31 J) Het eerst is het Krankzinnigengesticht voor het baldadige kermispubliek gesloten. Van de mensch-vernederende tentoonstelling der ongelukkigen in het Dolhuis heb ik gemeend in den tekst te moeten zwijgen. Die sluiting is h et levensteeken op een doodenveld. De Kermis zijn wij kwijt, de fooien zijn gebleven. Daar op het Buitenhof bij den Vijver staat onze stadge noot Jacobus Freese «Burger, en Inwoonder alhier in den Hage, met de vier croonen, het Marionette Spel.Hij speelde dagelijks, maar «niet op Sondagh, en des avonds voor de Clocks tien uijren eijndigendezooals de voorwaarden altijd luiden; dan liet de klapperman zich hooren en onze vaderen gingen stillekes naar bed. Vóór de invoering der «stille ronde» in onze dagen kondigde de klep het tiende avond uur nog te Scheveningen aan. Sedert 1729 gaf Freese zijn onovertroffen voorstellingen met vijf' minuten pauze slechts, nu en dan noodzakelijk om de koeliesjes te verzetten. in de hoopvolle verwachting «het Hof» te zien verschijnen met den Prins-Stedehóuder aan de spits, een gewoonte door den goedigen Honing Bodewijk weder in eere hersteld, en later door Willem I een poos volgehouden. Ai ziet! daar wordt de wind afkermissig: «het Hof» blijft ten paleize, de grootelui in afdalende reeks gaan niet uit, doch de booien krijgen een uitgaans-Donderdag en -nacht. De laatste wordt er van genomen. Sic transit of zoo gaat het Al voorbij. Stelselmatig is de Kermis verminkt: de dood-eerlijke paardetuischersde brand-schoone boerenleiders en de kraakzindelijke doedelzakjankers worden geweerd, en der waargemaakte Friezinnen het hoofd-ijzer verboden. Het einde is

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1889 | | pagina 102