DOOR
Dr. R. KRUL.
il
p de Haagsche Kermis was jaren geleden heel wat te
I zien en te halen, zoowel voor de joelende menigte,
doende in overmaat van gezondheid, als voor het
amechtige hoopje, zoekende naar heul en troost. In kermis
tijd toch had Jan Kap en zijn maat oogluikend vrijheid om
in de stad te komen, waarvan in ruime mate gebruik werd
gemaakt, vooral door de Wonderdokters, die naar hetoogen-
blik snakten der lijdende menschheid hulpe te bieden. Want
in den goeden ouden tijd had ieder, geleerd of ongeleerd,
een geheimpje op zijn eigen houtje, een middeltje tegen
kwalen en gebrekenmet en zonder naamzelfs tegen den
dood. Niet dat zij allen bedriegers waren, want zelfs de
grootste en beroemdste mannen meenden in heiligen ernst
den J"]aag.
Bijdrage tot de Geschiedenis der Kwakzalverij,
’t Was eenmaal kermis in