19
i
■ouden Jan Jacobsen kunnen hooren roepenBravo An
dries bravozoo moeten de deernen op heur plaats worden
gezet. Gij moet haar een dubbele poene opleggen.
Maar Andries meende, dat het al genoeg was geweest.
Hij hernam zijn plaats op de bank, hield den dikken
waard, die onder deze scherts was binnengekomen zijn kroes
voor, ledigde hem met een teug en wenkte Geerte, terwijl
haar vader bij de anderen rond ging om hem nog eenmaal
te vullen.
Geerte schudde lachende van neen, doch deze min of
meer uitdagende beweging, die waarschijnlijk bij velen en
bij Gijs van Maestricht zeker, doel zou hebben getroffen,
had niet het gewenschte gevolg.
De plagerij werd niet voortgezet, en Andries luisterde
weder naar hetgeen werd verhandeld, vooral ook omdat
Wouter Claesz, die naast hem zat, spottend deed hooren
«Meisjesgekken hebben geen armen aan 't lijf om de bijl te
hanteeren en daarop kon het nog wel eens aankomen.
Jan Jacobsen sprak onderwijl luide en luider. Zijn grijze
haren hingen verward en ontdaan om zijn hoofd. Hij was
bovenmate opgewonden en beaamde ten volle de woorden
welke zijn zoon, die tegenover hem zatsprak en met nadruk
en vuur verdedigde.
Hoewel de oude man eerst weifelde om zijne meening te
doen kennen, en hij steeds vergoelijkend oordeelde over de
zaken, die hun toorn hadden uitgelokt, was hij echter van
lieverlede opgewondener geworden, vooral door dat zijn zoon
hem voortdurend den gevulden beker had toegeschoven en
■door zijn noodend aanstooten had opgewekt.
En Jan Jacobsen had niet veel noodig. Hij was prikkel-