99 Sedert de vestiging toch der Administratie tot 1839 zijn, volgens de daarvan bestaande stamboeken, 'in het Weeshuis opgenomen 1015 kinderen. De laatste jaren van het tijdvakhoewel niet bepaald be- hoorende tot de taakwelke de heer Gertsen zich had voor gesteld te behandelen, een taak, welke zich tot het over zicht van den oorsprong en de eerste ontwikkeling der Ad ministratie hoofdzakelijk bepaalt, zijn evenwel te belangrijk om niet ten slotte enkele bijzonderheden er van mede te deelen. Een uitstekend geluk was het voor deze Administratie door het legaat van de tweeling broeders Garel Alexander Thadeus Reinaldus en Alexander Carel Bartholomeus Lode- wijk Graven van Brederodeten bedrage van ruim ƒ90,000. in 1832, en aanzienlijke legaten en erfstellingen in staat gesteld te worden aanmerkelijke schuldenbij vrijgevige schik king der schuldeischers af te doen en daarenboven eene somma van ƒ42.229.af te kunnen zonderen, om daaruit het Weeshuis door aanzienlijke vergrooting te doen beantwoorden aan de behoefte van de tegenwoordige bevolking, 1839, welke het getal van 206 zielen bereikt heeft, en van welk nieuw gesticht de Hoog Eerwaarde Monseign1’ A. Antonucci, wel den eersten steen heeft willen leggen. De teekening en het bestek voor dezen aanbouw zijn ver vaardigd door den Heer Architect W. van Hulst, aan wiens zorg deze aanbouw was toevertrouwd. De aanbesteding had plaats den 30 Mei 1836, en werd gegund aan den minst inschrijvende, zijnde de Heer P. J. van der Lubben. Mr. timmerman, wiens borgen waren de Heeren L. Hageraats, Mr. loodgieter en A. Th. Dolmans, Mr. timmerman, allen te ’s-Gravenhage.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1890 | | pagina 183