5 kanaal deel uitmaakte is dat voor een kanaal met sluizen naar Scheveningen van den Hoofd-Ingenieur de Thomeze van 1828. Dit ontwerp, dat aan het initiatief van den Burgemeester Copes van Cattenburch zijn ontstaan te danken had, zou zeer waarschijnlijk tot stand zijn gekomen, indien niet politieke omstandigheden de zaak op den achtergrond hadden geschoven. Merkwaardig was dit ontwerp zeker, omdat het oplossing beoogde van zoovele belangrijke kwestiën, die thans nog als levensvragen voor de residentie en Delfland telkens op het tapijt komen. Niet slechts had dat ontwerp ten doel om te voorzien in een verbeterde afwatering van Delfland en eene doelmatige waterverversching van 's-Gravenhagemaar ook om eene haven te verkrijgen, geschikt voor de pakketvaart op Engeland en voor de visscherij. Dat dit alles intusschen op zeer bescheiden schaal zou worden tot stand gebracht, blijkt wel uit het ramingcijfer, dat niet meer dan 1,004,040.99 bedroeg. Het uitwateringskanaal was intusschen op zeer voldoende afmetingen ontworpen, welke zelfs die van het thans vol tooide kanaal overtreffen. Reeds toen het ontwerp werd opgemaakt, bestond een deel van het tegenwoordig kanaal naar Scheveningen, welks ver- breeding en verdieping daarin is opgenomen. Dat kanaal is later, vermoedelijk in de richting van het ontwerp, door getrokken. Intusschen bleven de klachten over den slechten toestand der Haagsche grachten aanhouden en werden steeds dringender. Ook nieuwe plannen werden telkens ontworpen en aangegeven

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1889 | | pagina 75