61 Later liet zij nog eens onderhands weten, dat zij weder ter kerke zou komen, indien de leeraar zich van elke staat kundige toespeling wilde onthouden, maar daar kwam niets van, want Beaumont dreef de gehoorzaamheid aan Cromwell zoo ver, dat hij wel niet rechtstreeks voor den Protector bad, maar dat hij toch te kennen gaf, dat het Engeland onder dezen uitermate wel ging. Downing wist dan ook, door tusschenkomst van Thurloe, Cromwell’s Secretariste bewerkendat deze aan de Engelsche gemeente te ’s-Gravenhage eene jaarlijksche toelaag van 150 of f 1800 gaf, welke echter niet meer werd uitbe taald na de restauratie van Honing Karel II in 1660. De Koningin van Boheme kwam dan ook niet meer ter kerke en vertrok in 1661 naar London, alwaar zij reeds op 22 Februari 1662 overleed. De Engelsche gemeente doorleefde daarna treurige tijden en van hare lotgevallen verneemt men weinig meer tot dat in 1677 door het huwelijk van Prins Willem III met Maria Stuart, een aantal Engelsche dames en heeren in Den Haag kwamen wonen. Willem III begunstigde steeds de Engelsche gemeente en steunde haar ruim met subsidiën. Op het gemeentemuseum bevindt zich eene calligrafische schilderij, waarop zijn vermeld de namen van alle predikan ten (Reverend ministers), ouderlingen en diakenen (elders and deacons) dezer gemeente van 1595 tot 1811. Opmerke lijk is het, dat onder de laatsten zoo weinig Engelsche namen voorkomen en daarentegen nagenoeg uitsluitend Hol- landsche, meestal bekende Haagsche geslachten worden ge noemd, als: van der Kemp, Rottermondt, Scheurleer, van de Kasteele, Rooseboom, van Brakel, Temminck enz.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1889 | | pagina 132