29
brandewijn met allerlei namen: boerejongens, lavas, anijs1):
en jongens met potten karnemelk zaten op een stoof onop
houdelijk te galmen: «een duit een glas!» De venters en
ventsters van al dat lekkers moesten voorzien zijn van een
bewèsie (bewijs) van den Schout, want zonder briefje
mocht niemand achter spel of kraam iets doenzooals het
zegswoord is tot op dezen dag.
De kern der Kermis prijkte op het Binnenhof. In plaats
van de oude grachten met ophaalbruggen en poorten, van
’savonds tot ’s morgens opgetrokken en gesloten, werden
later gezien slootjes met miniatuur-bruggetjes (heulen)afge
zet door stevige leuningen, en aan de zijde van het Plein
had het linker uitvalpoortje (het rechter was altoos gesloten)
een eigen plankier met eigen leuningen voor de veiligheid
van den alleenloopenden voetganger want een gearmd paar
kwam er dikwerf zonder kleerscheuren niet over. In onze
onvolprezen dagen, nu de Kunst Begeeringszaak is, ziet het
oog alles slecht en effen als de begane grond, terwijl Fon
tein en Paardespoor aan het oude schoone Binnenhof een
fraai mystiek-modern aanzien geven, zichtbaar bij vollemaan
en bij middagzonneschijn.
Op het Binnen- en Buitenhof was de Kermis opgeslagen,
saamgesteld uit de bekende onooglijke houten getimmerten,
van voren bespannen met zeildoek, dat als een scherm
opgelicht, den kijker beschut bij regen en bij zonneschijn.
Van alles was er te krijgen, of, zegt Bilderdijk:
Het aftreksel van rozijnen op brandewijn heet boerejon
gens; dat van lavas-zaden, Levisticum officinale L., lavas, en
dat van anijs-bevernel-zadenPimpinella anisum L.anijs.