5G Dr. G. C. B. Suringar; Nederlandsch Tijdschrift voor Ge neeskunde 1864, biz. 575; studeerde hij te Leiden. Daé,r echter is hij niet ingeschreven, wèl zijn zoon Godefredus den 29 Mei 1694, Jurist, de latere Fiskaal. Onze Govard werd te Franeker ingeschreven als Medicinae Candidatus den 2 Mei 1682 en promoveerde er reeds na drie dagen, den 5 Mei 1682. Hij was toen geëxamineerd heelmeester en practizeerde te Amsterdamvolgens Prof. Dr. A H. Israëls ook J. Antonides vander Goes bezingt hem als Meester Covert. Hij bleef aldaar gevestigd en arbeidde overhaastig sedert 1676 aan zijn groot ontleedkundig werk, dat in 1685 met Latijnschen tekst het licht zag. Vander Goes tokkelde de snaren «Op de Anatomische Wonderheden van Govard B i d 1 o en opmerking verdientdat de Doctor et Chirurgus gelijk hij zich betitelt, èn op lijken werkte, èn zieken be handelde, èn tooneelstukjes schreef, èn anno 1686 tot het driemanschap der schouwburg-pachters behoorde. Nog schermde hij rusteloos in dicht en ondicht, waarover aan het slot dezer studie met een enkel woord wordt gerept. Opzet telijk is de opsomming ietwat wijdloopig, daar Suringar; het gezag van mijn geleerden Meester is te recht zeer groot niet spreekt van Franeker en de stoom-promotie. De tweede Professor bij het Haagsche Chirurgijns-gild Dr. Anthony Nuck, was als Hoogleeraar naar Leiden ver trokken; door zijn groote geleerdheid en welsprekendheidzegt Portalil s’acquit une si grande reputationque les étudians vinrent l’entendre des pays les plus éloignéselle étoit fondée sur ses écrits et sur sa grande facilité de parler en public.» In de Haagsche vacature werd voorzien door de benoeming van Bidloo, waarschijnlijk door den naam dien hij gemaakt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1890 | | pagina 139