63 van het groote publiekwat wij hebben beleefd van Mackenzie en de Duitsche geneesheeren Dergelijke stuitende lectuur levert de geschiedenis der Geneeskunde bij stapels. Gold het in onze dagen den ongelukkigen Friedrich II, vóór bijna twee eeuwen moest onze Willem III nog lang na zijn ver scheiden het ontgelden. De Koning-Stadhouder had een zwakke gezondheidbrak door den noodlottigen val het rechter sleu telbeen, zoodat het ergste te vreezen stond. De Hooge lijder voelde het zelf; «je tire vers ma fin,» zeide hij. Aan zijn ziekbed stonden de lijfartsenRonjat, Blackmore, Browne, Millington en Bidloo; hun kunst en kunde ver mochten nietsde Koning werd waterzuchtig (ascites), kreeg aanvallen van hevige benauwdheid en stierf. Bidloo gaf zijn Verhaal in het licht, de Engelschen vatten vuur, en brandden los op den Dutchman; deze zond er brieven op brieven tegen inantwoorden volgdenen zoo tot in het oneindige; een onwel riekende en vuile stroom. Opmerkelijk zijn de wederzij dsche achting en vriendschap van Hutton, een der lijfartsen van Willem III, en Bidloo. Een oase in de woestijn Bidloo had een vlug verstand, een levendige verbeeldings kracht en een zeer voortvarend karakter; hij bekreunde zich weinig om het gevoelen van anderen, en nam steeds de pen op om zijn haan koning te doen kraaien; zijn toon is voornaam-minachtendmet één enkele uitzondering: de beroemde Amsterdamsche heelmeester Pieter Adriaansz. Ver- duyn is voortreffelijker dan ieder ander! Zijn onderzoekingen, door zijn natuurlijken aanleg niet begunstigd, missen nauw keurigheid en grondigheid: hij was geen ernstig man. Hij overleed den 30 April 1713, 64 jaar oud; uit zijn huwelijk met Hendryne Kiskes had hij één zoon, Gerrit,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1890 | | pagina 146