105
Johan de Leygier, dien wij van elders kennen als vennoot
van den ouden Scipio, en reeds ontmoet hebben als eigenaar
van Leeuwendaalwaarvan nu de rijke weezen tegens ons
verklaarbare contante betaling, bezitters werden. Hun vader,
was sinds 8 Nov. 1661 advocaat voor den Hove van Holland
hij trouwde Clara Johanna Crieux of Kriex, nauw verwant
aan den Utrechtschen lombardier Milan di Visconti en aan
de studenten Kriexdie men te Franeker en te Utrecht niet
tot de promotie wilde toelatenomdat zij tot het geslacht der
tafelhouders behoorden. De koop voor de minderjarige kinderen
toont, dat zij in 1688 overleden waren, de boedelscheiding
van Johanna Laygier, wed. Cornelis Ormea, dat er in 1694
nog twee overbleven, en uit eene akte van 3 Februari 1708
dat Leeuwendaal toebehoord had aan Agnes Catharina Ormea.
Op genoemden dag verkocht haar weduwnaar mr. Hendrik
Adriaan van der Marckdomheer ten kapittel van Utrecht
het goed aan Petrus van Hoorn, Govertszoon, voor ƒ34000.
doch in ’t zelfde jaar kocht Van der Marck het van den
nieuwen eigenaar terug. Volgens de Nieuwe Kaart van
Delflandeen uitmuntend werk uit het begin der vorige eeuw
is de beplanting omtrent gelijk aan die in onzen tijd, zonder
het gedeelte, dat eene eeuw vroeger aan de Geestbrug uit
kwam en waar reeds de tegenwoordige huizen met tuinen
aanwezig zijn. Andermaal verwisselde het van eigenaar den
6 December 1734. De dochter van den voorgaanden, in de
akte als heer van De Leur aangeduidMaria Adrianaecht
genoot van den Amsterdamschen advocaat mr. Dirk Helmans,
droeg de bezitting over aan Francois Lormier, drossaard der
baronie van Cranendonckvan Eindhoven, enz.; opmerkelijk
is het, dat de koopprijs gedaald was tot ƒ17100, eene ver-