68
Haag is bij Koninklijk Besluit d.d. 10 Augustus 1889
Stbl. n° 26 als rechtspersson erkend en heeft ten doel:
1° het bevorderen van Godsdienstzin;
2° het doen van geldelijke uitkeeringen aan hare leden.
De middelen om het eerste doel te bereiken zijn het
houden van zooveel mogelijk dagelijksche Godsdienstoefeningen,
waarin ook op gezette tijden leerredenen worden uitgesproken
en tevens aan de leden gelegenheid wordt gegeven, de in
het rouwjaar en op den jaarlijksche gedenkdag van het over
lijden, voorgeschreven gebeden voor de zielerust van over
leden ouders te lezen of te doen lezen.
De sub 2 genoemde uitkeeringen aan leden die zulks
verlangen, geschieden:
a bij het overlijden van eenen bloedverwant bij wiens
afsterven eene onthouding van werkzaamheden gedurende de
eerste 7 dagen na het overlijden is voorgeschreven;
b bij Kerkelijke besnijdenissen, en zulks ter gemoetkoming
in de onkosten daarvan;
c bij wijze van tegemoetkoming in de kosten van het
Israëlitisch Paaschfeest. (Dit geschiedt echter van hetrestee-
rende bedrag der gestorte contributiena aftrek van eene som
voor reservekas en een kas-saldo.)
Het Bestuur bestaat uit drie leden, die jaarlijks de func-
tiën van Voorzitter, Onder-Voorzitter en Penningmeester onder
ling verwisselenbenevens een bezoldigd Secretaris. Het wordt
bijgestaan door drie Commissarissen die in sommige gevallen
stem in de Bestuursvergadering hebben. Jaarlijks treedt één
Bestuurslid en één Commissaris af, die echter alle terstond
herkiesbaar zijn.
Het ledental is pl. m. 310.