50 ct. Reclames 95 ct. per regel. Bewijsnummers 5 ct fr. p. post 10 ct. Incasso binnen de stad 5 cent bulten de stad volgens posttariet Bij vooruitbetaling: Kleine Advertenties 95 ct; Dienstaanbiedingen 75 ct -• Advertentiën waarin voorkomt „Brieven aan het bureau van dit blad” 10 ct meer. Deze courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen BUREAUX WAGENSTRAAT 35—37 Telefoon 116300 (zeven lijnen) - Giro No. 12500 Men ging buiten de aangegane onderhandelingen om Het zenden van Australische en Ned.-Indische troepen 5 xz I 5 s 5 g en morgen: van 5.28 uur nam. tot 9.48 uur v.m. Bepalingen betreffende beroepsgeheim Verordening van den Riks commissaris verschenen Ir. W. L Z. van der Vegte volgt hem op ft 2 Portugeesch officier zou naar Singapore zyn gezonden Op 2 December heeft de Britsche geering met voldoening kennis genomen van ons antwoord en medegedeeld, dat zij het geval aan de Australische regee ring had voorgelegd en dat deze het be richt van de houding der Portugeesche regeering eveneens met voldoening had vernomen. Het voorstel werd gedaan, dat een Portugeesch officier naar Singapore zou worden gezonden, ten einde daar te zamen met Engelsche en Australische vertegenwoordigers te beraadslagen over de bijzonderheden, waartoe het opperbe- vel in Oost-Azië moest overgaan. Boven- dien achtte men het doelmatig, dat een vertegenwoordige/ van de Nederlandsch- Indische regeering zou deelnemen aan de beraadslagingen, in geval de Portugee- sche regeering zich daarmede accoord verklaarde. Maandag a.s. huizencollecte. Zeer vele landgenooten moeten worden geholpen. Wie helpen kan, offere met J milde hand. J „Door het volk, voor het volk”, t Hulp op grond van de verdragen HAAGSCHE COURANT PRIJS DER ADVERTENTIËN: PRIJS DEZER COURANT: DE OVERVAL OP TIMOR Penang door de Japanners bezet. De hoofdstraat van deze stad. Orbis-Hollaruff Het be- be- ft gou- re- (Zie verder 2e blad, pag. door een garantie op het postvervoer. •lad, pao 2.) (Zie verder 1 gewoonlijk zeggen, dat het rnr-s W 1 - 1 weer niet over uit. Nachtdienst DOKTERS: Tusschen 10 u. nam. en 7 u. v.m.: No. 394920 brengen. Nederland ging hier de geheele - voor ge stand te officier zou deelnemen aan onze besprekingen, aan gezien de tegenwoordige alliantie tusschen het Britsche rijk instanties in Londen geen 1 heeft op Portugal. De Portugeesche offi- Bijkantoor; Scheveningen Keizerstr 319, Tel. <>50310; Filialen: Rijswijk Kantoorboekh. Leeuwendaal, Oranjelaan 3, Tel 119461, Voorburg, Boekhan del H. E G. Ruys, Heerenstr. 124, Tel. 778038; N.V Kantoorboekh. Th. J de Koning, Goudsbloemlaan 3, Tel. 330263; Boekh. J. B. v. Beters Jr., There- siastr. 108a, Tel. 772444: Boekh. E. O Couvée. van Hovtemastr. 66. Tel. 721187 □e kwestie werd toen nogmaals zeer duidelijk besproken, opdat de Engel sche ambassadeur er geen twijfel over zou kunnen hebben, dat men buiten de aangegane onderhandelingen om ging, want de Engelsche ambassadeur had verwezen naar een andere hypothese dan die eener agressie en de Portugee. sche regeering had als uitdrukkelijke basis der hulpverleening gevaren of verwachtingen beschouwd, die door de feiten nog geenszins bevestigd werden. De instructies van den gouverneur wa ren duidelijk en waren ook niet gewij. zigd. De gevraagde bespreking echter zoudetp wij niet van de hand wijzen. In dezen zin werden bevelen aan Ti mor gegeven. V» V I Ziekenfondsledsn de Volharding: No. 116364; zg. Stadspat Hinten No. 49 Maan: 20 Deo. onder 8.26 u. nam. 21 Deo. op 11.49 uur v.m., onder 9.38 uur nam. 22 Dec. op 12.24 uur n.m. onder 10.50 uur nam. De Portugeesche Landdag i middag in een buitengewone zitting bij eengekomen. Het Huis was tot op de laatste plaats bezet. In de diplomaten loge waren de vertegenwoordigers van de buitenlandsche mogendheden aanwe zig. Voor het paleis waren de patriotti sche organisaties en een duizendkoppige menigte bijeengestroomd om de rede van den ministerpresident, die door middel van luidsprekers werd uitgezonden, te hooren. Toen dr. Salazar de zaal betrad, werd hij begroet met een eindeloos ap plaus van den kant van de regeerings- leden en afgevaardigden. In zijn rede verklaarde Salazar, dat hij een uiteenzetting wilde geven van de feiten. Woensdagochtend, zoo verklaarde hij, is een troepenmacht naar het schijnt Australiërs en onder Britsch be vel staande Nederlandsch-Indische strijd krachten in Dili geland op Portugeesch Timor om de voorgewende reden, de ko lonie te zullen beschermen tegen een voor de deur staanden Japanschen aan val. Stilzwijgend passeer ik de campagne aldus Salazar die voor eenige we ken in een zeker deel van de wereldpers is ingezet ten aanzien van Timor en de bezorgdheid betreffende de Portugeesche koloniale politiek, een campagne, die schommelt tusschen geïnteresseerdheid en belachelijkheid en waarin eischen betref fende niet verleende monopolies en de schrik voor de Japansche „infiltratie”, die bestaat uit 14 Japansche onderdanen, een rol speelden. Op 14 November stelde het Foreign office de Portugeesche regeering de volgende drie vragen: a. Welke houding neemt Portugal aan in geval van een Japanschen aan val op Timor? b. Is de Portugeesche regeering be reid onder deze vooronderstelling de Britsche hulp te aanvaarden? c. Zoo ja, zou het niet gunstig zijn een plan uit te werken voor een ge meenschappelijke actie? Het was onze overtuiging, zoo ging Sa lazar voort, dat een Japansche aanval op de Portugeesche bezitting Timor als on waarschijnlijk moest worden beschouwd, niet alleen, omdat onze vriendschappe lijke betrekkingen met het Japansche Rijk dit in den weg stonden, maar ook. omdat daarvoor geen strategische motie ven aanwezig waren. Om Australië aan te vallen had Japan Portugeesch Timor niet noodig. In ieder geval, ten einde alle eventualiteiten te voorkomen en gezien de Engelsche alliantie, draalde de regeering niet het volgende antwoord te geven: Fotcf van den nieuwen zinken stuiver, welke Maandag a s. in omloop komt. (Polygoon-’s Rijks Munt) Bij verordening van den Rljkscommis- saris voor het bezette Nederlandsche ge bied (Verordening No. 226/41) betreffen de de Nederlandsche artsen is het vol gende bepaald: Op den arts rust de plicht een leder, die aan zijn zorgen is toevertrouwd, naar beste weten en kunnen met raad en daad als helper bij te staan bij het in stand houden, het bevorderen en het herstellen van diens levenskracht, lichamelijk pres tatievermogen en gezondheid. Het ver vullen van dezen plicht is een openbare taak. De arts dient zich door zijn gedragin gen, zoowel in als buiten beroep, deach- t:~z '"’1 beroep van arts een vereischte zijn, waardig te toonen. De secretaris-generaal van het depar tement van Sociale Zaken kan, den pre sident der Nederlandsche Artsenkamer gehoord, een tarief voor artsen vaststel len. Een arts mag voor zijn werkzaamheden slechts dan een hoogere vergoeding, dan in het tarief is voorzien, vorderen, voor zoover zulks uitdrukkelijk' is overeenge komen of de president zich er mede ver- eenigt. Een arts, alsmede degenen, die hem bij Rijkscommissariaat maakt kend De Rijkscommissaris voor het zette Nederlandsche gebied heeft op grond van par. 1 van zijn verorde ning no. 227/41 (vijfde verordening waardoor de verordening no. 108/40 wordt aangevuld) den specialist voor blaas- en nierziekten, dr. C. C. A. Croin in den Haag benoemd tot voorzitter van de Nederlandsche Artsenkamer. Voorts heeft de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche ge bied op grond van par. 3 van zijn verordening no. 108/40 (vierde ver ordening betreffende bijzondere be stuursrechtelijke maatregelen) den directeur van den medischen dienst van „Centraal Beheer", dr. S. Taco- nis in Laren benoemd tót plaats vervanger van den voorzitter der Nederlandsche Artsenkamer en den vrouwenarts dr. P. Klumper in Rot terdam tot plaatsvervanger van den leider der Vereeniging van Zieken fondsartsen in Nederland. De leuze, welke thans in den lande wordt verkondigd en gecommen tarieerd, luidt: „Met Duitschland voor een vrij Nederland”. Hieruit spreekt tweeërlei strekking. Ten eerste die van de gerichtheid op het groote Oostelijke nabuurland, het Duitsche Rijkten tweede de toekomstige vrijheid van het eigen land. Het eerste is een verwijzing naar de lotsverbondenheid van de beide landen, zooals die na den korten oorlog op ons grondgebied is ontstaan en zich tot dus ver gedurende de bezetting heeft ont wikkeld en zooals men zich voorstelt, dat zij zich in de toekomst verder zal ontplooien. Die lotsverbondenheid laat zich niet denken dan in het groote verband met het nieuwe Europa, in den geest van het Duitsche oorlogsdoel; het Europa, waaraan reeds thans, terwijl de wereld nog vol is van het oorlogsrumoer, onder Duitschland’s leiding allerwegen ener giek en doelbewust wordt gebouwd: een continent, dat met behoud van de zelf standigheid der afzonderlijke staten, welke het samenstellen, een krachtige eenheid vormt, in staat tot een zelf standig leven en tot zelfhandhaving tusschen de overige groote wereld machten. Men weet, hoe ook hier te lande on vermoeid wordt gewerkt aan de schep ping van dit nieuwe Europa, in welks beeld het Duitsche Rijk de krachtige kern vormt; hoe op sociaal, economisch, financieel, handels- en verkeers- en cultureel alsook op politiek gebied het onderling verband in dezen zin steeds omvangrijker en sterker wordt ge maakt. Tal van verordeningen en andere regelingen, van boven af ge geven, getuigen ervan, en de volstrekte samenkoppeling van de politieke wils vorming van het Nederlandsche volk met de Nationaal-Socialistische Be weging onder leiding van Mussert, met absolute uitsluiting van elk ander stre ven, zooals deze nu pas te Utrecht door den Rijkscommissaris is afgekondigd, sluit elk misverstand op dit punt uit. De plaats, die aan ons land in dit in wording zijnde nieuwe Europa is toe gedacht, is bij dezelfde gelegenheid dui delijk afgebakend: de plaats van een vrij land, in deze vrijheid echter ge bonden aan de groote éénheid van het nieuwe Europa, hetgeen dan weer nauw samenhangt met de politieke wilsvor ming, zooals de Rijkscommissaris deze in ondubbelzinnige woorden heeft aan gegeven. Die plaats van Nederland als vry land werd door ir. Mussert duidelijk aan gewezen toen hy meedeelde, dat. de Führer van het Grootduitsche Rijk hem op 12 dezer in een persoonlijk onder houd te Berlijn de verzekering heeft gegeven, dat hij „ons volk de gelegen heid wil geven, niet als overwonnen natie, niet als kolonie, niet als protec toraat, maar als vrij nationaal-socialis- tisch Germaansch volk zijn plaats in het nieuwe Europa in te nemen en zijn aandeel te hebben in het gestalte geven aan het nieuwe Europa.” Wy hebben op deze belangrijke woorden reeds eerder de aandacht ge vestigd, doch zij mogen niet ontbreken in het beeld van de hierboven aange haalde leuze, die doelt zoowel op de lotsverbondenheid van ons volk en het Duitsche volk als op de toekomstige plaats van ons land als vrij land in het Europa van de toekomst, zooals dit onder Duitschland’s leiding wordt voor bereid en zelfs reeds in belangrijke mate gevormd. De secretaris-generaal van het de partement van Binnenlandsche Zaken heeft den directeur-generaal der Ne derlandsche posterijen dr. ir. M. H. □amme, bij het bereiken van de leef tijdsgrens met ingang van 31 Dec. 1941 eervol ontslag verleend en op pensioen gesteld. In zijn plaats heeft de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied op grond van par. 3 van zijn verordening no. 108-40 (vierde verordening be treffende bijzondere bestuursrechte lijke maatregelen) den raadadviseur ir. W. L. Z. van der Vegte te den Haag met ingang van 1 Januari 1942 tot directeur-generaal der Nederland sche posterijen benoemd. Dr. ir. M. H. Damme heeft gedurende bijna 17 jaar het Staatsbedrijf der P.T.T. op eminente wijze geleid. Onder zijn bestuur onderging het enor me apparaat een grondige hervorming, waarbij hij zich vooral ten doel stelde, P.T.T. meer dan voorheen dienstbaar te maken aan de behoeften en verlangens van het publiek. Daarmee ging vanzelfsprekend samen een nauwe aansluiting bij den vooruit gang der techniek. Het was onder dr. Damme’s bewind, dat ir. Koomans gelegenheid kreeg de radio verbinding met Ned.-Indië, ook regeld telefonisch verkeer, tot wereld vóór. Toen de K.L.M. haar vleugels wijder ging uitslaan en Ned. Oost-Indië in haar sfeer betrok, stimuleerde dr. Damme deze ontwikkeling op de krachtigste wijze, o.a. door een garantie op het postvervoer. De automatiseering der telefoon genoot evenzeer zijn aandacht en dit wilde, als J gewoonlijk zeggen, dat het werk met groote voortvarendheid werd aangepakt. Ook de inwendige structuur van het S Staatsbedrijf onderging in den loop dezer 17 jaren belangrijke wijzigingen, welke t zijn functioneering zeer ten goede J kwamen. De Technische Hoogeschool erkende zijn verdiensten door hem een eere. doctoraat te verleenen. Pa ft 2 zx x ZX 2 1 ■A s ft ft 2 1 ting en het vertrouwen, welke voor het i, ft g Gezien de houding der Portugeesche regeering kwam de Engelsche ambassa deur er niet toe een ontwerp van een gemeenschappelijke verklaring der beide regeeringen over de troepenlanding voor te leggen. De Ned-Indische vertegen woordiger deed denzelfden dag soort gelijke stappen. Dit zijn parallellen met de bespreking met den Portugeeschen ambassadeur op het foreign office. Ook daar verwees men naar de snelle ont wikkeling der gebeurtenissen naar het ingrijpen der troepen, naar het ontwerp voor een aan de dagbladen te zenden nota, waaronder men een verdrag met de Portugeesche regeering verstond, dat in dezen tekst echter onmogelijk was. De argumenteering van onzen ambassa. deur werd niet afgewezen, maar de on derstaatssecretaris gaf uitdrukking aan de „vrees, dat de actie reeds ten uit voer was gelegd”. Op 17 December des ochtends handhaafde de Britsche ambas. sadeur in een nieuwe conferentie de vo rige argumenteering, volgens welke een samenwerking met de Australische en Ned.-Indische troepen reeds bij een lou tere bedreiging moest geschieden op de wijze, waarop zij door de Ned.-Indische autoriteiten op Timor werd geïnterpre teerd. Salazar ging verder: Op 15 December in den loop van den avond werd tenslotte den Portugeeschen ambassadeur in Londen een nota overhandigd, waarin de Engel sche regeering verklaarde „met het oog op de oude allianties het Portugeesche Ti mor een onmiddellijke hulp aan te bieden en deze te organiseeren met behulp van haar Australischen bondgenoot en Ne- deflandsch-Indische strijdkrachten’’. Wan neer de Portugeesche regeering dit aanbod aannam (zoo werd in de nota gezegd), stelde de Britsche regeering voor terstond den gouverneur van Timor uit te noodi- gen de „Engelsche hulp’’ in den aangege ven vorm te vragen. Desondanks bleef de uitnoodiging voor een bespreking in Singapore gehandhaafd. Den volgenden dag, 16 December des middags, stelde de Engelsche ambassadeur het Portugeesche ministerie van buiten. landsche zaken er van in kennis, dat „met den Portugeeschen gouverneur op Timor voor den volgenden morgen een bespre king is vastgesteld”. Aan den Nederland. schen kant van het eiland naderden ech ter reeds troepenformaties de stad Dili, teneinde een vijandelijke landing te ver hinderen, waarvan beweerd' werd, dat zij op handen was. a. De Portugeesche regeering zou, evenals bij welken anderen aanval ook op gebieden van het moederland of van de koloniën, door welken agressor ook, met de wapens in de hand weerstand bieden aan een even- tueelen Japanschen aanval op Timor. b. In haar voornemen om weerstand te bieden aanvaardt de regeering niet alleen de Britsche hulp, zij hoopt ook, dat volgens den tekst der bondge- nootschapsverdragen Engeland haar bij de verdediging der kolonie on dersteunt, temeer, daar Japan geen reden heeft voor een aanval op Por tugal en in geval een dusdanige aan val ondernomen mocht worden, dit slechts een gevolg zou kunnen zijn van onze positie als bondgenoot van Engeland of een middel voor een lateren aanval op posities van het Britsche rijk, c. De regeering acht een gedachten wisseling en de bestudeering xan één of ander plan van actie gunstig. Op 5 December kreeg de ambassadeur van Portugal in Londen de volmacht me de te deelen, dat de Portugeesche regee- ring er geen bezwaar tegen had, een of- J ficier naar Singapore te zenden om „met de vertegenwoordigers van het Britsche opperbevel de kwestie te bespreken van de verdediging van Timor in geval van een Japanschen aanval op die kolonie”. Wat den Nederlandsch-Indischen ver- tegenwoordiger betrof, leek het ons niet a. De voorgenomen hulp is die, welke de Britsche regeering ons krachtens de bondgenootschapsverdragen moet verlee nen en die deze regeering verleent door middel van Australische en Ned. Indi sche troepen onder Engelsch opperbevel. b. De aan te nemen hypothese is alleen de Japansche aanval op Timor. De over eenkomst kan niet worqfen uitgevoerd, zoolang het slechts gaat, om meer of min der gemotiveerde bedreigingen en be zorgdheden. c. De samenwerking berust niet op we- derkeerigheid, uitgezonderd het geval, dat wij door een Japanschen aanval op ons territorium reeds onze neutraliteit hebben verloren. d. De hulptroepen trekken zich ter stond weer terug, wanneer hun aanwe zigheid niet meer noodzakelijk is. e. Men mag niet uit het oog verliezen, dat de aanval op Portugeesch Timor niet slechts zou kunnen geschieden oim rede nen, die Portugal en Japan rechtstreeks betreffen, maar op grond van het feit, van ons bondgenootschap met Engeland en onze ligging ten aanzien van Austra lië. f. Wanneer het beginsel ook is onze gebieden in geval van een aanval te ver dedigen, moet toch rekening gehouden worden met het belang, dat de verdedi ging heeft voor de belangen van het Britsche Rijk. Intusschen hebben Australische vlieg tuigen op 9, 11 en 12 December ver scheidene malen gevlogen over Ti mor en in het bijzonder over Dili, een niet te rechtvaardigen schending van ons gebied, en een duidelijk ge vaar voor de Portugeesche neutrali teit. In Londen is het noodige protest ingediend en uitdrukking gegeven aan de hoop, dat deze tartende vluchten zouden ophouden. Inderdaad heeft het foreign office te Londen op 11 December en de Britsche ambassadeur te Lissabon op 12 Decem ber officieel medegedeeld, dat de Britsche hulp ter verdediging van Timor in geval van een plotselingen aanval verleend zou worden door Australische en Ned.- Indische troepen, die zich terstond zouden terugtrekken, wanneer zij meer noodig zouden zijn. Er werd derhalve verzocht den verneur vap Timor instructies te geven om zich te verstaan met de locale auto riteiten en om een zoodanige hulp te verzoeken dan wel te aanvaarden zonder tevoren instructies uit Lissabon te moe ten vragen, wanneer zich een plotselinge overval mocht voordoen. De regeering zegde toe terstond in den gewenschten zin bevelen aan Timor te geven, maar aangezien bij de besprekin gen te Londen een niet geheel duidelijk woord was gevallen, werd de Portugee sche ambassadeur aldaar geïnstrueerd geen twijfel te moeten laten opkomen over de kwestie, dat een samenwerking met buitenlandsche troepen alleen in aan merking zou komen in geval van een werkelijken aanval en dat deze samen werking geen preventief karakter kon hebben, zooals men wellicht in Londen wenschte. Toen Londen er van in kennis werd ge steld, dat de Portugeesche regeering in structies aan Timor had gegeven, werd den Portugeeschen ambassadeur medege deeld, dat eveneens bevel was gezonden aan het commando der Australische troe pen om zich in verbinding te stellen met den gouverneur van Timor. De instruc ties die op 12 December aan Timor waren gegeven, wezen den gouverneur er op, dat hij zich moest wenden tot den gou verneur van Ned. Indië, om de hulpver leening der Australische en Ned. Indi sche troepen te bespreken. De gouver neur gaf bevel zich strikt te houden aan de volgende beginselen: de uitoefening van zijn beroep behulpzaam zijn of die ter voorbereiding voor een beroep aan de uitoefening van het beroep van den arts deelnemen, zijn verplicht een geheim te bewaren, hetwelk hun in ver band met de uitoefening van het beroep van den arts is bekend geworden. Een geheim, hetwelk een persoon krach tens het vorige lid verplicht is te bewa ren. dient na den dood van dien persoon eveneens te worden bewaard door der>- gene, die van hem dan wel uit diens na latenschap kennis daarvan heeft gekre gen. Het bepaalde betreffende geheimhouding is niet van toepassing, voor zoover: 1) het geheim ter vervulling van een wettelijken plicht wordt bekend gemaakt: 2) het geheim ter vervulling van een zedelijken plicht wordt bekend gemaakt en de bekendmaking bovendien noodzakelijk is ter bescherming of tot behoud van eenig rechtsbelang van grootere waarde dan het rechtsbelang der geheimhouding. Hij die opzettelijk eenig geheim, hetwelk hij volgens het voren bepaalde verplicht is te bewaren, bekend maakt, wordt, ook wanneer slechts aan zijn schuld te wijten is, dat hij aanneemt ingevolge het daarna bepaalde tot bekendmaking van het ge heim gerechtigd te zijn, gestraft met ge vangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste twee duizend gulden. Het in het vorige lid strafbaar gestelde feit wordt beschouwd als misdrijf. Geen vervolging vindt plaats dan op klachten van dengene, tegen wien het mis drijf is gepleegd, of na diens overlijden op klachte van zijn bloedverwanten in de rechte lijn, zijn broeders of zusters of zijn nagelaten echtgenoote. Afstand van de uitoefening van het beroep Een arts kan verklaren afstand te doet* van de uitoefening van het beroep van artshij kan deze verklaring herroepen. Daartoe behoeft hij de toestemming van den president der Nederlandsche Artsen kamer. Indien deze de toestemming wei gert, kan de arts de beslissin® van den secretaris-generaal van het departement van Sociale Zaken inroepen. Zoolang de afstand rechtsgeldig is, rust de bevoegd heid van den arts om het beroep van arts uit te oefenen. is gister-raadzaam, dat een dergelijk besprekingen, en de Nederlandsche betrekking —tb cier kreeg echter instructies om zich in verbinding te stellen met den vertegen woordiger van Nederlandsch-Indië en met hem de eventualiteiten te Despr?«en, die betrekking konden hebben op net Ne derlandsche deel van Timor en de daar uit voortvloeiende gevolgen voor Portu geesch Timor. Op 8 December sprak een vertegen woordiger van Nederlandsch-Indië jegens de Portugeesche regeering haar besluit zijn erkentelijkheid Tegelijkertijd vroeg hij of de Portugee sche regeering bereid was in geval van een aanval op Portugeesch Timor, de hulp te aanvaarden van Ned.-Indische en Australische troepen, die op het Neder landsche deel van het eiland waren ge concentreerd Deze vraag kon niet terstond beant woord worden aangezien zij in de eerste plaats vooruit liep op de onderhandelin gen, die zouden gaan beginnen in Singa pore en ten tweede omdat men niet wist, of de door de Britsche regeering toege zegde hulp ten uitvoer zou worden gelegd door die dan wel door andere troepen. De hypothese aannemende, dat bij een te snellen aanval de besprekingen in Singapore niet meer tot stand zouden komen, zouden besprekingen met de locale autoriteiten noodzakelijk zijn ge worden. Wij hadden het voornemen deze hulp te aanvaarden in geval bij een plotselingen aanval het verkrijgen van een andere Engelsche hulp niet meer mogelijk zou zijn geweest. De Engelsche regeer.ng werd in kennis gesteld van deze stappen en van de houding der Por tugeesche regeering. De Engelsche regee ring was niet op de hoogte van de Ned.- Indische stappen. De Engelsche regee ring had waardeering voor de houding der Portugeesche regeering en erkende de mogelijkheid, dat in geval van een plotselingen aanval op Timor, verdere Britsche strijdkrachten uit Oost-Azië niet zouden kunnen worden ontboden. De Engelsche regeering bood nu de Portu geesche regeering, gezien haar plichten als bondgenoot, de hulp aan van Ned.- Indische en Australische troepen, die op het Nederlandsche deel van het eiland Timor waren geconcentreerd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 1