33 occulist, Breuk- en Steensnijder» vertoonde hij «voor ende naar het aanbieden van sijne medicamenten door sijn bij hem hebbende Troup tot vermaak ende divertissement van het publijcq het een of ander Klugtspel off ander divertisse ment. Het vorige jaar was hij ook vier weken hier geweest zonder Kluchtspel; er was dus vooruitgang. De Plaets als Graefielijkheidsgrond, sedert 1810 Rijks-travers, stond niet te begeven door ’s-Gravenhages vroede mannen, maar ook de Hove van Holland moest toestaan om iets dwars-in- de-weg te zetten, Mal of niet-Mal. En zoo leest men: Thoff van Hollandt en de Magistraat van s Gravenhage accordeeren uts [ut supra, als boven] mits syne Klugtspel voornt Gedaan in den Hage den 30 april 1739 onderstont en was geteekent Jan Parker en Mich Ten Hove.Jan was Griffier van het Hof en Michiel Secretaris van de Stad. Het voorwaardelijke mits is een ondeugende zet van den Kennis geest, ten jare 1886, naar de sprake ging, gevaren in den windwijzer van het Raadhuis. Vóór de opheffing van de Rekenkamer der Graaffelijkheid in 1728 werd de toestemming verzocht der Eedel-mogende Heeren vande Reekeningen vande Domeynen vande Eedel-Groot-mogende Heeren Staaten van Hollant ende West-vrieslant. En de kwakzalvers deden goede zaken. Daar staat er een, die met de spits van een heuschen degen, scherp als een vlijm, tanden uitwipt dat het een lust is. Hier, door een ondoordringbare menschenmuur omgeven, biedt Nicolaus Jacobus Thomasius «operateur, en occulist van sijne Cone Majt van Pruyssen en Ceurvorst van Keulen» den mats- votten, onnoozele halzen, zijn onfeilbare middelen aan, en verricht syn functie gezeten nooit alhier vertoond 3

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1889 | | pagina 104