42
hebbende, dat werk niet mogt onderneemen.Chirurgen
sloegen «Sutherland in de boete van f 25 en eischten voor pre
sentie geit bij de inoculatie elke reys drie guldensSutherland
betaalde de doctoren; maar tot den 23 Januari 1768 hadden
de chirurgen nog geen cent gezien. Heeren Burgemeesteren
rieden den klagenden deken «wat zeemanschap met hem te
gebruiken.» Eindelijk scheepte Sutherland den Gildeknecht af
met drie ducaten, geboekt als 15.15, en de chirurgen
deden er het zwijgen toe.
Al dien tijd stortregende het schotschriftenblauwboekjes en
pamfletten; ook ernstige mannen spraken een hartig woordje
mee, o. a. Ds. Charles Chais, Predikant bij onze Waalsche
Gemeente, wiens beide dochters reeds vóór veertien jaar
waren geënt door Dr. Thomas Schwencke, Professor in de
Ontleed- en Heelkunde en Lector in de Verloskunde alhier;
(op verzoek eervol ontslagen den 1 Februari 1765 en half
Augustus 1767 overleden. Hij werd opgevolgd door Dr. Do
minions Huybersdie men kan aanschouwen op de schilderij
Nr 182 in het voorportaal van het Gemeente-museum.)
Ds. Chais was bevoegd de pen op te nemenwant hij schreef
reeds in 1754 over de inenting een verhandelingopgenomen
in de Werken van de Hollandsche Maatschappij der Weten
schappen te Haarlemenook afzonderlijk uitgegeven. Hij
de achtenswaardige grijsaard, voelde dan ook Sutherland
«danig op den tand». Maar deze ging gerustelijk zijn gang,
toen Ds. Chais onverwacht een machtigen hem onbekenden
helper kreeg. Kort vóór zijn vertrek naar Weenen nl. gaf
de beroemde Dr. Jan Ingenhousz den 19 Februari te Amsterdam
een Lett re (Open Brief) aan hem in het licht, waarin
Sutherland gezegd wordt te zijn een werktuig der Suttons,