106 mindering, waarvan wij in dien tijd ook melding gemaakt vinden door L. F. de Beaufort, bij P. Solieltema, Oud en Nieuw, 1, 31. Namens de weduwe van Lormier, Brigitta Steenlackverkocht haar zoon Claudius Anthonie den 2 November 1752 aan Mr. Adriaan Leonard van Heeterendie de bezitting met een paar aankoopen vergrootte. Zijne erfge namen stonden den 22 October 1800 in eigendom af voor ƒ31300.aan Mr. Jacob Balthazar Forsten en zijne echt- genoote Maria Geertruida de Monchy, en vier jaar daarna werd Jean George de Fauchey daarvan eigenaar voor veertig duizend gulden. Zijn opvolger was mr. Johan Anthony Philipse, toen advocaat-generaal bij het Hoog Gerechtshof in Den Haag, later President van het Gerechtshof in Zuid-Holland en Voor zitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Velen her inneren zich nog levendig den eerwaardigen man om de hoffelijkheid zijner manieren in het dagelijksch leven en de indrukwekkende achtbaarheid van zijn persoon, als hij de voorzittersplaats had ingenomen. In 1838 kocht hij het vroeger vermelde Burgvliet, doch zijne klimmende jaren hij placht gaarne te zeggen, dat hij in leeftijd met de eeuw meeging noopten hem zich alleen in de Hofstad te blijven vestigen en niet meer, als jarenlang, des zomers, tweemaal daags den weg af te leggen naar en van de hooge vergade ringen. Wie, als de schrijver dezer korte aanteekeningen, bekend zijn met de overleveringen der plaats, weten, dat de President, als hij zijn oordeel moest bepeinzen in zaken van leven en dood, zich afzonderde in den koepel van Boelewaarvan de luiken aan den kant der vaart gesloten bleven, om naar de groote mate van zijne kennis en de strenge eischen van zijn geweten naar de beslissing te zoeken

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1889 | | pagina 177