43
natuur was oorzaak dat zijn ziekbed geen stervenssponde
was geworden.
Aagte gaf echter der Heilige Maagd de eere. De barbier
geloofde dat zijne veelvuldige aderlatingen en koppen den
zwakke nieuwe levenssappen hadden geschonken, terwijl
Gijs van Maestricht de genezing weder aan eene geheel andere
reden meende te mogen toeschrijven. Hij, de forsch ge
bouwde man. voor wien het zwaar gebrouwen bier eene
levensbehoefte washad met GeerteAelbrecht Gilles dochter
uit het rustend Weefgetouw, den kranke voortdurend gelaafd
met het oud belegen bierdat de gulle waard gaarne afstond.
Ook Andries Sassebout mocht er op bogen, dat hij er het
zijne toe bij had gebracht, om de herstelling van Jan
Jacobsen te bevorderen. Hij had de verpleging, van den zieke
met Aagte gedeelden menigen nacht wakende aan de
sponde van Jan Jacobsen doorgebracht. Ware de oude volder
niet reeds lang met hem, evenals met zijn oudsten zoon,
verzoend geweest, dan voorzeker zou de verzoening aan het
ziekbed hebben plaats gehad.
De zelfopofferende toewijding van Andries Sassebout, die
des daags eens zoo hard met zijn aanstaanden zwager werkte
om het loon voor den oude te winnen, en zich des nachts
bijna geen rust gunde, om nauwlettend den kranke gade te
slaan en hem de kruiden toe te dienen, zou dit dan ook
hebben verdiend, en toen Jan Jacobsen bijna hersteld was,
en hij Aagte en Andries eens te zamen vond nedergeknield
voor het crucifix, bracht hij hunne handen te zamen,
drukte die met de zijne, en voerde Andries te gemoet:
«du bist mijn zoon»; en tot beide: weest gelukkig, wel
lieve kinderen.