51
In dezelfde Tresoriei-srekening komt een hoofdstuk voor:
«Costen gevallen deurt vyttrecken van de twee Vaendelen van de
Schutterye van de Cloveniers,» (die zetelden in den Nieuwen Doe
len, nu het Gemeente-Museum) naer den Bryell in de maenden
van Julio ende Augusto 1584van welken tocht met een paar
regels door De Riemer melding wordt gemaakt, en die op last der
Staten geschiedde.
September 1584 een pachtsom van vijfduizend tweehonderd
ponden te betalen, «hoopende dat Zijne Pe Excellentie ende
de Heeren Staten slants van Hollant heurluyder Residentie
«zouden gehouden hebben gehadt in Den Haghe», waren
daarin zeer teleurgesteld en vraagden daarom, en ook «dat
«mede deur den doop (d) van Zijn Pe Excellentie zoo met
«Zijnen doot, Zijne begravinge, veel burgers ende Inwoon-
«ders van den Hage als mijn Heeren van den Hoogen
«Raeden als Provinciaelen Raeden, hen aldaer eontinuelicken
«onthouden hebben gehadt, mitsgaders deur t vertrecken
«van de burgers naer den Bryel 1) zyluyden groote verlies
«gehadt hebben», vermindering van hun pachtsom, welke
tot een bedrag van 500 werd toegestaan.
Eerst was hun slechts 300 toegestaan, maar bij nader
request aan voerende de groote vermindering van accijns, die
zij ook hadden geleden, «van dat de burgers vyten Haghe
«geweest hebbende in den Briel, thuys coomende veel zyeck
«geworden waeren, ende Lange tijdt zyeck gelegen hadden»,
werd het bedrag verhoogd met 200
Van den offlcieelen rouw door den Haag betoond bij het
afsterven van den grooten Zwijger, den Vader des Vader
lands, vind ik slechts een enkele opgave.
«Betaelt», zoo staat er in de rekening, de «gemeene