30 Brand der Cramen op het Buytenhof in’s Hage den 9 My 1758 ’s mergens quartier ovei’ drien. Oost-Ind.-Inkt-teekening. P. v. Cuyck fecit. Eigendom van het Gemeente-Museum. Men zag er menig kraam en tent, Daar alles was te koop. De doorgang tussclien de kramen had de breedte van wijlen het Hofpoortje of van het Halstraatje op zijn smalst. Een eenzame plaatkoekenkraam stond tusschen poffer- of broederkramendan zag men wafelhuisjes met waargemaakte Friesche schoonen, zuur- en eiertenten met lange tafels buigende onder den last van stapels aanlokkelijk bestoven broodjes, hardgekookte eieren en tobbetjes agurken en kroo- ten, beide in ’t zuur. Als gepakte haring was alles op en in elkander gezet, en geen wonder is het, dat er bij brand in een oogwenk een vuurzee te kijk was. «In een omme zientje, volgens een ooggetuige van 1758, in een amerytje a.1) Na dien is de Kermis voorzichtigheidshalve uit liet Binnenhof verbannen. Het Lange Voorhout werd de meest-gezochte standplaats, waar vooral des Dinsdags een buitengemeene drukte heerschte van wege de Paardenmarktgehouden in het vierkant, ontsierd door het gedenkteeken van den Hertog van Saksen-Weimar en door het Paardespoor. Spijt prijs en pre mie muntte zij, hoewel voorheen wijd en zijd vermaard, in lateren tijd zeer uit in keur van afgefoolde rossen gezegd knollen en bonken, welker eigenaars sedert jaar en dag door de hope der strate beleefdelijk werden gevraagd: «Mes hebben?» De Donderdag was de dag der dagen. Op het middag-uur slenterde der ingezetenen keurbende, vermengd methonderde vreemdelingen, d. z. niet-Hagenaerslangs kraam en tent,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1889 | | pagina 101