25 andere buren van den Haghe, waren gekomen bij den Stede houder en zijne raden en hem ootmoediglijk hadden gebeden, voor en uit naam van de schuldigen, dat deze reis nog de gestrengheid van rechte zoude worden overgeslagen en hij gratie en genade in deze zaak doen en bewijzen wilde. De Stedehouder had voor die bede een geopend oor gehad. Hij wist maar al te goedwelk een welvaart het ambacht der volrye in het dorp van den Haghe aanbracht, en altijd getoond hebbende meer geneigd te wezen tot gratie en ge nade, dan tot gestrengheid en rigeur van rechte, inzonder heid tot instandhouding en bloei van de gemeene neringe, maar ook ingevolge de bede en het ootmoedig gevolg geven aan het gedaan verzoek, had hij de straf'wel willen wijzigen. Men had daarvan reeds iets gehoord, maar waarin de straf veranderd zou worden of welke boete zou worden opgelegd wist men niet. Wel had men gehoord, dat de Magistraat met de raden waren vergaderd geweesten dat zij onderhandeld hadden, doch van deze besprekingen was niet anders rucht baar gewordendan dat zij hadden plaats gehaden nog altijd duchtte men het. ergste. Was het dus wonder, dat toen het klokgeslag van twaalf uren door de op de markt aanwezigen, en door hen, die zich in de nabijheid van het dorpshuis bevonden, werd vernomen, allen zich met haastige schreden naar de puie heenspoedden om toch niet een enkel woord van de publi catie te missen. Wij vinden de schuldigen hier niet. Hun was dezen mor gen, op eene vergadering van den Magistraat, waartoe zij geciteerd waren te compareeren op verbeurte van hoogere straffe, mededeeling gedaan van de bijzondere gratie, die

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1890 | | pagina 108