97 of liever er waren, van den beginne af, meer Armen en Weezen, dan de middelen toelieten te verzorgen; en, alhoe wel de middelen toenamen, vooral door het toelaten, sedert 1799, van het E. C. Armbestuur in de verdeeling der in komsten van de Algemeene Armen vergaderingdie middelen waren niet toereikende, om in al de behoeften te voorzien. De groote kwaal was hierin gelegen, dat men geen ge noegzaam gevestigd kapitaal bezat; dat het openbaar gezag de zaak der Armen nog niet te hulp kwamdat de welvaart onder de burgers in het algemeen meer en meer achteruit ging; dat de armoede in diezelfde evenredigheid toenam, en dat de liefdegiften der stadgenootenhoe aanzienlijk ook, niet toereikende waren, om de sommen te foumeerenwelke jaarlijks benoodigd waren, zoodat er niet te denken viel aan het beleggen van legaten en erfmakingen, maar deze, wan neer door de testateurs niet wijselijk daarvoor was gezorgd, dadelijk moesten worden aangesproken tot het afdoen van schuld, iets waardoor de lust tot het vermaken van groote giften bij volgende erflaters werd uitgedoofd. Al spoedig moest men kapitalen op lijfrenten opnemen; doch zulk een kanscontract liep wel eens nadeelig uit voor de Administratie. Geldgebrek veroorzaakte, dat men niet altijd voordeelige koopen kon sluiten met de leveranciers, en meer dan eens stond de zaak der Armen en van het Weeshuis wanhopig. Het weinige kapitaal dat men bezat, moest worden aan gesproken; de huizen, welke op lijfrente aan de Armen waren overgedragen of gelegateerd, moesten, tot het laatste toeworden verkochten meer dan eens was de Administratie eene geheele ontbinding nabijen zou deze instelling zijn 7

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1890 | | pagina 181