6 zooals o. a. in 1846 door den Hoofd-Ingenieur Conrad en in 1868 door de Heeren Stieltjes Henket en de Bruijn Kops. Bij al die plannen werden steeds waterverversching en verbetering der afwatering van Delfland als een geheel aan gemerkt, maar in 1878 trad een gewijzigde beschouwing op den voorgrond. Toen werd door den Hr. Architect-Directeur dezer gemeente, benevens een ontwerp tot rioleering der ge- heele gemeente, een plan ingediend voor een kanaal naar Scheveningenongeveer in de richting van het thans uitge voerde kanaal, maar met kleinere afmetingen, dat meer speciaal voor waterverversching bestemd was. De uitvoering stuitte af op de te dier zake met Delfland gevoerde onder- handelingen, waarbij de vraag bij wien het beheer der sluis zou berustenniet tot eene gewenschte oplossing kon worden gebracht. De mislukking der onderhandelingen schrikte het gemeen tebestuur niet af om nogmaals in 1883 de zaak ter hand te nemen en na eindelooze onderhandelingen werd, dank zij vooral het onvermoeide streven van den Burgemeester Patijn, het tijdvak van beraadslagingen gesloten en ving dat van handelen aan. Den loop dier onderhandelingen te beschrijven en in bizonderheden mede te doelen hoe een ander ontwerp het hevelplan of ook kleine plan zijn oorsprong te danken had aan het bezwaar tegen den aanleg van hoofdenhoe dat plan werd aangenomen en voor uitvoering gereed lag, toen Delfland het verzoek deed om op het oorspronkelijk ontwerp terug te komen, ligt niet in het bestek van dit opstel. Alvorens het thans uitgevoerde ontwerp meer in bizonder heden na te gaan is het misschien niet ondoelmatig een

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1889 | | pagina 76