112
cligde. En de ouwe man
vriéndelijk dank-je wel
tegen de lieve jeugd,
schutting of heining, die het overstuiven der Kerkwerf ietwat
belettede noord- en zuidzijde waren tot het lekke dak toe
getimmerdde oost- of voorzijdehoog twee meterin het
midden open (de ingang), had rechts en links een borst-
weeringcirca anderhalve nieter van den grondlangs de
binnenwanden waren stevige planken geklonken, bij wijze van
een bank. Zand was en is de vloer. De genoemde schut
ting liep in afhellende richting tot de afrij of glooiing van
de Wurf, om op ongeveer een meter hoogte te eindigen.
Tegenover den ingang van het Kalhuis lag de Br egge,
de Brugzij werd gelegd tegen Pinksterende Scheevelinger
Kermis, en opgebroken tegen October. De vermoeide wan
delaar; het loopen hebben wij verleerd; had een gemakkelijke
gang tot de hoogwater-lijnen wierp blijmoedig een paar
duiten, in lateren tijd centen, in een van de bussenrechts
en links van den ingang, die, boogsgewijs gevormd, met
wit kapitale letters VOOR DEN ARMEN tot offeren noo-
met de rosse kachelpijp zeide
maar hief dreigend den stok
die schelpjens in de bussen
wilde stoppen. Hij zat soezend op een stoeltje de Brug te
beschermen, en zijn ontzag stak in den stok, die hem meer
malen door baldadige bengels werd ontrukt; dan balde hij
de krachtelooze vuist, dan deed de voet een gewaagden pas.
De jongens en de meisjes rolden in schuine richting over
het plankier onder de zijplanken in het mulle zand, en
bevend-dreigend klonk het «pas op,ör!» De Brug bestond
uit planken op dwarsbalken; aan beide zijden geflankeerd
door palen van ruim een meter hoogte, in het midden aan
een plank geklonken, en aan de toppen doorboord om een