62 De vrouwe van de Vorst tot Zutphenis de moeder van den graaf van Albemarleonze Arnold Keppel’s Ko- nings rechterhand. Zij leed aan halfzijdsche verlamming. Uit dit schrijven ziet men, dat de Professoren verlof moesten hebben van Curatoren, om uit de stad te mogen gaan en hun tijd niet willekeurig ten eigen bate aanwenden, zeer ten nadeele, in het bijzonder, van studie en onderwijs, en, in het algemeen, van den geneeskundigen stand. Doorgaans, zoo het noodig en mogelijk was, deed Bidloo zich door eenige studenten vergezellen; ook had hij de loffelijke eigenschap, om later steeds met groote achting te spreken over de geneesheerendie zijn hulp hadden ingeroepen, zegt Professor Suringar. Ik vermoed dat mijn geachte Pro motor opzettelijk het woordje later bezigt, omdat Bildoo, behalve voor de Grooten der Aarde, het werkwoord achten als wederkeerig verboog. Want hij twistte bijna met iedereen, maar het hevigst en langdurigst met Frederik Ruysch, den Amsterdamschen Hoogleeraar, gewezen Apotheker in den Haag. Deze, in belezenheid achterlijk bij Bidloowas grooter ontleedkundige, grondiger en zelfstandiger onderzoeker. Beide echter leden aan Grootheidswaan; overdreven eerzucht en kinderachtige na ijver strekten beide partijen tot oneer. Bidloo, onderwijs ge noten hebbende van Ruysch, had een lageren toon moeten aanslaanmaar Ruysch was kleingeestig en duldde nietdat zijn onmiskenbare verdiensten door de rijzende zon van Bidloo werden verduisterd. Daarbij kwamen de strijdige belangen van Amsterdam en Leiden, zoodat de wapenen niet altijd eerlijk waren. Er is niets nieuws onder de zon. Beneden alle critiek is het, geneeskundige zaken te brengen voor de rechtsbank

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1890 | | pagina 145