94 Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden, en onder liet Voorzitterschap van Z. K. II. eene Commissie geconstitueerd bestaande uit de volgende heeren: P. J. Landry, President van Orde; 0. O. van den Berg, G. G. Couperus, Petrus Kegout, Vice-Presidenten; C. F. van Berckel, mr. C. C. E. d’EngelbronnerSecretarissen; J. J. van Coeverden, Pen ningmeester; J. W. C. Amiabel, D. Blikman Kikkert, II. L. Enthoven Lzn.J. C. P. Hotz, Em. Koechlin, J. Kooy, J. M. van der Made, en Paul C. van Vlissingen. «Onder hooge goedkeuring van Z. M. den Koning, stelt deze Commissie zich ten doel om ter gelegenheid der aan staande plegtige gedachtenisviering van Nederlands herboren onafhankelijkheid, een nationaal Monument op te rigten, met vereeuwiging tevens der nagedachtenis van wijlen Z. M. Willem I, die als grondlegger onzer verlevendigende nijver heid, koophandel en scheepvaart, onder de leiding' der Voorzienigheid de eerste en voorname oorzaak is dat Volk en Vaderland het vijftigjarig feest hunner «zoo onverwachte als bijna wonderdadige verlossing» met dankbaarheid mogen vieren. In afwachting dat eene deputatie van drie harer leden de eer zal mogen genieten van in eene daartoe door haar onverwijld bij Z. M. den Koning aangevraagde bijzondere audiëntie eene meer officieele kennisgeving van de vestiging dezer Commissie aan Z. M. den Koning te kunnen over brengen, heeft Z. K. II. Prins Frederik wel op zich gelieven te nemen daarvan voor ’s hands aan Z. M. berigt te doen. «Inmiddels heeft dezelfde Commissie zich begeven tot ll.H. Exc. de Heeren Minister van Binnenlandsche Zaken, en Commissaris des Konings in Zuid-Hollandzoomede tot

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1889 | | pagina 165