92 Advies van 24 November 1769. Resolutie van 24 November 1769. zoodanig, evenals alle huishoudelijke Reglementen, sedert meermalen is geamplieerd en gealtereerd, doch waarbij men telkens de hoofdtrekken van het eerste huishoudelijk Regle ment terug vindten waarbij de hoofdbepalingenbetreffende den werkkring van Regenten, de wijze van aanvulling van het College, na ontstane vacatures, en dergelijke, altijd zijn gebleven overeenkomstig het oorspronkelijk plan en reglement, waarop de Administratie is tot stand gebracht. Eene der zorgen van Regenten moest het nu zijn om de Wettigheid van hun bestaan, als Burgerlijk Bestuur, ook door het hoogst Civiel Gezag dezer landen te doen bevestigen. Tot dat einde werd dan ook een verzoekschrift ingediend aan de Edel Groot Mogende Heeren Staten van Holland en West-Eriesland, welke het request om consideratie en advies verzonden aan President en Raden van den Hove van Hol land die, na alvorens daarop gehoord te hebben den Eerw. Heer Pastoor Cley, een allerfavorabelst rapport uitbrachten dat in original! is berustende in de Archieven van het Oude Hof van Hollanden waaropbij resolutie van dezelve Heeren Staten van Holland en West-Friesland, het request werd gefiatteerd 3), en Regenten als Armverzorgers der R. C. Gemeente van ’s-Gravenhage werden geoctrooieerd. Wat nu betreft de voorziening in de behoefte aan een lokaal, zoo moest men, ingevolge het vooraf gearresteerde planmiddelen beramen tot het oprichten of aanschaffen van een gesticht tot het doen der bedoelingen, het houden der Vergaderingenen waarin men kinderen en oude lieden zoude

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1890 | | pagina 176