54
buurt waar zij dit het meest doelmatig oordeelde nl. op de
Stille Veerkade. En het verdient hier loffelijke vermelding
dat de eigendom van die woning voor een matigen prijs is
afgestaan door den heer M. de Salie, eigenaar van het
hötel «de Gouden Leeuw», die, vernemende dat de woning
tot een weldadig einde zou worden bestemd, tot de bevor
dering van dat edel doel krachtig wilde medewerken. Een
bewijs van echte welwillendheid, te meer prijzenswaardig
daar hét werd geleverd door iemand, die niet behoorde tot
het Kerkgenootschap van de weezen, die het hier betrof.
En voorts dat er gelukkig onder onze geloofsgenooten
mannen leefdendie niet alléén met woordenmaar ook met
daden toonden, dat hunne harten warm klopten voor het
doel dat de Commissie beoogde. Een tweetal weldadigen na
melijk vereenigden zich, om de commissie door het aanbieden
van gereed geld tot den aankoop van het huis in staat te
stellen. Een hunner zette de kroon op het werk, door bij de
inwijding van het gesticht, het nadeelig kas-saldo van de
Commissie van oprichting geheel bij wege van geschenk,
aan te vullen.
De bescheidenheid, die beiden bij hun leven kenmerkte,
verbiedt ons hunne namen te noemenbeiden rusten reeds
lang in zaliger gewesten.
En zoo mocht het door vereende krachten gelukken, dat
reeds op 30 Januari 1850 de plechtige opening van het
Weeshuis plaats vond. Bij die gelegenheid werden er reeds
eenige wezen in het gesticht opgenomen. De WelEerw. heer
Opperrabijn Berend Samuel Berenstein en de optredende
President-Regent Mr. Abraham de Pinto hielden mondelinge
voordrachten; gebeden werden uitgesproken, gezangen aan-