60 men daaraan chronisch. In 1627 werd niet zeer veel moeite 1200.bijeengebracht om de kerk wat te repareeren, te versieren en eene nieuwe galerij bij te bouwen. De predikanten werden wel benoemd, maar bleven zeer kort, daar hun tractement niet of althans zeer ongeregeld werd uitbetaald. In 1658 onttrok de Koningin van Boheme zich geheel aan de behartiging van de belangen der gemeente en wel om de volgende reden, welke in de Thurloepapers uitvoerig wordt beschreven. Toen de beruchte George Downing in 1658, als gezant van den Protector Cromwell te ’s-Gravenhage kwam, vernam hijdat de beide predikanten der gemeente in de Engelsche kerk nog altijd gewoon waren te bidden voor Koning Karei II en diens geslacht. Hij toonde zich daarover zeer geërgerd en wist bij de overheid te bewerken, dat de Raad van State in Juli 1658 aan de beide predikanten het bidden voor Kakel Stuart, zoo als men toen officieel den Prins van Wales J) noemde, volstrekt verbood. George Beaumonteen der predikanten gehoorzaamde dadelijk, maar zijn collega, een Schot, wilde zich daaraan volstrekt niet onderwerpen en deed liever afstand van zijne betrekking. Zoodra de Koningin van Boheme vernamdat in de Engelsche kerk niet meer voor haar geslacht werd gebeden, verklaarde zij daar nooit meer te zullen verschijnen. Zij liet de behangsels of gordijnen uit haar bank wegnemen met haar kussens en bijbels en bleef weg. H Hij was in 1649 door de Staten-Generaal als Koning Karei I! en later als Koning van Schotland begroet en betiteld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1889 | | pagina 131