71
Gedoopt te Amsterdam 8 Mei 1763 in de N.-Z. Kapel, over
leden te Voorschoten 25 April 1828, zoon van Arnout en van
Hedwig Lucia Beekman; verheven in denNederlandschenadelstand
19 Maart 1818, toegelaten in de ridderschap van Holland, ridder
der orde van den Nederl Leeuw, directeur-generaal van Koophan
del en Koloniën, Staatsraad i. b. d., gehuwd 1° met Sophia Helena
Menkema en 2° te 's-Gravcnhage 8 Aug. 1827 met Geertrui Maria
Gedurende dien tijd was hij meestal met Prins Hendrik
in het leger, als wanneer zijne gemalin Susanna vanBaerle,
dochter van Jan en van Jacomina Hoon, met wie hij in
Amsterdam op 4 September 1596 gehuwd was, een waak
zaam oog hield op den bouw.
Zij beleefde evenwel de geheele voltooiing daar van niet
daar zij te ’s-Gravenhage op 10 Mei 1637 overleed.
In een Latijnsch gedicht door hem vervaardigd, waarin
hij op hoogen ouderdom zijn leven voor zijne kinderen
schetstemaakte hij dan ook met geestvervoering gewag van
hare zorg voor de stichting van het huis en doet er zelf in
doorblinken, dat het bouwplan vooral uit haar schrander
brein was voortgesproten. Zij schijnt zelfs een zeer goed en
zuinig beheer over zijne middelen gevoerd te hebben, daar
hij, bij zekere aanteekeningen door hem gehouden, na van
het voleindigen van zijn huis in 1637 geschreven te hebben
er bij voegde «door de industrie myner huisvr. Sar. te weghe
gebracht zijnde, dat gedurende haer leven nooyt eenig capi-
tael daertoe gelicht ofte geroert is en is geweest.»
In het begin dezer eeuw behoorde het huis aan een der
leden van het geslacht van Citters en is daarna in eigendom
overgegaan aan den staatsraad Jhr. Johannes Goldberg