11 vel, zwart van haar was, en aan zijne verhevene gestalte eene echt mannelijke kracht paarde. Kort na deze verkiezing werd onze Willem te Keulen door koning Wenceslaus van Boheme ten overstaan van den Pau- selijken Legaat Petrus Caputio tot Ridder geslagen. De Kardinaal-Legaat droeg zelf de H. Mis op ter eere van den H, Geest. Daarna geleidde de koning van Boheme Willem tot den Legaat, hem verzoekende den aanstaanden Ridder zijne belofte te willen afnemen. Caputio begon hem de plichten te herinneren, die van een waardig Ridder ge vergd worden, en een christelijken levenswandel vereischen, terwijl hij zeideEdel van bloedgrootmoedig in tegen spoeden, oprecht in de vriendschap, van een onbegrensde eerlijkheid, van een welgemeende zachtmoedigheid, van een onwankelbare deugd, rijk in waardigheid, uitstekend in ma nieren moet een Ridder zijn. Dagelijks moet hij met een eerbiedig herdenken van het Lijden des Heeren de H. Mis bij wonen voor het Katholiek geloof zijn leven stoutmoedig wagen de kerk en hare dienaren tegen ieder geweld beschermen: weduwen, weezen en minderjarigen in hun nood bijstaan: onrechtvaardige oorlogen vermijden, onbehoorlijk krijgsloon van de hand wijzen.onberispelijk voor God en de wereld leven. Indien gij deze voorschriften naar uw vermogen ver vult, weet dan, dat gij hier op aarde tijdelijke eer, en na dit leven de eeuwige rust in den Hemel verdient.Nu vroeg de Legaat aan Willem of hij zich in de Ridderorde begeven en de plichten vervullen wilde. Toen dit met «ja» beant woord was, las de jonge Koning den ridderlijken eed met luide stemme op: Ik Willem, Graaf van Holland, wereldlijk vorst en vrije leenman van het Heilige Rijk, zweer in tegen-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1891 | | pagina 78