53
ook wel de beide ouders, en bleven er vele weezen in hoogst
kommervollen toestand hulpeloos achter. Toen gevoelde men
meer dan ooit de groote behoefte aan een Israëlitisch Wees
huis te VGravenhage. Wel werden de weezen door de Arm
besturen en menschlievende personen zooveel mogelijk ge
holpen en ondersteund, maar hunne krachten schoten te
kort. Voortdurende en krachtige hulp werd dringend gevorderd.
De overtuiging dat deze dringende behoefte bestond deed som
mige leden der beide Israëlitische gemeenten de handen ineen
slaan, om te beproeven daaraan zooveel mogelijk te voldoen.
Hunne pogingen vonden weldra, algemeene instemming en
werden met den besten uitslag bekroond.
Heeds in Augustus 1849 kwam eene Commissie van
oprichting tot stand, die zonder eenig verwijl hare taak
aanvatte.
De Commissie was samengesteld uit de heeren: B. S.
Berenstein, Voorzitter: J. v. J. Ferares, Onder-Voorzitter
E. M. Abrahams, J. E. Andries; I. Belinfante, Penning
meester; D. Bles; B. Cohen; K. Enthoven Lzn; A. de
Groot Mz.; W. Jacobson; Dr. L. J. de Jongh; Mr. A. de
Pinto; Mr. D. Polak Daniels, Secretaris.
Deze commissie werkte met den grootsten ijver, splitste
zich in verschillende afdeelingen, en ondervond van alle
zijden, van Kerk- en Armbesturen der beide Israëlitische
gemeenten, van weldadige instellingen en van geloofs- en
stadgenooten zooveel ondersteuning, dat zij haar taak spoedig
kon volbrengen.
Daartoe werkte nog eenige bijzondere omstandigheden krach
tig mede en wel hoofdzakelijkdat de commissie zeer spoedig
in het bezit kwam van een geschikt gebouw, juist in de