78 Den Haag. R. Hooggeleerde Heer, De Heer M. Siegenbeek, Professor aan de Koninklyke Universiteit etc. etc. te Leyden. ’s gravenhage 14 december 1807 (zoo ik ’t wel heb) Het adres is als volgt: moeilijk valle; dan niet! Zoo niet, zoo ga ik dedoodenmet Tiresias uit den grond wroeten. Had ik slechts een goede uitgaaf van Homerusmaar ik zit zonder boeken. De Hemel heb meêlyden met mtin dit nestMaar wat zal de Hemel zich ook met de Haag bemoeien, dit is kwalyk te vergen. Over Pestel heb ik gedacht, maar dit zou te wijdloopig worden; want ik moet de gansche Rechtsgeleerdheid verkla ren, om te toonen wat zyne verdiensten zyn. Daar is wel veel nieuws en belangrijks over te zeggenmaar het is voor ieder een niet. Was het voor geleerden of die ’t worden wil len, ten minste Liefhebbers van geleerdheid, het waargoed, maar de Dames bederven zulke redenvoeringen, die moeten Poëzy hebben of iets aangenaams. Doch ik breek af, ik zou thands (zoo geweldig zuist en klopt mij het hoofd) door praten. Ontfang nevens Mevrouw Siegenbeek mijn oprechten en hartlijken groet en betuiging van hoogachting, en geloof mij steeds, Hooggeleerde Heer, zeer geachte vriend UWHG Ootm. Dienaar Bilderdyk.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1890 | | pagina 161