14
■beschermen en verdedigen; voor het Koninkrijk, dat God U
toevertrouwd heeft, bestendig zorg dragen; de goederen, het
Rijk onrechtvaardig ontnomen weder veroveren; het ongelijk
der armen, weduwen en weezen wreken; den Paus en der
Katholieke kerk gehoorzaam zijn? De koning antwoordde:
«ja, ik wil, steunende op Gods hulp en de gebeden der
Christenen. Zoo waarlijk helpen mij God en al Zijne Heiligen.»
Nu beloofden de vorsten en het volk aan Willem gehoor
zaamheid en trouw. Willem stond op van den grond en
knielde. De armen, schouderen en borst werden hem ont
bloot en benevens de rechterhand door den Aartsbisschop
van Mainz gezalfd, onder de woorden: Gelijk Samuel David
met gewijde olie gezalfd heeft tot Koning der Hebreeën, zoo
zalf en heilig ik u tot Roomsch-Koningin den Naam des
Vaders en des Zoons en des Heiliger! Geestes. Amen.»
De Aartsbisschop van Trier leidde hem de handen op,
zeggende: «De Geest der wijsheid, des verstands, der kennis,
der vroomheid, der dapperheid, des raads en der vreeze des
Heeren dale op u neder.» De Aartskamerheer gaf den Ko
ning,» weder op zijn troon geklommen, den ring, zeggende:
Ontvang het teeken der heerschappijbewaar het Roomsche
rijk in zijne krachten bescherm het met onverwonnen moed
tegen den inval der vreemdelingenDe Aartsmaarschalk
reikte den Koning het zwaard toe en riepOntvang den
Koninklijken Schepten! Straf er streng de weêrspannigen
mede, en regeer in vreedzaamheid over de goedwilligen.
Een ander gaf hem den gouden wereldbol en zeide«Neem
aan den aardbol! onderwerp alle volken der aarde aan het
Roomsche rijk, opdat Gij den roemrijken naam moogt dra
gen van 'üitbreider des Rijks. Eindelijk ontving de nieuwe