HET VERLIES VAN NED.-IND1E No. 18133. 1942. DE OPMARSCH DER JAPANNERS Volksgemeenschap voor onze VERDUISTEREN Dinsdag 17 Maart. Port Moresby bedreigd DE NUCHTERE FEITEN Beroep op Britsch-lndische vorsten Schout-bij-nacht Doorman gesneuveld VERKLARING VAN DEN AUSTRALI- SCHEN GEZANT Engelsche bommen op Turkscbe stad Slechts geringe hulp voor Ned.-Indië Amerikaansche troepen in Australië De toestand in Birma Bolsjewistische vestinggordel in Iran 1 COURANT tage is van den totalen oorlogsbuit Australische Ze werden er kerels... ten ten het GENERAALS REINHARDT EN SCHMIDT BEVORDERD LUCHTALARM TE LONDEN Voor het eerst dit jaar heeft Londen gisterochtend luchtalarm gehad, dat on geveer 3 kwartier duurde, meldt S.P.T. Oo'taak. Van het alarm schijnt te zijn ge weest een Duitsch vliegtuig, dat in de richting van Londen vloog, zonder even wel bommen te werpen De nieuwe W.nterhulpsieldjes. welke verkocht zullen worden bij de collecte van 20 «i 21 Maart a.s. (Stapf) Een koerier te paard komt uit de voorste linie op een commandopost aan. (Weltbild-Polyooon-P.K. MMelstaetUfi De stad is bereikt. Met alle macht verdedigen de bolsjewisten zich. Om ieder huis, om iedere straat moet gevochten worden De Hollandsche jongens in actie. (S.S. P.K. Klerk-Vrijw.Leg. Nederland- Fellinga) Door het leed verslagen Maar er is een ander deel, en dat deel is niet zoo gering dat den slag van ver. leden Maandag heeft voelen aankomen en heeft voelen neerkoman. Dat deel staat een oogenblik verslagen door een bijna boven menschel ijk leed. Ik weet niet bij benade ring, hoe groot het aantal menschen is, dat nog onder ons leeft, en dat in ons In- dië heeft geleefd en gewerkt, of er familie leden of vrienden heeft, die daar wonen, en over wie zij nu niets weten, niets hoo- ren. Leven ze nog. of zijn ze in een hope- loozen strijd gevallen...? Niet bij benade ring weet ik, hoevelen het zijn. Maar wèl weten we, dat van de kwart millioen Europeanen, die hun tehuis in Tropisch Nederland hebben, een niet on belangrijk percentage hun wieg in het Moederland had achtergelaten en eens daarheen terug dacht te gaan. En óók we ten we, dat de sterke mannen en moedige vrouwen, die in opeenvolgende generaties den weg naar Insulinde vonden, om daar een bestaan op te bouwen en nieuwe stee nen aan te dragen voor ons imperium, tien duizenden, ja honderdduizenden in Neder land achterlieten, die, ofschoon ze zelf nooit die heerlijke eilandengroep zien zou den, zich toch op eenigerlei wijze met In- dië verbonden voelden. Tenslotte is er nog een kleine groep Ne derlanders, onder wie zoo vele oud-Indisch gasten, die jaren lang gewaarschuwd heeft: .Staart u niet blind op de Britten, op een evenwicht der machten rondom de Ocea nen van het Oosten, voert geen eenzijdige politiek, bindt u. niet naar één kant, maar houdt de oogen wijd open”. Ik hoef- die kleine groep geen naam te geven. Maar ik wil wèl van haar zeggen, dat ze verre van trotsch is op haar beter inzicht, en dat ze in deze dagen meer dan ooit zich één voelt met Nederland én met Nederlandsch Oost en West. Niets is thans noodiger, zeide spr. voorts, dan het besef, dat we bijeen hooren, hier in het Moederland, ginds in Insulinde, in Suriname, op Curacao en op Aruba, Bo naire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba. We hooren bijeen, omdat een ontwikkeling van eeuwen ons tot een Rijkseenheid heeft Koortsachtige voorbereidingen De Nieuw-Zeelandsche regeering heeft de algemeene mobilisatie aangekondigd. Uit Canberra wordt medegedeeld, dat men in Australië in koortsachtig tempo maatregelen neemt om zich te beveiligen tegen de toenemende Japansche lucht aanvallen. Overal worden voorbereidin gen getroffen om de landing van Japan sche vliegtuigen onmogelijk te maken. Voorts wordt gemeld, dat eenige Ame- rikaansche duikbooten in havens zijn, aangekomen De Australische gezant in de Vereenigde Staten, Casey, heeft gisteren verklaard, dat de tijd is gekomen, dat de Gealliëerde naties tot den aanval op den tegenstander moeten overgaan om Australië te verdedi gen. Wij kunnen het ons niet permitteeren nogmaals te falen. Wij mogen niet denken aan 1943, maar moeten aan 1942 het heden denken. De Führer heeft de generaals der pant- sertroepen Reinhardt en Schmidt bev >r- derd tot General ober st. SUCCESSEN VAN JAPANSCHE DUIKBOOTEN Het Japansche hoofdkwartier deelt mede, dat Japansche duikbooten, die opereeren in de kustwateren van Indië en Birma, de vijandelijke scheepvaart zware slagen hebben toegebracht. In totaal werden 11 schepen met een gezamenlijken inhoud van 81.000 ton tot zinken gebracht. BRITSCH-INDIÊ EN DE VEREENIGDE STATEN „United Press” meldt, dat Britsch-In- dië en de Ver. Staten hebben besloten, wederkeerig gezantschappen in te stellen. Tot persoonlijken vertegenwoordiger van president Roosevelt bij de Indische regee ring is benoemd Louis Johnson. De heer Max Blokzijl sprak gisteravond voor den zender van Hilversum H over de bezetting van Nederlandsch-Indië. Wij ont- leenen hieraan o.a. het volgende: De tragische berichten uit Nederlandsch- Indië liggen nu al weer een week achter ons. Op een deel van ons Volk hebben ze misschien geen al te grooten indruk ge maakt. aldus de spreker. Dat is een deel, dat altijd gewoon is geweest, alleen maar aan zichzelf te denken. Deze menschen hebben nooit eenig besef gehad van wat Indië voor ons beteekende. Ze zijn even dom geweest als hun ouders en hun groot ouders, die het land van Coen en van Heutsz, Multatuli en van Dalen „dat Apen land” noemden, en er bij voorkeur mis lukte zoontjes wenschten heen te zenden onder het motto: „Hier heb je niet willen deugen, dan maar naar Indië”. Althans, zoo was het vroeger, eeuwen lang, tot nog weinige tientallen jarerï geleden. Er is ook een ander deel van het Volk van Nederland geweest, dat het zoo sleeht niet meende, maar dat van Oost-Indië wei nig af wist, er misschien aan verdiende, meer indirect dan onmiddellijk, en dat in het geheel niet besefte. Dien welstand ter kennis nam, alsof het de natuurlijkste zaak van de wereld was. School en boek, Kolo niaal Instituut en voordracht, film en foto hebben getracht, dezen menschen wat meer besef bij te brengen. Het gelukte maar ten deele. Zij, die nooit geweten, en nooit be grepen hebben, wat het Rijk-Overzee voor ons was, zullen de laatsten zijn, die be grijpen, wat het oogenblikkelijk verlies voor onze Nederlandsche Volksgemeen schap beteekent Afweergevechten in het Waldai-gebergte. Door diepe sneeuw wordt opgetrokken naar de vijandelijke linies, lederen dag doen de verkenningstroepen aanvallen op de stellingen der bolsjewisten en brengen den vijand groote verliezen toe. (Weltbild-Polygoon-P.K. Ulrich) PRIJS DEZER COURANT Voor 'a-Gravenhage bij vooruitbet. per 8 mnd met „Kikeriki", „De Nieuwste Mode”. „Kol. Bijblad" en »Letterk. Bijblad” f 3.18. Fr. p. p. met Modeblad 4.20, z Mode blad f 3.95. Buitenland 9.45. Bij postkant, tegen de geldende goedgek. abonnementsprijzen Afz nummers 5 ct„ fr n p. 10 ct Een Reuterbericht bevestigt, dat de be velhebber der NederlandschEngelsch Amerikaansche vloot in het Zuidwesten van den Stillen Oceaan, schout-bij-nacht K. W. F. M. Doorman, in de zeegevechten voor Java is gesneuveld. Zijn vlag woei op de ,,De Ruyter”. Hij was 23 April 1888 te Utrecht geboren, in 1910 adelborst le kl. geworden en in 1912 luitenant ter zee 2e kl., als hoedanig hij bij den hydrografischen dienst in Indië werkte. Van 19151918 was hij bij het vliegkamp in Soesterberg. de laatste twee jaren als instructeur. In 1919 commandant van het vliegkamp De Kooy geworden, werd hij het jaar daarop luitenant ter zee le kl. Na de Hoogere Marine Krijgsschool doorloopen te hebben, vertrok hij in 1923 naar Indië, waar hij bij den marinestaf werd geplaatst. In 1925 werd hij officier der artillerie op De Zeven Provinciën, in 1927 keerde hij terug bij den marinestaf in Den Haag. Van 1932 tot 1934 was hij, sinds 1933 als kapitein-luitenant, commandant van de Prins van Oranje, Witte de With en Evertsen. Toen werd hij chef van den staf der zeemacht in Willemsoord. 6 Sep tember 1937 tot kapitein ter zee bevorderd, werd hij in 1940 schcuit-bi^r^cfat .en es- kadercommandant in Ned.-Indië. Schout-bij-nacht Doorman was officier in de Orde van Oranje-Nassau. S.P.T. meldt uit Ankara Van regee- meegedeeld In den hebben 3 nationaliteit Zuidwest- HAAGSCHE r* Een concreet bewijs van de verraderlijke houding van Engeland en Amerika jegens Ned.-Indië, aldus Domei, is aan het licht gebracht, toen een onderzoek ter plaatse uitwees, dat er een verrassend klein aan tal Britsche, Amerikaansche en Australi sche krijgsgevangenen op Java is gemaakt. In weerwil van het enorme aantal Ned.- Indische krijgsgevangenen, bedroegen de Amerikaansche gevangenen slechts 400, krijgsgevangen gemaakt in de omgeving van Bandoeng en een honderdtal anderen, die gevangen genomen zijn meer in het Oostelijke deel van Java, een totaal dus van slechts 500, onder wie een kolonel. Onder de Britsche krijgsgevangenen be vonden zich 2 generaal-majoors. De voor naamste oorlogsbuit, welken de Japanners op de Amerikanen veroverden, bestond uit 93 automobielen, 8 stukken veldgeschut. 19 machinegeweren, 319 automatische en ge wone geweren, 80.000 patronen. Het on derzoek naar het op de Britten buitge maakte materiaal duurt nog voort, doch volgens de voorloopige inlichtingen werden 76 kanonnen, 90 machinegeweren, 6000 ge weren en 600 automobielen veroverd, het geen bij elkaar een onbeteekenend percen tage is van den totalen oorlogsbuit op Java. De Indische schrijft in het Nansjin (Zuidwaarts), dat Indië slechts de vorsten en de hoogere ambtenaren aanhangers van Engeland zijn en wel uit puur zelfzuchtige over wegingen. Deze beide groepen vormen evenwel slechts 10 procent van de be volking De overige 90 procent is ver vuld van den brandenden wensch naar onafhankelijkheid. botweg afwees. Zoo is het het Juli-aanbod Europa, zoo de nota’s van Japan, zelfs nog c~ oogenblik, waarop de strijd reeds t>. 7.47 uar nam. tot 7.49 aar v.m. Maan: 17 Mrt op 5.14 v.m., on der n.m. (Nieuwe Maan); 15 Mrt op 8.38 v.m., onder 9.36 S n.m. Nachtdienst DOKTERS: Tusschen 10 u. n.m. en 7 u, v.m. No. 113058. Ziekenfondsleden de Volharding no. 116364; zr. Stadspat:enten no. 49 S Ubvbbbb bbbbbbbb w"-wbbwbbrbwbbbbjbbb.5 gemaakt. In vroeger tijden zijn we er als kolonisatoren gekomen en dat is met strijd gepaard gegaan. Maar men zal van ons Nederlanders nooit kunnen zeggen, dat we onderdrukkers geweest zijn. We hebben daarginds goede en minder goede gouver neurs en generaals, residenten en onder wijzers gehad, maar als men de geschiede nis dezer kolonisaties in Oost en West doorbladert, dan zal men een opgaande lijn zien. We waren goede voogden en eerlijke vrienden van de groote inlandsche stam men. We hebben welvaart gebracht en menschelijk meeleven, met een nobel be grip voor adat en traditie van de rassen, die we aantroffen. Als er begrip ontbrak, dan was het in hoofdzaak niet bij de Ne derlanders in de witte jas met den tropen helm op, maar bij de profiteurs in het Moederland, die alleen naar winst uitza gen en vaak het onderste uit de kan wil den zien. Radio New York meldt omtrent den strijd op Nieuw-Guinea, dat de Japanners zich steeds verder een weg door het oer woud in de richting van Port Moresby banen. De Japansche luchtmacht heeft tijdens het weekeinde de ten Noorden van Australië gelegen eilanden gebombardeerd. Volgens de „Chicago Sun” zouden Amerikaansche troepen reeds in Australië ter versterking zijn aangekomen. Blijkbaar heeft déze hulp niet veel om het lijf, want men gaat van Australische zijde voort met wanhopige hulpkreten aan Washington te richten, aldus het A.N.P. In Britsche militaire kringen volgt men met de grootste belangstelling de ont wikkeling van de militaire situatie op Nieuw-Guinea. De Japansche troepen, die naar Port Moresby oprukken, zijn nog niet met de Britsche troepen ten Noorden van die plaats in contact ge weest. De Japansche luchtmacht heeft weder een aanval op Port Moresby ge daan. Volgens berichten uit Canberra hebben Australische vliegtuigen Sala- maua en Lahi aangevallen om de Japan sche verbindingslijnen te treffen. Men hoopt te Londen, dat de verdedigers van Nieuw-Guinea erin zullen slagen, de op dringende Japanners zoolang tegen te houden, tot de Australische verdedigings linie is voltooid. Nieuwe torpedo’s worden geladen. Steeds weer kan het Duitsche Weermachtbericht successen van de snelbooten vermelden. Nieuwe torpedo’s worden geladen en de boot voor de volgende onderneming klaar gemaakt. (Hoffrnann-P.K. Böltz) De nieuwe opperbevelhebber van de luchtmacht in Britsch-Indië, luitenant-ge- neraal Pierce, heeft voor journalisten ge sproken over den toestand in Birma. De luchtmacht in Birma is thans beslist be ter dan bij het begin van den slag, al dus Pierce. Wij zullen den oorlog bren gen in het land van den vijand, naar Ja pan. Bij den voorgenomen aanval op het vaderland van den vijand is het onver mijdelijk, dat wij Chineesche en Sovjet- steunpunten gebruiken. REDE VAN DEN ONDERKONING De onderkoning van éritsch-Indië lord Linlithgow heeft in New Delhi de verga dering van de Indische vorsten geopend met een rede, waarin hij de vorsten aan spoorde, zich bij het nationaal oorlogs front aan te sluiten. Doel van dit na tionale oorlogsfront was volgens den on derkoning versterking van het moreel, het uitschakelen van alle voor de verde diging schadelijke elementen en het be strijden van de vijfde colonne met inbe grip van alle onrustverwekkende rede voeringen en persartikelen. Lord Linlith gow verzocht den vorsten, de missie van Cripps al hun steun te verleenen. In de tegenwoordige kritieke situatie moeten de vorsten alle voorrechten prijsgeven, die belemmerend werkten op de oorlogvoe ring. De onderkoning deelde voorts mede, dat de troepen van het Britsch Indische leger vereenigd zijn om de strijdvaardig heid van de geheele weermacht te ver- hoogen. De vergadering nam tenslotte een resolutie aan, waarin zij verklaart, En geland met alle middelen te willen blij ven steunen. Artekel van Bose vrijheidsstrijder Bose Japansche tijdschrift t in Britsch- PRIJS DER AUVERTEN1IENVan 1—5 reg- t 175 Tedere reg. meer tot 10 reg 45 ct iedere reg. meer 50 ct. Reel. 95 ct. p. reg Bewljsnumm. 5 ct.. fr p. p. 10 ct.. Incasso binnen de stad 5 et. buiten volgens posttat Bij vooruitbet: Kleine Adv. 95 ct.; i, 75 ct Adv rr' Hr. a h bur. v. d. bl" 10 ct meer. eietoon 116300 (zeven Ilmen) BUREAUX: WAGENSTRAAT 35—37 Giro No. 12500 ailkantoor: Schevenlngen, Keizerstraat 319, Tel. 550310: Filialen: Rijswijk, Kantoorboekhandel Leeuwen- daal, Oranlelaan 3, Tel. 119461; Voorburg, Boekhandel H. E. G. Ruys, Heerenstraat 124, Tel. 778038; N.V. Kantoorboekhandel Th. J. de Konlng, Goudsbloemlaan 3, Tel 330263; Boekhandel J. B. v. Seters Jr. Theresiastraat 108a. Tel. 772444 Roea^anriei F D C.nové» ven Movtemestraet o*» Tel ?<»»«"- ringszijde wordt nacht van 15 op 16 Maart vliegtuigen van onbekende boven de stad Milas in Anatolië 17 bommen geworpen, na eerst landingsparachutes te hebben uitgelaten. Ook schoten zij met hun mitrailleurs op de stad. Twee personen zijn gedood en een werd gewond. Aan eenige huizen ontstond schade. Men vermoedt, dat het hier Engelsche toestellen betreft, afkomstig van Cyprus. Waarschijnlijk hebben de piloten zich vergist en meenden op dat oogenblik te zijn boven Rodos of een ander eiland van de Italiaansche Dodekanesus. ontbrand en Tokio niettemin tegenover Batavia een uitzonderlijke houding aannam. Dr. Horst Michael heeft voor al hierop het licht doen vallen. Er is veel, wat onbegrijpelijk is,in de voor geschiedenis van dezen grooten oorlog in alle werelddeelen. Want hoe wil men, bijvoorbeeld, verklaren, dat Enge land en Frankrijk tegenover Duitsch- land de wapens opnamen op een tijd stip, waarin beiden volkomen onvol doende waren voorbereid, terwijl zij toch van de macht van het Duitsche Rijk voldoende op de hoogte hadden kunnen zijn? En hoe moet men verkla ren. dat Amerika Japan tot het uiter ste heeft geprikkeld, terwijl de opper bevelhebber der Amerikaansche marine nog onlangs verklaarde, dat zijn vloot eerst in ’43 haar volle gevechtswaarde zou hebben? Men kan, als toeschou wer, tegenover een dergelijke roeke- looze verblindheid afkeurend het hoofd schudden, maar Nederland was de rol van toeschouwer in dezen oorlog niet toebedeeld. Nederland heeft in Europa en in Azië aan den lijve de gevolgen van deze verblindheid, van het illusio nisme wellicht een veel te zacht woord van deze bepaalde groep van oorlogsdrijvers tot zijn schade onder vonden. Het steunde op den Volken bond en realiseerde zich niet, wat het beteekende, toen dit instituut den eer sten keer den besten, waarop het in het conflict tusschen China en Ja pan moest optreden ter handhaving van het recht in de wereld, volkomen faalde. Ook toen bleven de oogen voor de nuchtere feiten gesloten. Er is een harde les noodig geweest om wakker te worden, heeft de heer Max Blokzijl gisteravond aan het slot van zijn radio-causerie gezegd. Inderdaad, een zéér harde les. Maar laat het Neder landsche volk, eenmaal wakker gewor den, dan ook nu weten, wat het te d«en staat. Van betrouwbare zijde wordt uit Iran vernomen, meldt het D.N.B. uit Adana, dat de bolsjewieken op het oogenblik een vestinggordel aanleggen, die Noordwesten van Tabris begint en Westen van het Urmia-meer naar Zuiden loopt. In hetzelfde bericht wordt er op ge wezen, dat het roode leger thans de ge heele Oostelijke grens van Turkije con- irolcci t Zes jaar geleden citeerde in den Amerikaanschen Senaat senator Borah de woorden van den eersten president der U.S.A., Washington: „Er is geengroote- re dwaling mogelijk dan te hopen of te rekenen op ware gunsten van het eene volk jegens het andere. Dat is een il lusie, waarvan de ervaring ons dient te genezen.” Dit zijn nuchtere woorden. Sedert zij in de laatste jaren van de achttiende eeuw door Washington wer den uitgesproken, hebben zich tal van gelegenheden voorgedaan, waaraan de waarheid dezer uitspraak kon worden getoetst. Even vaak is zoowel aan gene als aan deze zijde van den Atlantischen Oceaan gebleken, dat de ervaring de volkeren van deze illusie niet genezen heeft Ook het Nederlandsche volk heeft in deze illusie geleefd. Het heeft ver trouwd op de bij herhaling hernieuwde beloften van het Britsche volk van hulp en steun, zoowel voor wat betreft het grondgebied in Europa als voor dat in Oost- en West-Indië. Op deze illusie is een bittere ontgoocheling ge volgd. Men moge het nog niet direct als zoodanig hebben gevoeld in de noodlottige Mei-dagen van 1940, na de ervaring, nu zeer onlangs opgedaan bij de verdediging van Nederland’s Aziati sche gewesten, zal ieder nuchter-den- kende toch het feit dezer ontgooche ling moeten vaststellen. Washington heeft een kleine anderhalve eeuw ge leden wijze woorden gesproken, wijze en tragisch-actueele. De ervaring na de gekoesterde illusie is voor het Neder landsche volk hard en onmeedoogend geweest. Dr. Horst Michael heeft in zijn rede, waarvan men gisteren in ons blad het verslag heeft kunnen lezen, over de voorgeschiedenis van den oorlog in Oost-Azië een aantal nuchtere feiten opgesomd, waarvoor zelfs de meest verblinde toch niet langer de oogen gesloten kan houden. Het was een iet wat hachelijke onderneming voor hem om in een land als het onze, dat als weinig landen een groot aantal emi nente mannen telt, doorkneed in wat men noemt „Oost-Aziatische proble men”, beschouwingen ten beste te geven over de voorgeschiedenis van den in deze gebieden ontbranden strijd. Hij heeft zich dan ook bepaald tot grepen uit deze geschiedenis, die niet verder dan een jaar of vijf, zes terug gaan. Het is vanzelfsprekend, dat men voor een goed begrip van de Japansch- Nederlandsch-Indische verhoudingen veel verder in de historie moet terug grijpen. In het kader van zijn betoog echter had dr. Michael niet noodig dit te doen. De feiten, die hij naar voren heeft gebracht, hebben aan beteekenis er niets door verloren. Wij willen niet in herhaling vervallen door deze feiten hier nogmaals op te sommen; men zou hier kunnen spreken van de „tragedie van de toegestoken hand”. Het meest noodlottige moment in dit lange treur spel heeft zich overigens in Juli ’40 afgespeeld, toen de Führer van het Duitsche Rijk zijn laatste vredes-aan- bod aan Engeland deed. De toen toe gestoken hand werd afgewezen; de ge volgen daarvan heeft Nederland in het bijzonder aan den lijve gevoeld. Nederland verloor zijn prachtig rijk van Insulinde. Het Nederlandsche volk eens de pionier van het blanke ras heeft op dit oogenblik zijn histori sche roeping verloochend en moest krachteloos achterblijven. Het heeft ge loofd in den toegezegden steun der Angelsaksische landen, het heeft met een fataal onverstand de gevaren niet willen zien, waardoor het werd be dreigd. Toen het wereldgebeuren aan onze deur klopte, waren we nog bezig geheel op te gaan in binnenlandsche haarkloverijen, in bekrompen eigenbe lang en in allerlei troebele partij-aan- gelegenheden. Dat deze dingen thans, als gevolg van het nieuwe streven naar eenheid, overwonnen zijn, schenkt gerechtvaardigde hoop voor de toe komst. Het Nederlandsche volk heeft nooit bij de pakken neergezeten en zal het ook ditmaal niet doen. In vroeger jaren werd vaak opge merkt, dat het buitenlandsche kapitaal, in Indische ondernemingen belegd, de ruggegraat moest vormen van de kolo niale politiek. De bedoeling daarvan is duidelijk. Het is alleen maar jammer, dat dit buitenlandsche kapitaal zich in hoofdzaak bleef bepalen tot Engelsche en Amerikaansche beleggingen, met als gevolg een steeds nauwer samengaan van Nederlandsche en Anglo-Ameri- kaansche belangen. Wat de uiteinde lijke gevolgen daarvan moesten zijn, heeft men niet willen inzien; het wa ren al weer „de nuchtere feiten’’, die geen of al te weinig aandacht hadden. Maar zelfs dit behoefde den toestand nog niet hopeloos te maken. Deze werd hopeloos toen men keer op keer de toegestoken hand, die een vreed zame oplossing mogelijk zou maken, met een onbegrijpelijke negatie van de toch wel zeer duidelijke conseqenties, i gegaan met van den Führer in* is het in Azië geschied met op een -J was Onze jonge Nederlanders zijn naar de tropen gegaan en zijn er kerels gewor den. Ik heb ze er eenige jaren lang aan het werk gezien, in de cultures, op de kebons, als adspirant-controleurs in de buitenbezittingen, kleine vorsten in on- metelijke gebieden, als rechters en als geneesheeren. als oiyterw^xers -en als zendelingen. Kerel/«waren ze allemaal, en in de laatste veertig jaren hadden ze Nederlandsche vrouwen naast zich, die met een moed en een taaiheid, waarvan haar in Nederland achtergebleven zus ters geen flauw besef hadden, de lood zware hitte in de kuststreken en de doodende eenzaamheid in de binnenlan den verdroegen, omdat de plicht en de liefde dat van haar verlangden. Ik heb ze opgezocht in alle hoeken van Java en Su matra, in Atjeh en de Gajoelanden, op Banka, op Borneo en Celebes en de Kleine Socnda-eilanden. Het is waar, meestal snakten ze naar hun jaar verlof, maar al; ze dan na de eerste maanden van opwindende vreugde om het terugzien van Europa in hun gemeubileerde ka mers of op hun hotelterrassen aap de Riviéra zaten, in Parijs of in Schevenin- gen hun oogen uitgekeken hadden, dan kwam weer het heimwee naar Indië bin nensluipen. Naar dat Indië, dat mooier was dan elk ander plekje op aarde. Naar de bergen van den Preanger, naar de oevers van het Toba-meer, naar het droomland van Tosari. of naar het ter ras van den Borcboedoer met de in de korte tropenschemering wegdoezelende vfolette contouren van de vulkaanreuzen rondom. Ik heb ze ook gekend, die Nederlan ders, die zeiden Hier heb ik het geluk gevonden, en hier, in dit onvergelijkelijk mooie land, temidden van die kinderlijke menschen met hun kleine fouten en hun groote deugden, wil ik begraven zijn. Ik ken er zoovelen, die daar inderdaad be graven liggen, op de hellingen van de vulkanen, temidden van een weelde van kleuren en geuren, die nooit vergeet, wie ze éénmaal in zich heeft opgenomen. Het wil er eenvoudig niet bij me in, zeide de heer Blokzijl voorts, dat we daar niet meer thuis, niet meer in eigen huis zouden zijn. Ik wil er ook niet aan denken, dat het lot van dat groote Rijk- Overzee in handen gelegd was van een kleine kliek menschen, die zich inbeeld den, er over te kunnen beschikken, in plaats van tijdig in te zien, dat ze het formaat niet bezaten, om ook maar over eer. Veluwsch dorp te regeeren. Het geslacht der mannen en vrouwen, dat zich van moederspappot losmaakte en naar Grooter Nederland om den Evenaar trok om sterk en ondernemend te worden, is niet uitgestorven. Het is springlevend. Het begint iets te merken, van binnen Het begint te mer ken. dat de klók naar twaalf wijst. Het begint warm te worden. Er is een harde fes noodig geweest om wakker te worden. VB

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1942 | | pagina 1