18
deugd een praatje te houden, ten dans te gaan, ofte dartelen
met losse woorden, vermeed ze dit met Gijs van Maestricht,
zonder hem nu juist een kwaad hart toe te dragen.
Toen zij hem onder de voldersgezellen had opgemerkt,
meende zij dan ook niet beter te kunnen doen, dan zich
tot Andries Sassebout te wenden.
Vooreerst wist zij dat deze jonkman met Aagte omgang
had, en dat het huwelijk werd te gemoet gezienzij gevoelde
zich dus vrijer tegen over hem. Maar ten andere had hij
zooveel aantrekkelijks voor haar, en welk oog zoekt niet
het schoone, dat zij met hem, zonder Andries afvallig te
willen maken van zijn Aagte, gaarne keuvelde en den bal
terug kaatste, dien hij haar toewierp.
Ook nu weder had Geerte oog en oor voor Andries. Gijs
van Maestricht, die zich had afgewend en aan ’t gesprek op
nieuw deelnam, schijnbaar niets opmerkende van ’t geen
aan de andere zijde van de tafel voorviel, nam echter ter
sluiks alles nauwkeurig waar. Hij smeedde een plan om
door verraad en laster zijn haat aan Andries te koelen.
Aagte zou het weten, dat Geerte zoo gaarne met Andries
koutte. Zij zou het weten, dat bij eene ondeugende plagerij
van Geertes zijde, welke den jonkman had geprikkeld, deze
was opgestaan, met de rechter hand haar middel had omvat
de andere hand op haar blanken hals had gelegd, en terzelfder
tijd een kus had gedrukt, op den kleinen mond, die zich
daartoe als een roos had ontplooid. Morgen aan den dag
zal uw jokkernij uw ongeluk zijn, zoo dacht hij.
Had de Limburger zich niet laten medeslepen door zijne
berekeningen om een gelukkig paar onheil te berokkenen,
waarvoor hij al zijn aandacht gebruikte, dan had hij den