Speculatie
i
MIENTJE
VOOR DEH PUZZELAAR
Mooie
gaat Voorbij
'V';
A-
O
i
s
Annie v. d. Ruit)
aanwezig waren,
stemde
i,'
voor zich uit, de han-
ACCOORD
nu en dan hebben.
En
B
en
PROBAAT MIDDEL
soort liefkoozing schapper,
(Oplecsing in de courant van Maandag)
(P. Siers)
*<4»3
MM
de dame.
(Annie v. d. Ruit)
ren, 33 Aanhanger v. d. leer van Arius,
35 Koraaleilandje, 36 Delfstof
wn je even komen, Theodoor? De nieuwe meid wil je zien voordat zij
beslist! (H. Bronsgeest Ir.)
prunnentaart met specialiteiten, zei Anna
vlug, alsof ze het menu al lang had sa
mengesteld.
Lieve help. Waar haal je dat alle
maal vandaan? Maandag is het pas be
taaldag.
Ik verkoop mijn gouden speld. Voor
je succes heb ik gaarne wat over.
Is ons eetservies nog netjes genoeg?
Natuurlijk niet. Ik laat er morgen
een paar op zicht komen. Dan zeg ik den
.volgenden dag dat er geen keus bij is en
laat ze weer terughalen.
Hmmm...
Je kent mijn vriendin Olga toch wel.
zetten. Wanneer hij* dan den volgenden Die heeft op haar verjaardag prachtig ta-
dag bij dien kalen Ris te gast is, zal hem
de keuze niet moeilijk vallen.
Wat kunnen we hem aanbieden?
vroeg Anton, nog twijfelend.
Tomatensoep,
OMSCHRIJVING
Horizontaal: 3 Tij-
2E=, 5 Toevluchtsoord,
6 Buikig fleschje, 8 Japan-
xj Anton Feder kwam, drie dagen nadat
de kassier ontslagen was, in hoogst op-
gewonden toestand thuis. Hij stormde de
g kamer binnen, vergat zijn vrouw een kus
2 te geven en riep:
Morgen komt de baas bij ons eteh.
ft Anna Feder staarde hem sprakeloos
X aan.
A Kijk niet zoo als een domme gans
g Doe liever wat.
g Wat moet ik in hemelsnaam doen?
gt zuchtte Anna. En waaraan hebben wc
B die eer te danken?
g Feder hief zijn armen, wanhopig over
g zooveel domheid, naar het plafond. Be-
grijp je dat dan niet? )Er moet natuurlijk
een nieuwe kassier komen. Wie vallen in
d termen om bevorderd te wosden? Ris
en mijn pessoontje. En nu komt dé baas,
vóór hij zijn beslissing neemt, ééns een
kijkje bij ons nemen.
Jij kassier... stamelde Anna verrukt
Dan zul je ook eindelijk de loonsver
hooging krijgen, waarom je al zoo dik
wijls gevraagd hebt. Meneer Anton Feder,
de kassier.
Of Ris krijgt het baantje, merkte
Anton bezwerend op. Die kale kerkrat
met zijn uitgestreken gezicht zit mij altijd
dwars.
Er zal toch geen kassier aangesteld
worden die krom gaat van de schulden?
Terwijl Derks juist ontslagen werd omdat
hij speculeerde. Neen, beste Anton, jij, die
zoo degelijk leeft, bent geknipt voor die
vertrouwenspositie.
Weet de baas soms, dat de schuld-
eischers bij Ris de deur platloopen? Neen
toch!
Hoe het ook zij, riep Anna energiek.
deze kans mogen wij ons niet laten ont
glippen Jij wordt kassier, daar zal ik
voor zorgen. Morgen komt de patroon bij
ons eten en ik zal mijn beste beentje voor-
Vanavond is Ris aan de beurt Dit
heef^ den heelen middag rondgelooper S
met een gezicht van een oorwurm Hi..
vroeg mij notabene of ik hem ons servies, j
en tafelzilver wilde leenen. Stel je vooi
Hij was half ziek van wanhoop
Hij begreep wel. dat hij geen kans
heeft. Let maar eens op. morgen heb je
je aanstelling
Houdster van zomerpension: Ik heb
met uw praatjes niets te maken. U gaat
hier niet vandaan, voordat u de reke
ning heeft betaald!
Huurder: Ja daar leg ik me dan
maar bij neer. Hoe is 't hier ’s win
ters? (P. Siers)
Mooier dan ooit, jongen, en blijf haar
uit den weg, want...
Willem Vank keek vreemd op.
Eerlijk gezegd, heb ik het de votlge
vacantie hier zoo lang volgehouden, om
dat dat lieve kind...
Heb je haar gesproken?
G mroken?... Weinig, heel weinig
We hebben urenlang gewandeld, maar,
eerlijk gezegd, niet veel gepraat.
Wille ik vindt je een ellendeling
Je weet, dat ik...
Ik weet, dat jij ook een paar keer
met haar gewandeld hebt en ik ben zeker,
dat er nog meer jonge kerels zijn, die
graag een wandelingetje...
Willem, je had kunnen weten, dat ik
diepere bedoelingen had...
Dat heb je haar misschien laten mer
ken, maar mij niet... Maar, je weet niet
wat ik met dat kind voor heb.
Jij mag je schamen. Dat noemt zich 3
vriend. Ik heb je gevraagd, om mee te
gaan naar mijn ouderlijk huis..., vooral g
om je haèr te laten zien... S
Ik kwam, ik zag, ik overwon!
Jij? Heb jij haar gevraagd? Q
Zoover zijn we nog niet, maar... Ja. 2
kerel, viel hij opeens op heel anderen toon g
uit, omdat hij zag, dat een grauw floers ft
zich over het gezicht van zijn vriend
spreidde... als ik geweten had. dat jij... g
Het is een infame streek! X
Hoho! Ga niet te ver. Hoe noem jij
het dan, vadertje, als je je besten vriend
meesleept naar dit ellendig boerennest om x
zijn prachtige vacantie te bederven. Moest
ik alleen zien, dat jij je verslingerde aan ft
een molenaarsdochter... v
Willem, pas op je woorden.
Oh, ik ben nog heel voorzichtig. Ik ft
z-’ je nóg eens Mooi Mientje is... r
Laat mooi Mientje er buiten. Ik zat
straks naar haar toe gaan cn zeggen, hóe
jij over haar denkt
Onnoodig, ik ga zelf. 2
Jij... gaat... zelf? Dan zul je zeker je ft
koffer meteen meenemen. Je moet tegrij ft
dat hier in huis geen plaats meer g
voor je is ft
Best, als je niet tegen je verlies ft
kunt...
Verlies? schreeuwde'Albert Bosgra x
ve, verlies? Ik heb niets verloren en jij ft
hebt niets gewonnen. Ik zal het je dan
maar ineens zeggen: Mooi Mientje is van Jj.
mij. En daar blijft verder iedereen af. Eb
nu zal je weten, wat jou te doen staat ft
Willem Vank stond op.
Dat zal ik zeker. Ik ga naar haar
toe en.ft
Hij zweeg en zijn vriend zweeg. Beiden
keken ze naar den mooien, ouden molen, w
waarin de mooie, jonge Mientje juist te x
felzilver cadeau gekregen. Dat wil ze mij
voor een keertje zeker wel leenen.
En onze schamele meubeltjes dan?
Maak je daarover geen zorgen. De
gebraden gans en buurman van tante Agnes heeft een eerste
HET BESLISSENDE OOGENBLIK
linnen doekje, 23 Droog
oven, 24 Speciale bood-
,25 Gebed. 27
Voorzetsel, 28 Weekdier
31 Spaansche volksdans.
33 Aanvoerder van een
kozakkenbende. 34 Bosch-
god, 37 Broedplaats. 38
Oevergewas, 39 Groote
slagader, 40 Papiermaat,
41 Paimmeel.
Verticaal: 1 Stad in
Polen, 2 Eiland in den At-
lantischen oceaan (Deen-
Sche bez.).
ZONDAGSBLAD behoorende bij de Haagsche Courant van 24 December 1941. No. 18064
Anton Feder’s patroon at den volgenden
dag Anna's specialiteiten van een kost
baar porceleinen servies. Kostbaar zilvei
lag fonkelend op tafel en de gastheer
schonk heerlijk belegen wijn uit oude stof
fige flesschen. Gemakkehjke gloednieuwe
fauteuils noodden na den maaltijd tot een
rustig zitje onder het genot van een geu
rig kopje mocca. Kostbare tapijten hingen
aan den wand en bedekten het ietwat
verschoten behang. Vera’s rouwjapon met
strikken stond Anna zo* bekoorlijk, dat
Anton met recht trots op haar was.
Het doktershuis in Waddorp was vol
gerucht er hing een atmosfeer van over
borrelende jeugdluim, gezonde levens
vreugd. jool en grage lachlust. Albert, de
eenige zoon van dr. Bosgrave, bracht zijn
vacantie weer eens door in het kleine,
maar schilderachtige Waddorp en had zijn
vriend en studiegenoot Willem Vank mee
gebracht, om den boel eens volkomen op
den kop te zetten in *t anders zoo deftige r
doktershuis.
Het was nog vroeg in den avond en
Albert zat voor het raam van de ruime
kamer, welke nog altijd „zijn" kamer was
Peinzend tuurde hij naar buiten, naar de
vaart, de weiden, de boerderijen in de
verte, de aardige ongeschonden dorps
huisjes. Even zuchtte hij, toen hij naar
den ouden korenmolen keek, welke nog
steeds draaide. een paar eeuwen al.
Ja. jongen, daar kan ik ook uren
naar kijken.
Albert keek op. Zijn moeder stond ach
ter hem. had zacht een arm om zijn schou
der gelegd en volgde zijn blikken.
Inderdaad, zei Albert, diep onder voorschijn kwam. Ze wandelde langs het
doktershuis en knikte de beide studenten
met een stralend glimlachje toe
Ze komt voor mij! juichte Willerr
heesch
Voor mij! jubelde Willem schor.
Mooi Mientje ging voorbij, nadat ze een
briefje in de bus had gestopt.
Voor mij’ jubelde Willem schot.
Voor mij, juichte Albert heesch.
Mevrouw Bosgrave kwam de kamer
unnen en bracht oudergewoonte een
groot blad met glazen en karaffen mee
Wat willen jullie drinken, jongens'
Wil ik jullie wat aardigs vertellen?...
Mooi Mientje is hier zooeven voorbij ge
gaan en heeft een kaartje in de bus ge
worpen Ze schrik niet jongens’ ze
gaat, trouwen met den knecht van haar
vader... Ik drink een likeurtje met jullie
De meeste menschen bleven in den fami
liekring. Maar toch viel het ’r nog mee
"En vooral dat er van haar vaste klantjes
u geworaen, jurtrouw! inderdaad, zei Albert, diep onder
Verrast keek Truus op. Een sjieke dame den indruk van het welbekende en toch
zoo mooie landschap, het is prachtig
die oude molen...
En leeft de oude molenaar nog.
Natuurlijk, frisch en gezond.
En zijn dochter Mientje?
Vroolijk en braaf als altijd.
En is ze nog zoo mooi?
Mooier dan ooit, jongen, blijf haar
uit den weg, want... Daar is Willem, zei
ze haastig. Willen jullie iets drinken’ bi:
Willem Vank staarde ook uit raam en
verlustigde zich ook in het mooie pano
rama.
Mooi, zei hij peinzend rondkijkend
Vooral zoo’n oude molen. En leeft de oude
molenaar nog?
Natuurlijk, frisch en gezond.
En zijn dochter. Grietje?
Je weet heel goed, dat ze Mientje mee op de gezondheid van het jonge jaar
heet Gezondheid, Willem!
En is ze nog zoo mooi? Prosit Albert!
Meneer Feder, of u even bij den pa- ft
troon wilt komen
Anton begreep. Hij zou straks de heu-
gelijke tijding aan Anna kunnen mede- ft
deelen.
Waarde Feder, zei de baas Ik
moet eens ernstig met u spreken.
Gaarne
Je kent de reden waarom ik Derk»
heb moete ontslaan?
Zeker, meneer.
Daarom, terwille van je lieve vrouw a
die mij hoogst sympathiek was: schei uit
met speculeeren Nü gaat het goed, mór J
gen krijg je een klap.
Kijk maar niet zoo verbaasd Ik ken
mijn pappenheimers. Hoe kun je ander‘ l
met een bescheiden salaris, waarover je I
al dikwijls geklaagd hebt, op zoo’n groo 5
ten voet leven? Nee. doe maar geen moei
te om je er uit te redden. Tot mijn spijt 1
heb ik Ris. den nieuwen kassier, die blijk- I
baar de tering naar de nering weet te
zetten, moeten opdragen, speciaal op je
te letten Je kunt gaan, Arrton Feder.
12 Schitterend sterren
beeld. 14 Drost 17 Afzet,
volledig bjj haar 20 Beun, 21 Gesteven wit
haar hoede had, van den haak halen: haar
eigen oud manteltje
Maar wat zag ze? Vlak er naast hing
nóg een mantel! Toch was er niemand
meer in den schouwburg! Hoe kon dat?
Ze liep er op af. bekeek, wat daar leek
achtergebleven, nauwkeurig. Er was een
briefje op gespeld. „Voor Truus”, ver
meldde het couvert. Opnieuw, totaal van
de wijs, maakte ze het open en las:
„Beste Truus. het manteltje, waarin we
je al jaren zien, wordt wol wat erg oud.
Hier heb je een nieuw omhulsel van ons,
hoor Daar zal je het warmer in hebben.
Je trouwe vestiaire-klanten.
Truus kreeg de tranen in haar oogen
Wat was dat lief! Maar wanneer hadden
ze dat mooie cadeau daar opgehangen?
Zeker, toen ze, in haar droom, in dat
prachtige bont heen en weer liep! Haha,
vanavond ging zij ook behaaglijk warm
de straat op. „Een prettig Oudejaar!”
hoorde ze nog tegen zich zeggen. Nu, daar
mankeerde het niet aan. En, op haar ma
nier met de kachel aan, zalig wegge
stopt, haar oudje onder den arm, verliet
ze den schouwburg.
Ie Kunstschilder: Ik zou iets eenvou
digs willen schilderen, maar iets wat de
menschen de tranen in de oogen zou
brengen. Heb jij een idéé voor mij
Z’n collega: Probeer 't eens met een
paar uien!
En ik ga eiken avond naar de come-
die’ zei juffrouw Rimmels wel eens met
- e i hoovaardig lachje en ze keek een
beetje spottend om zich heen. Nu jokken
deed ze daaanee niet. Ze was immers juf
frouw van de vestiaire!
Dat baantje nam ze al twintig jaar
waar Ze mocht dus niet zeggen, dat ze
in den schouwburg heelemaal een onbe
kende figuur was. De vaste theater-klant-
jes noemden haar zelfs bij d’r voornaam,
Truus.
Is dat niet vervelend,, eiken avond
zoo hetzelfde? werd er soms gevraagd
Maar eerlijk kon ze getuigen, dat ze er
nóg niet genoeg van had Wat kon je
als weduwe, die anders toch 's avonds
alleen thuis zou zitten, beter verlangen?
Vanavond bijvoorbeeld het was Oude
jaar zou ze het, eenzaam op haar ka-
mer. heelemaal niet gezellig hebben gehad overpeinsde
Dan was ze maar aan het piekeren gegaan
over haar benarde omstandigheden. Nu
kon ze dat veel makkelijker van zich af-
zetteh
Alleen op Oudejaarsavond duurde de
voorstelling erg kort. Om hajf tien was
alles al geloopen. Affijn, een mensch kon
het niet precies krijgen, zooals-ie wou.
Vol was het vanavond natuurlijk niet den “in haa7 schoot R^t m^t^enme^ch
liekring. Maar toch viel het ’r nog
klas meubelzaak. Als we hem beloven
dat hij over een paar weken onze villa
in mag richten, dan helpt hij ons graag
Gisteren zei je nog, dat je geen en
kele behoorlijke japon had.
Dat zal nu spoedig veranderen, An
ton Morgen trek ik dan wel de rouw
japon van Vera je weet wel, wier vader
verle en week gestorven is aan. Met
een kleurigen strik zal ze mij wel erg
jeugdig staan.
Hmmm Et moeten we hem soms op
een droogje laten zitten?
Ezel, waarom ben je eigenlijk be
vriend met den wijnhandelaar, als hij je
nooit een dienst kan bewijzen? Laat hii
je een paar fijne flesschen leveren, die je
hem de volgende week.betaalt
Om wat te bereiken in de wereld
mag je wel een enkelen keer van de prin
cipes afwijken.
z
- t
bij zichzelf,
in dat oudje
gaan? een *riensc^1 hersens raar toe- voeriniddel, 7
Langen tijd had ze echter niet om na
te denken; het stuk was uit
Dag. Truus! ’n Prettig Oudejaar? Dat Mosterdgas ts nares-
zeiden haar de verschillende trouwe klant- kaartje, 16 Nederlandsche
jes, precies als die dame, alsof het afge- r-’w
Wflt u dat ding wel eens uitdoen? beval telflk’^ "aS St Waren aUernaal har’ £faIn<!’ 1® Mohammedaansche godsdienst
- vciijn.. lets doodmoe ziirwie 22 In coede con-
Nu was ze alleen. Kom-aan. Ze kon ditie. 25 Metalen «<Aroef 26 EuroLaïïl
het laatste kleedingstuk, dat ze onder ',o --schroef, 26 Eur peaa
verschilende i
haar behaaglijk
Dag, Truus, dag juffrouw Truus.
Hoe gaat het wel. ’t Is koud buiten, hè
Met zulke gezegden vertrouwde men
haar het eene kleedingstuk na het andere
toe Vriendelijk knikkend repte ze zich
wat ze kon Want vlug wou ze blijven
voor haar jaren!
Zie zoo, de drukte was voorbij. Ze kon
rustig gaan zitten. Ze voelde zich moe.
Dat was de oude dag. Hoe lang zou ze
dit baantje nog kunnen volhouden? Maar
niet over denken!
Ze breide aan een wollen vest Dat kon
ze in deze koude dagen goed gebruiken
Haar manteltje was niet te warm en
erg oud Eigenlijk kon het niet meer mee
Maar kleeren waren duur.
En dat met al dat moois om me heen!
ze- Kijk die bontmantel
eens! Wat zal zoo’n ding heerlijk zitten!
Of je met de kachel op straat loopt!
Ze lei haar breiwerk even neer. Ze was
vanavond zóó lui! De naalden vielen, om
zoo te zeggen, uit haar hand. Dan maar
een oogenblik niets doen. Dat was ook
goed op z’n tijd
Strak staarde ze
O, ja! Gaat u nu al weg.
slot kan ik me wel indenken. En we ver
langen naar huis.
Truus, eindelijk weer
positieven, deed haar plicht, haalde de
kleedingstukken van meneer en mevrouw
van den haak. Met een
kwam ze nog e/en aan dien zaligen bont
mantel. O. o. mevrouw moest eens weten!
Truus. zei de dame en er was
iets in haar toon, alsof ze daar een bij
zondere bedoeling mee had Een prettig
Oudejaar, hoor!
Dank u mevrouw, zef Truus. En
dank u wel. herhaalde ze tegen meneer,
die een kwartje fooi gaf!
Truus zette zich neer, tuurde voor zich
,"aar gaat m’n warme jas. sprak ze
Zoo «teen kruip ik weer ache bez.), 4 Turksche
vair me. Aeh. ach. wat kan landvoogd (Titel) 5 Ver-
U-- -7 ^ffen g
Japanscb extract v. soja-
bonnen, 10 Verfbuisje, 11
roofdier. 13
15 Adres-
- «’v-mvi isuiuavuj
eilandbewoners, 18 Voor-
zijnde, 22 In goede con-
„n Tz’ u .Metalen schroef, 26 Europeaan,
29 Vracht, 36 Omslag, 32 van de beende-
Is u stapelgek geworden, juffrouw!
X/AWOcf Izoolr ’T’v'iiiie- j
stond voor haar O, nu was ze leelijk ge
snapt: ze had dien mooien bontmantel
van haar aangetrokken!
Wilt u dat ding wel eens uitdoen!
beval de dame op hoogen toon. Hoe
haalt u het in uw hoofd!
Truus kreeg het een oogenblik heel erg
benauwd. Maar dat kwam misschien ook
wel. omdat ze het zoo zalig warm in dien
mantel had! Dan echter, tot haar eigen
groote verbazing, zei ge brutaal: Hoe
vindt, u, dat die me staat? Fijn, hè? Ja
ik wil ook wel eens ies warms aan heb
ben En nu kan u zeggen, wat u wilt
maar zooals u me hier ziet, ga ik straks
naar buiten Wat zullen ze kijken op
straat! Truus in het bont! Ha-ha-ha!
Ze lachte, dat het schalde in de vestiai
re. En parmantig liep ze rond, of ze een
koningin was!
De da .ie stond een oogenblik perplex.
Daarop greep ze haar beet.
Hé, juffrouw Truus, geeft u mijn
mantel eens aan! Is u in slaap gevallen?
Opeens schoot ze wakker. Wéér stond
dame voor haar nu met haar man.
Suffend stond Truus op Hoe kon ze
zoó van de wereld raken! Het gebeurde
wel meer, dat» ze half indoezelde; maar
ditmaal had ze echt getukt.
Uw mantel? vroeg ze. nog heelemaal ding.
in de war O, ja’ Gaat u nu al weg. --
Ja zei de dame vriendelijk. Het Eche rijstewijn, 9 Gevoel,
l
i
DE MACHT DER GEWOONTE
De huurkoetsier neemt een stortbad
(Alex)
De dirigent luistert thuis naar de
radio
De hoefsmid verzoolt de schoenen van
zijn vrouw
12.
19
16
^7