103
De armenwet van 1854 bracht gewichtige verandering in
het finantieel beheer der inrichting teweeg. De stedelijke
subsidie die alstoen nog f 28000.per jaar bedroegwerd
allengs ingekort om later geheel te vervallen, zoodat het
armbestuur het in 1873 om verschillende redenen, geraden
vond voor verderen onderstand van dien kantdaar die toch
reeds tot een betrekkelijk klein cijfer was teruggebrachtte
bedanken. Van dien tijd af bestaan de, inkomsten der admi
nistratie geheel uit inkomsten van legaten en giften en het
geen jaarlijks aan liefdegiften wordt ingezameld.
Aan een belangrijke schenking van wijlen den Zeer Gel.
Heer Dr. Meyer was de stichting verbonden van een toe
vluchtsoord voor meer welgestelde mannen, die door samen
loop van omstandigheden, buiten hunne schuld, aan lager
wal geraakten. 'Hiervoor werd een groot huis met tuin in het
Westeinde no. 18, in huur genomen, en thans worden daar nog
een tiental mannen liefderijk verzorgd en van alles voorzien
de kosten dier Dr. Meyer’s stichting blijven geheel ten laste
der Armen-administratie.
In 1858 werd het college Regenten, dat zich ter beschik
king van Z. D. H. den Bisschep van Haarlem gesteld had,
opgeheven en daarvoor in plaats gesteld het R. C. Parochiaal
Armbestuur zooals het thans nog werkzaam is.
Op den 1 Augustus dezes jaars werd het 125 jarig be
staan der R. 0. Armen-administratie plechtig gevierd. De
tegenwoordige leden van het Bestuur zijn de Heeren W. A.
Smit, H. A. van LangenhuijsenDr. J. P. Baerken, J. M.
Collette, Mr. J. G. S. Bevers, H.J. Weve, J. A.N. Meeuws,
P. P. J. Quant, F. G. M. Schroder, P. A. W. Philippona,
Mr. A. F. A. Leesberg en J. A. J. M. Meylink.
Den Haag.