25
onfeilbare geheimen te bezitten en liet volste recht te hebben
deze ten eigen bate te veilen. Zoo diep zit het geloof aan
geheimenissen den mensch in merg en been. Duizend voor
beelden kunnen tot staving aangevoerd wordenedoch éen
is afdoende: de uitnemende Boerhaave verdiende een aardige
kluit gelds met zeker geheimmiddelen hoewel niet geloo-
vende aan de levenverlengende elixers, deed hij toch zijn
voordeelin dubbele beteekenismet de bekende overlevering
van den stokouden Koning David. In onzen tijd echter zijn
de geleerden van een tegenovergesteld gevoelen en overhaasten
zich om hun ontdekkingen wereldkundig te maken. Dies
diem docet is de leus, hetgeen overgezet zijnde beteekent,
dat elke dag genoeg heeft aan zijn eigen kwaad. Zij hebben
ons gezegend met de alomtegenwoordige bacteriedie, schijn
dood met het stof der eeuwen vermengd, het leven van den
snuffelenden Archivaris bedreigt; maar tegen haar is hij
door de kracht der gewoonte als verstaald:
«Immuniteit», doceert de Man die het vat,
Bespot zich-zelfdaar ’t V r ij d o m is en gevat. 1
Maar de geleerde heeren bestrijden uit volle overtuiging
alles wat naar kwakzalverij zweemt; toch zal het wel een
aantal eeuwen duren voor de massa bekeerd is, want de
marktschreeuwer is een echte menschenkenner en weet de
gevoelige snaar te tokkelen van boeren en buitenlui om
Immunitas beteekent vrijdom (van lasten, en derg.); in den
mond van den Geneesheer onvatbaarheid (voor besmetting, voor
vergiftige stoffen), wat het volk zoo eigenaardig zegt: het heeft
geen vat op ’em. Verg, mijn opstellen in De Tijdspiegel
1885, I, blz. 126, en id. 1886, II, blz. 444.