12 II. dit was van den meergrond gescheiden door eene grachttoen Burgwal geheetendie nu gedempt isen waartoe een brug gemeenschap gaf. Die brug zou het eigenlijke tooneel zijn van hetgeen op handen was. Zij was gelegen in de nabijheid van de voldersbuurt, liet gedeelte der stad, waar de wevers, volders en ververs woondendie zich met de nering der draperie onledig hieldenen aldaar moesten zij zich verzame len, om vandaar den moeilijken tocht te ondernemen, waar over Aagte ten opzichte van haar vader zoo bezorgd was, en die aanleiding had gegeven tot verwijdering in het anders zoo gezellige en vreedzame huisgezin. De nering der draperiewaaronder het ambacht der volrye. behoort, was reeds in de vroegste eeuwen een groote bron van welvaart voor den dorpe van den Haghe, hoewel zij in de zestiende eeuw geheel is te niet gegaan. Reeds ten tijde van Philips van Bourgondië, die onder de weidsche titels van Bij der gratie Gods Hertog van Bourgondië, van Lotharingenvan Brabant en van LimburgGrave van Artois, van Bourgondië, Paladijn van Henegouwen, van Holland, van Zeeland en van Namen, Markgraaf des Heiligen Rijks, Heer van Friesland, van Salm, en van Mechelen, Holland regeerde en in den Haag resideerde, was zij in vollen bloei. In het jaar onzes Heeren een duizend vier honderd vier en vijftig, gaf hij op den tienden dag van Oogst een oir- Vlaanderenvan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1890 | | pagina 95