5
Intussclien hadden zich de Graaf H. van Hogendorp als
kerkvoogd, en de Heer A. H. van Thiel als ouderling met mij tot
eene voorloopige Commissie vereenigd, die inliet jaar 1880
haar werk begonen in den aan vang van 1883 werd uitgebreid.
Meenden in den beginne sommigen, dat het beter was, een
eenvoudig evangelisatie-lokaal te stichten, ook ditzoo wel als
eene woning voor den kerkbewaarder werden er later bijgebouwd.
Het front der Kerk is naar de Falckstraat, de zijmuur
naar de Hoefkade gericht. Zij is in vrijen Gothischen stijl
gebouwd, en zal met ’t meubilair enz. pl. m. ƒ75.000 kos
ten. Arm en rijk heeft er toe medegewerkten nog bevlijtigt
zich de Halve-Stuivers-Vereeniging, om de ongeveer f 10.000
af te lossen, die daarvoor nog (inzonderheid door eene ren-
telooze leening) te betalen zijn. Een afzonderlijk Orgelfonds,
waartoe de Groothertogin van Saxen den grondslag legde,
bedraagt reeds bijna 2000. Aan de kerkstichting zelve
namen Koning en Koningin rijkelijk aandeel.
En zoo viel mij het voorrecht ten deel, om op 23 Sep
tember 1888 deze zesde Kerk, nu Zuiderkerk gedoopt, in
te wijden met eene toespraak naar Openb. 21 22a: «Ik
zag geen tempel in die stad». Mijn oudste Kleinzoon,
H. W. A. Croiset van Uchelen, die als architekt (met zijn
vriend E. T. Ehnle) den bouw ontwierp en bestuurde, was
er nog bij tegenwoordigen getuige van de algemeene inge
nomenheid zoo van kunstkenners als van de gemeentemet
zijn werk. Maar helaasdeze eerste maal was ook de laatste.
Verre van hier, waar hij herstel zocht voor zijne geschokte
gezondheidrust zijn stof. De vriendelijke en gezellige kerk
is mij als een aandoénlijk monument op zijn graf.
C. E. van Koetsveld.