41 deze misdrevendan is het mijn schuld. Schenk mij dus vergiffenis. Laat het pais zijn tusschen dy en hem. De kus dien hy my heeft gegeven, zou een vader zijn dochter kunnen geven. Dijn vader was er ook by. Het was eene taveerne-plagerijdie hy zich vóór dien tijd nooit had ver oorloofd en die hy later nooit heeft herhaald. Geloof my Aagte. In trouwe, er is niets voorgevallen, dat zijne liefste zou hebben gehinderd. Op uw bruiloft zou ik hem als toen mijn mond durven toesteken». Een vloed van tranen gaf lucht aan de dochter van den ouden Jan Jacobsen. Haar geschokt gemoed kreeg eene wel dadige afleiding. Het was als viel een malsche regen op het dorre en dorstige aardrijk, die alles verkwikt cn waardoor de knop uitbot, het blad zich ontplooit en de bloem de parels inzvigt, welke als dauwdroppelen in haar kelk liggen opgesloten, als een pop in hare windsels. Aagte was gesterkt; zij had haar veerkracht herkregen. Rustig en vriendelijk koutendbleven de beide meisjes ge durende geruimen tijd vertrouwelijk op de bank zitten, terwijl de wanden van de herberg, die niets gewoon waren te hooren, dan het gezwets en den kwinkslag der mannen, of hunne geschillen over het verkeerbordnu getuigen waren van de meisjesdroomendie Aagte en Geerte over haar ver der levensgeluk droomden. Toen Aagte tegen noen hare woning weder opzocht, was zij een geheim rijker. Geerte had haar in vertrouwen medegedeeld, dat zij den zwarten Limburger liever mocht lijden, dan zij deed voor komen. Het krullende haar, de zuidelijke tint, het gebruinde gelaat, de fonkelende blik en het doordringende oog hadden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1890 | | pagina 124