68 Eens raakte in de poort van ’t Land, door Roozeboomen, Had hij voor ’t Hof, Galeen, noch Baldus niet te schroomen. En nu deez’ Hrevoogd zich dus verheeven ziet, Vreest hij maar een Mans Doodmaar God of Duyvel niet. De laatste regel bevat een profecy. Frederik Kuysch had Bidloo verweten, in drie jaren tijds te nauwernood één openbare les gegeven te hebben, hetgeen de ander maar flauwtjes tegensprak. En eerst na den dood van Willem III nam hij het Professoraat ter harte, zooals een tijdgenoot schrijft hing op ’s Konings overlydenstraks de huik naar de wind.» Hoe echter is Bidloo met den Prins bekend gewor den? De gissing is geoorloofd, dat dit geschiedde door ’s Prinsen omgeving. Reeds in Amsterdam had Bidloo groe ten toeloop als «Pokarts», en L. B., die hem zesmaal onder handen neemtbetitelt hem als Smit Den groeten Podalier van Venus Outerknaapen. 's Prinsen vijanden spreken anders en duidelijkwant «Deze regelen zyn in den Haag ten tyde als de Prins in Engeland wasgestoken in het Diakenen zakje Wat zoekt de Prins in Engeland? De kleine pokken of de grooten?» enz. Bidloo, de renegaat, werd door de Staatsgezinden verfoeid; zij sleepten hem in alles, wat van de tegenpartij onedels uitgingzoo leest men in Een veers Ter eere van Simon [van Beaumontj maar niet van Sireenen» bijgenaamd Syme de guit Boze boom en zijn de Prinsgezinden; de Rozeboom, de Hovenier, W. Rex is Willem 111; Benjamin is Gaspar Fagel bijgenaamd Philalethes, enz.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1890 | | pagina 151