4
niet in de laatste jaren of zelfs in deze eeuw voor het
eerst vernomen, en ook niet deze eeuw mag er zich op be
roemen dat in deze voor het eerst plannen tot verbetering
werden beraamd.
Reeds in 1751 werd door den kapitein-ingenieur Wiltschut
een plan opgemaakt bestaande in het stichten van eenige
door paarden in beweging gebrachte schepradmolensdoor
hem paardewigtsmolens genoemd, die ten doel hadden het
water in beweging te brengen en eene zekere hoeveelheid
water ten bedrage van 1000 M3 per dag naar de Oranje
sluis af te voeren.
Redelijkheid in 1773 had een eenigszins gewijzigd plan;
maar geen dezer beide plannen mochten het. voor zoo ver
mij bekend is, tot een begin van uitvoering brengen.
Anders is het met een ontwerp, dat in het begin dezer
eeuw werd opgemaakt door den Ingenieur Knos.
Dit steunde op het denkbeeld om de geheele duinstreek
bewesten de Loosduinsche vaart en met inbegrip van de
Oranjesluis, van Delfland af te scheiden. Behalve door het
op de duinen vallende regenwater, zou de verversching van
het water van het aldus afgesloten terrein, plaats hebben
door middel van inlating van water uit de Oranjesluis en
aflaten op Rijnland met behulp van een in de «zijde» bij
den straatweg naar Leiden te bouwen sluisje.
Laatstgenoemd sluisje werd gebouwd: maar het plan zelve
kwam niet in uitvoering.
Er is geene reden om dit te betreuren als men het oog
slaat op de geringe afmetingen der vaarten en slooten waar
door deze aan- en afvoer zou moeten plaats hebben.
Een ander ontwerp, waarvan het bestaand Scheveningsche