90 de Cattantie, Gezant van Napels; en Zijne Excellentie Sal mon, Gezant van Portugal; die allen toestonden dat ook in hunne Kapellen zou worden gecollecteerd ten behoeve van de op te richten Administratie, en dat alle R. C. Armen voortaan zouden behooren tot het algemeen R. C. Armbestuur van ’s-Gravenhagezonder onderscheid tot welke Kerk of Kapel zij vroeger hadden behoord. De zaak kon toen voortgang hebben, want ook de Re- geering der stad had verklaard het nieuw op te richten bestuur te zullen toelaten, en te zullen gedoogen dat er een Wees-' en Armhuis werd gesticht. Alles was nu geregeld en voorbereid. Twaalf ijverige men- schenvriendengekozen uit de Gemeente der verschillende Kerken of Kapellen, waren als eerste Regenten en Arm bestuurders aangewezen, en zij hadden de taak slechts op te vatten. Hunne namen, aan wier hoofd de verdienstelijke Offer- man als eerste boekhouder prijkt, behooren door allen niet anders dan met gevoelens van waren eerbied en dankbaar heid te worden herdacht. Dit twaalftal bestond uit de Heeren: T. Offerman, D. BlankenvoortA. van Oostendorp, A. van Thiel, A. Rot teveel, D. van Kleeft’, G. van Outshoorn, F. X. van Dooien, A. van der Aa, P. Gordijn, P. J. Monnier en J. Fakker. Het was op den eersten Augustus des jaars 1764, dat de Eerw. Pastoor Cley het bestuur van de Armen, met de daartoe behoorende fondsen, boeken en bescheiden, aan het nieuwe Armbestuur overdroeg, en dat dezen in functie traden. Van dien tijd af, werd er voor de Armen en Weezen in

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1890 | | pagina 174